5 oktober 1987
(Ik wilde eerherstel geven voor de pastor zoals de heilige Maria mij vroeg te doen. Later belde mijn nicht Ismini mij om mij te vertellen dat zij naar Turijn in Italië wilden gaan en mij te vragen of wij zin hadden met hen mee te gaan. Eindelijk, dacht ik; tenslotte was het altijd mijn droom geweest daarheen te gaan om de Kathedraal te bezoeken waar de Heilige Lijkwade zich bevindt. Jezus heeft het weer voor mij geregeld. Ik zou gaan.
Mijn neef en nicht reden ons naar het hotel waar zij gewoonlijk logeren. Turijn is een enorme stad, maar ons hotel lag 500 meter van het doel waarvoor ik erheen ging! Jezus maakte het mij gemakkelijk. We kwamen ’s zaterdags tegen lunchtijd aan, en na enige tijd ging ik naar de Kathedraal. Ik was erg onder de indruk. De Heilige Lijkwade was boven, in de koepel van de Kathedraal. Ik dacht de Heiligste van alle plaatsen te zien. Er heerste Vrede en Heiligheid in de koepel. Die heb ik in mij gevoeld; het was heerlijk.
Later ging ik terug naar het hotel. Het was avond toen mijn nicht terugkwam van het boodschappen doen. Ik snelde naar haar toe om haar te vertellen waar ik geweest was, maar zij leek op mij af te vliegen, ze wilde niet naar mij luisteren, ze wilde dat ik naar haar zou luisteren, want wat zij had gezien en ontdekt was zo fantastisch.
Ze zei: “Vassula, in die straat waar wij in al die jaren tientallen keren doorheen zijn gegaan, heb ik nog nooit een beeld gezien van de Heilige Maria. Het is enorm groot! Bijna drie meter hoog. Het is zo mooi; Haar japon met zoveel plooien, en Haar blauwe mantel. Ze zag er zo mooi uit, en Ze houdt Haar armen open alsof Ze de wereld zou willen omhelzen, je moet meekomen om Haar te zien. Je bent er langs gekomen, heb je Haar niet gezien? Aan weerszijden van Haar waren satijnen gordijnen, scharlakenrood, glanzend en mooi”. Ik zei dat ik er langs was gekomen maar alleen de gordijnen had gezien die versleten waren, half rood en half geel. Ze vertelde mij dat het haar ook al die jaren niet was opgevallen. Ik heb geen beeld gezien.
De volgende dag, zondag, wilde ze dat ik naar dat enorme beeld zou gaan kijken, dus ik zei: ‘Maar eerst neem ik jou mee naar de Kathedraal waar de Heilige Lijkwade is.’ Dus ging ze met mij mee. De zondagsmis was aan de gang. We bleven een half uur en na het opsteken van een kaars gingen we naar het grote beeld van de Heilige Maria. We kwamen daar aan en mijn nicht viel bijna flauw. Want er was geen groot beeld, zelfs geen klein. Er waren geen glanzende, scharlakenrode gordijnen. Daar waren alleen de gewone versleten, gele en rode gordijnen die ik had gezien, maar geen beeld.
Zij begreep het niet. Maar ik wel. Onder de gordijnen was een binnendeur. Ze duwde hem open en erachter was een kerk. Ik zei tegen haar: “Dit is de reden waarom wij naar Turijn zijn gekomen, om naar deze kerk te gaan, de Kerk van Madonna di Rosario, om eerherstel te brengen. De Kerk van de Heilige Maria. Het grote, mooie beeld dat jij hebt gezien, was daar om ons hierheen te brengen. Onze Moeder heeft ons geroepen. Ze heeft jou de verschijning van Haarzelf als een beeld gegeven, groot, opdat het indruk op je zou maken, om ons hierheen te brengen. En Ze wil dat wij in Haar Kerk een kaars voor Haar opsteken om eerherstel te brengen voor de woorden van de pastor.” We gingen naar binnen en het was toch zo’n prachtige kerk. De H. Mis was aan de gang. We zijn gebleven tot het einde. Toen zijn we naar voren gegaan naar een gouden beeld van de Heilige Maria met Jezus als Kind, en daar staken we een kaars op en baden tot Jezus om ons en hem te vergeven.)
Jezus, is dit correct?
Vassula, ja, het is precies zoals je het hebt naverteld;
Ik zal je tot Mij verheffen zodra jij je zending hebt voltooid; Mijn Ziel verlangt naar je; Vassula, luister naar Mijn Moeder;
Vassula, vertel Ismini hoeveel ik van haar houd; kind, ik heb haar dat beeld van Mijzelf gegeven om haar aandacht te trekken en jullie naar Mijn Kerk te brengen; beminden, hoezeer bemin ik jullie; eer Ons, geliefden; eer Ons en geef eerherstel voor je broeders;
onthoud hoe dichtbij Wij bij jullie allen zijn; Vassula, raak nooit ontmoedigd want Ik ben naast je; steun altijd op Jezus;
dochter, denk aan het Lijden van Jezus; leef voor Hem, verheerlijk Hem;
Slechts met Uw hulp en de hulp van Jezus ben ik in staat dit alles te doen. Ik wil U eren.
Ik houd van jullie allemaal; Ik zegen Ismini; Ik heb haar en haar man in Mijn Kerk gezegend;
Ik zegen U, Heilige Maria.
Ik zegen jou ook;
(Later:)
Vergeef mij, Heer, mijn totale onwaardigheid en mislukkingen, mijn gebrek aan enig goeds, waardoor ik U beledig in Uw tegenwoordigheid.
Ik vergeef je volledig;
Ik bemin U, lieve Heer.
telkens wanneer je tegen Mij zegt Ik bemin U, sluit Ik Mijn ogen voor al je slechtheid, laat Ik het voorbijgaan en belet Mijn goddelijke Gerechtigheid je te straffen, Vassula, want je bent inderdaad onbeschrijflijk ellendig; je kalmeert Mijn gramschap door tegen Mij te zeggen dat je Mij bemint;
(Jezus leek streng, ik was bang voor Hem.)
Ik ben bang voor U.
Ik ben Liefde, wees dus niet bang voor Mij;
O Jezus, ik zou willen dat ik niet zo slecht, ondankbaar en vol wrok was.
Ik heb medelijden met je en uit medelijden word Ik zelden boos op je;
Ik weet dat ik geen druppel genade verdien; U bent te goed voor mij geweest, te geduldig. U bent nooit boos op mij geworden; U hebt mij alleen bemind, ondanks mijn fouten. U verwent mij.
Vassula, zo is Mijn Barmhartigheid!
Jezus?
Ik ben;
Mijn God.
Ik ben;
Ik vraag U mij te leren U meer te beminnen en zoals U dat wilt, zodat U mij kunt ontzien en ik U kan eren.
kleintje, Ik ben je goddelijke Leermeester die je zal leren; twijfel nooit, twijfel nooit aan Mijn Vergeving;
Nee Heer, ik zal niet twijfelen. Maak mij U waardig door Uw Genade, en kom bij mij. Sta mij toe U te verheerlijken. Laat niet toe dat ik zondig en dat ik U voortdurend beledig door mijn zonden, Beminde.
zegen Mij;
Jezus, ik zegen U. Vader, ik bemin U.
Ik verlang je bij Mijn Kruiswegstaties te zien;
O Jezus, hoe? Ik wil wel, maar hoe, met wie, wie zal mij leiden?
(Van wanhoop kreeg ik tranen in mijn ogen.)
bewaar je tranen voor de tijd dat je beledigingen hoort uitspreken aan het adres van Mijn Moeder;
O Jezus, help mij.
dochter steun op Mij, laat Mij je onderrichten; behaag Mij door zo volgzaam te zijn als je nu bent, kom, wees dicht bij Mij, Ik bemin je;
Ik bemin U, Jezus, heb medelijden met mijn onwetendheid.
dat heb Ik; laat Mij me verheugen en zeg: “Heer, laat mij Uw slachtoffer zijn, het slachtoffer van Uw brandende Liefde; Ik verlang U en U alleen te aanbidden, met U uitgestrekt op Uw Kruis, nooit naar rechts of links kijkend; Ik verlang Uw dorst te lessen door zielen voor U te winnen; slachtoffer van Uw Liefde wil ik zijn, ik bemin U;” zeg het!
(Ik zei het.)
vanaf nu zul je Mijn Hart nooit verlaten, Vassula; kies, Vassula; of jouw leven of een slachtofferleven, kies;
Jezus, ik wil niet dat U mij verlaat. Ik wil met U zijn, aan Uw zijde.
dan heb je goed gekozen, je zult op Mij lijken, wees een slachtoffer van de Liefde; bloem, je zult bloeien onder Mijn Licht;
Ik dank U, ik zegen U voor alles wat U mij geeft en voor het medelijden dat U met mij hebt.
heb Mijn Vrede, dochter; vergeet nooit Mijn Aanwezigheid; sta Mij toe in jou te rusten, want dit is Mijn thuis;
Jezus, U maakt mij gelukkig en ik leer van U.
bloem, Ik ben je Meester en God; kom, ons, wij?
Ja, Heer.