6 oktober 1987
(Ik voelde mij armzalig. En dat ben ik. Ik behaag God niet vanwege mijn onwetendheid en traagheid van begrip. Ik ben niet tevreden over mijzelf. Hij had groot gelijk toen Hij zei dat ik “verreweg” de ellendigste onder Zijn schepselen ben. Ik heb er nu een hekel aan te vertellen hoe dit is begonnen, want ik vind praten over mijzelf akelig, afschuwelijk. Maar vrienden en anderen willen horen hoe het is begonnen, dus was ik gedwongen het uit te leggen, en hoe verder ik kwam, des te meer was het onvermijdbaar mezelf te verachten telkens wanneer ik iets over mijzelf zei, zo erg, dat ik besloot vanaf nu niet meer te vertellen hoe het begon; zodoende zal ik het vermijden over mijzelf te praten. Ik dacht dat ze het wel via anderen te weten konden komen; als het nieuwsgierigheid is, zal die niet door mij worden bevredigd. Als ze willen lezen omdat ze geloven, zal God hen verlichten. Ik zal niet over mijzelf getuigen. Ik zal alles in Gods handen laten. Hij maakt het onmogelijke mogelijk, dus zal ik vanaf nu alleen Zijn pen en papier zijn, Zijn secretaresse, een secretaresse die van Hem geleerd heeft Hem te beminnen, en door Zijn woorden op te schrijven, zal ik Zijn schrijfblok zijn.)
ja, wees Mijn schrijfblok en sta Mij toe je Mijn Woord in te prenten; wees zacht zodat Mijn Woord diep in je gegrift kan worden;
(Ik vergat mijzelf en zat op de grond. Hij keek naar mij en herinnerde mij daaraan. Ik knielde.)
Ik bemin je, Vassula, samen, jij en Ik, delen wij Mijn Kruis;
hoor Mij, Vassula, je bent de beminde van Mijn Ziel, heb je het nog niet begrepen? voel, voel hoe Ik, je God, je bemin, Mijn kind, Mijn welbeminde bruid;
Ik voelde hoe Jezus mij in Hem omhulde.
luister Vassula, alle hemelen weergalmen Mijn roep, Mijn verlangen is ongeschokt/ onwankelbaar, het moet jullie oren hebben bereikt; Ik verlang buigzaamheid, hoe willen jullie één worden als jullie onbuigzaam zijn? Ik wens Mijn Kerk te verenigen, willen jullie Mij voelen en naar Mijn Stem luisteren?
Mijn God, waarom laat U de hoofden van de Kerk niet weten van Uw boodschap?
dat zal Ik doen, dochter; verfraai Mijn Kerk; bemin Mij; ecclesia zal herleven!
(Ik zag een heel mooi beeld van Jezus, Majestueus, Verheerlijkt, een prachtig beeld van Jezus, zegevierend als een Koning, en met de Vingers van Zijn opgeheven Hand toonde Hij mij een teken. Het was alsof Hij mij de VICTORIE aankondigde.)