21 november 1987 

Vassula, Ik zal Mijn verstrooide schapen terugbrengen naar Petrus; Ik, de Heer, garandeer dit aan jullie allen! 

(Plotseling gaf de Heer mij een visioen van nog ver­strooide schapen, nog een kudde, en later waren deze ver­enigd.) 

bloem, dit zal gebeuren na Mijn Grote Teken! 

Vader, vergeef mij mijn ongeduld, ik moet nog leren geduldig te zijn zoals U! 

kleintje, verheven door Mijn Hand, put uit Mijn voorraden en vul je hart; doordrenk het om in staat te zijn ook andere harten te verzadigen; Ik, de Heer, zegen je; Ik zal je visioenen geven; Ik verrijk je inzicht om de harten van de mensen te onderscheiden en in staat te zijn ze te lezen; Mijn welbeminde, Ik bied je deze genade aan, maar denk eraan, je zult haar alleen gebruiken voor Mijn Belangen en voor Mijn Heerlijkheid, en niets voor jezelf houden; 

Jezus, Welbeminde, mijn God, die nooit ophoudt Uw gaven over mij uit te storten om U nabij te zijn, Jezus, als U over mij, die een nul ben, zoveel gaven uitstort, wat zult U dan niet doen en geven aan hen die werkelijk welgevallig zijn in Uw ogen, doordat ze U eren? 

ja, Vassula, zie je, je lijkt Mij nu beter te begrijpen; als ik aan jou geef, die inderdaad de armzaligste van Mijn schepselen bent, wat zou Ik dan niet geven aan hen die Mijn genaden werkelijk verdienen, zij die Mij eren en zij die offers voor Mij brengen!

vraag, beminden, en Ik zal jullie geven; geloof in wat jullie vragen, heb vertrouwen en vertrouw Mij; wees niet zoals Petrus, die zijn vertrouwen verloor terwijl hij op het water liep; geloof in Mij! heb vertrouwen! geloof!