3 februari 2016
Heer van de Hemelen, Waarborg van ons welzijn, U die neerdaalde uit de hoge helemaal naar onze wereld om ons aan Uw voorschriften en Uw regels te herinneren, om Uw Woord beter te onderhouden en te volgen, leer ons om onszelf aan U toe te wijden door Uw wetten te gehoorzamen: want als Uw Woord wordt bekendgemaakt zullen stralen van Licht in onze ziel het verlichten om Uw Woord volledig te begrijpen;
ik weet dat U niet tevreden bent over Uw schepselen[1]
ah, Vassula! tranen stromen uit Mijn Ogen omdat velen geen acht slaan op Mijn Wet van Liefde, Mijn Wet van Barmhartigheid; hoeveel meer moet Ik nog aanzien dat het kwaad natie na natie overweldigt? een universele vrede ontbreekt;
zeg me, Heer, wat kan ik meer doen? steun me zoals U altijd deed, houd me staande en laat me doen wat U van mij wilt;
volhard, Mijn kind, en laat de ijver in jou ontbranden in passie voor Mijn Huis, je aanwakkeren om verder te gaan zonder vrees en iedereen eraan te herinneren dat ze berouw moeten hebben, te bidden zonder ophouden en Mij, je God, te beminnen; Mijn Triomf zal uiteindelijk groot zijn;
mijn hele wezen verlangt naar U, U hebt mijn ziel bewogen om te verlangen altijd met U te zijn, mensen die U niet kennen beminnen U niet, verlangen niet naar U, zij tonen geen berouw: hoe kan men hen bekeren?
Mijn Vassula, allen zijn sinds hun geboorte geroepen om God, hun Schepper te aanschouwen! maar weinigen zijn er die het pad volgen dat Ik voor hen bepaald heb; als ze zich daarom van Mij hebben vervreemd, tot Mijn verdriet en pijn, hoe zullen ze Mij dan[2] leren kennen en Mij beminnen? Ik roep hen voortdurend op tot berouw; een daad die hun hart zal zuiveren en doen geboren worden in Mij; Ik zal met hun ziel worden samengevoegd en het in licht veranderen; hoe kan men hen bekeren, vraag je; ben je vergeten hoe? kom op! door gebed… door daden van liefde, door groot eerherstel, door opofferende liefde die hen wordt aangeboden! door de Rozenkrans! en door verschillende ‘Kyrie eleison’ zodat Ik Mijn Barmhartigheid voor hen kan vervullen, want door Mijn Genade zal hun verharde hart verzachten…
luister, je verrukt Mij, dierbare ziel, wanneer Ik in je hart staar; jij die door genade alles bent geworden wat Ik wenste dat je zou zijn! bid voor hen die de voorkeur geven aan de glorie die van de wereld komt en die hen van Mij vervreemd hebben; zij vrezen Mijn Kruis, daar Mijn Kruis het Instrument is dat Mij verheerlijkte, degenen die weigeren Mijn Kruis te omhelzen hebben zich van Mij afgescheiden; Ik ben Eén met Mijn Kruis! en zoals Ik eens tegen jou zei: ‘als je Mij omhelst, dan omhels je ook Mijn Kruis;’
Heer! ik heb gezworen Uw Wet te onderhouden; echter, blijf me tot leven wekken zoals Uw Woord heeft gegarandeerd!
dat zal Ik doen! Ik zal altijd je stappen leiden; Mijn Liefde zal je troosten en je zult nooit van Mijn Liefde verstoken zijn… ja? Zeg het Mij!
ik heb een klacht, Heer; hoewel er velen zijn die bekeerd zijn door deze Boodschap, zijn ze[3] geen gevers maar nemers, zoals U het uitdrukt; het is wat Ik toen heb gezegd: “dat er meer geluk is in het geven dan in het ontvangen…”(Hand. 20:35) dat niet wordt gepraktiseerd, deze mensen moeten sterven aan hun ego! heel weinig zijn ook gevers in het helpen om Uw Boodschap bekend te maken of een helpende hand te bieden in de Beth Miriam huizen, maar anderen zijn onzelfzuchtig en helpen direct;
elke goede en edelmoedige daad van liefde telt in Mijn Ogen; Ik zal op Mijn Dag elke ziel beoordelen en al hun daden openbaren en wat zij in hun hart dragen; Ik ben verrukt van zielen die hun waardering tonen aan Mij en er aan denken om Mij te danken, niet alleen door gebeden maar ook door daden van liefde…
dit herinnert me aan de tien melaatsen die door U werden genezen en waarvan slechts één terugkeerde om U te bedanken, nietwaar?
ja, je hebt in de Schrift gelezen dat toen Ik op weg was naar Jeruzalem er tien melaatsen waren die op Mij stonden te wachten; ze riepen naar Mij daar ze niet te dicht bij Mij durfden te komen vanwege hun ziekte; toen Ik hen zag, riep Ik hard naar hen terug dat ze zich moesten haasten en dat zij naar de priesters moesten gaan om zich aan hen te tonen; in hun hart wisten zij dat zij onderweg genezen zouden worden; en toen zij weg gingen, werden zij genezen; echter, geen van hen bekommerde zich erom terug te komen en Mij te danken, behalve één, een Samaritaan, die zijn waardering liet zien, God prees en aan Mijn Voeten viel…
U hebt de mensheid zo veel gaven in overvloed geschonken die niet met liefde werden gewaardeerd; U hield nooit op met geven, Uw Liefde kan U niet laten wachten, het is zo groot, dat U Zelf naar de aarde bent afgedaald, en Uzelf openlijk aan zo velen hebt geopenbaard, zelfs aan niet-Christenen, omdat Uw Hart voortdurend in Vuur en Vlam staat en niet kon wachten – U kunt het niet weerstaan! Uw edelmoedigheid is buitensporig, zelfs toen, toen Uw eigen leerlingen ook verbaasd waren waarom U gunsten en wonderen wilde doen voor de heidenen, voor de Samaritanen, voor iedereen, en belasterd werd vanwege Uw vertrouwelijkheid en vriendschap met hen; ze wilden U ondervragen! ze gingen aan Uw Gezag twijfelen; laat alstublieft allen die U genezen hebt Uw Goedheid beantwoorden en alleen op U vertrouwen;
Vassula! een glorieuze natie zal opkomen uit het Oosten; deze natie zal Mij verheerlijken! Ja, inderdaad, Ik heb Mijzelf ook geopenbaard aan niet-Christenen! zodat de mensen kunnen zien en weten en waarnemen en begrijpen dat Mijn Barmhartigheid grenzeloos is, het is groot; Mijn Liefde, Oneindig! ‘wees niet bang’, zeg Ik tegen hen; ‘want Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven;’ Ik toon hen dan Mijn Glorie en in ontzag vragen ze Mij: ‘mag Ik een getuige zijn?’ ‘wees een getuige om je vreugde over deze ontmoeting te laten zien,’ antwoord Ik; dus, Vassula, wees niet bedroefd als Ik volgens jou wacht met Mijn wederkomst, wees geduldig, kleintje, geen enkel land is op één dag geboren! wees als een olijfboom die groeit in Mijn Hoven; jouw wedloop is nog niet ten einde… laat je ziel rusten in Mij, je God, je bent niet alleen; wees één met Mij; wij, ons!
Ja, wij, ons…
Ik, Jezus, zegen je; ic
[1] Ik maakte mijn zin niet af toen Jezus me onderbrak en sprak
[2] Jezus nam over en zei wat ik wilde schrijven
[3] Ik bedoel niet financieel, maar met daden