21 oktober 1987
(Vandaag kreeg ik ontmoedigend nieuws. De katholieke theoloog van Lyon op wie ik mijn hoop had gesteld, verloor zijn enthousiasme toen hij hoorde dat ik niet tot de katholieke gemeenschap behoor. Hij zei dat ik een ervaring met God had, maar hij begrijpt niet dat het veel meer is dan dat, want God geeft een boodschap aan ons allen, tot aan de kerkelijke overheden en de Heilige Stoel toe. Maar natuurlijk, waarom zou hij dat geloven? Ik kom zo te zeggen van nergens; zoals ik ooit heb gezegd, als ik één van hen was zou ik aanvaard zijn en ze zouden hebben geprobeerd een blik op de boodschap te werpen. En dat is precies wat God probeert ons te leren, geen onderscheid te maken tussen de een en de ander. We staan allen onder één gezag, Gods gezag. Waarom onderscheid maken? Een onderscheid zelfs met betrekking tot het karakter van de persoon. Ik draag geen habijt, maar hindert dat, kan ik aan God vragen waarom? Hij heeft mij gekozen zoals ik ben en wil mij zo.)
Vassula, je ervaart dezelfde dingen als Ik toen Ik in het vlees op aarde was; herinner je Vassula hoe de Farizeeën Mij ondervroegen over wie Mij de bevoegdheid om te prediken had gegeven?
Ja, Heer.
beminde, Mijn Boodschap komt van Mij; alle gezag zal van Mij komen; jij behoort Mij toe; heb Ik ooit geschreven dat jouw gezag door mensen zal worden toegekend? kleintje, leun je hoofd tegen Wijsheid;
Ik raakte overstuur en verdrietig. De tranen kwamen tevoorschijn en ik moest even stoppen om tot mijzelf te komen.)
Mijn slachtoffer, Ik heb jou gekozen om het slachtoffer van Mijn Hart te zijn, de zoete kwelling van je ziel; slachtoffer van Mijn Lichaam en van Mijn Ziel; door afwijzingen, angsten en verdriet, Vassula, zul je Mijn leven op aarde ondervinden; Ik zal het je allemaal in kleine doses geven, in de mate waarin je ziel het kan verdragen; je zult en je bent reeds geconfronteerd met ongeloof, beschuldigingen, spot en afwijzing; Vassula, er zal nog meer komen, en toch, aan de andere kant heb Ik je diegenen gegeven die in Mijn Boodschap van Vrede en Liefde geloven; zij zijn je getuigen;
laat Mij je eraan herinneren dat ook jij verraden zult worden;[1]
Vassula, Ik bemin je; Ik, de Heer, ben je steun; kom bij Mij en laat je troosten; laat Mijn Vrede je omhullen, kom, alle gezag komt van Mij en niet van mensen; jij staat onder Mijn Gezag, die is Eén, Eén Gezag;
Mijn God, dank U voor Uw steun. Dank U dat U mij ook getuigen geeft. Ik zal mijn stem niet meer verheffen; ik zou me aan mijn woorden moeten houden, die luidden, ”Doe met mij wat U wilt, of U mij vreugde of verdriet geeft, ik zal U evengoed danken. Als U wilt dat ik word afgewezen, dan zal ik worden afgewezen; als U wilt dat ik gekoesterd word, ik verdien het niet. Doe wat Uw Hart het meest verlangt. Ik ben van U.”
ja, wees zacht, opdat Ik Mijn Woorden diep in je kan prenten; denk aan Mijn Aanwezigheid en Mijn Liefde;
[1] Door één?