13 september 2002 

God kennen en Hem begrijpen alleen op basis van de Schrift is niet genoeg; men moet doordringen in God om in staat te zijn God te begrijpen en te kennen. Dit is wat we noemen “God te smaken.” 

ja, Ik moet vorm aannemen in het innerlijk van je hart, evenzeer als jij moet worden omgevormd in Mijn diepten;

kind, Ik ben Jahweh, en het verrukt Mij je te bezoeken in je armzaligheid; Wij hebben je vrijheid gegeven en  je ontworteld uit het dal van de duisternis om te leven in Ons schitterend Licht;  

besef nu dat je ten dienste staat van je Koning; besef je dat Ik je heb bekleed met Mijn heerlijkheid en je heb verzadigd met Mijn schittering, zodat je vrije toegang hebt tot Mijn Keizerlijke Hoven? wees vol vertrouwen als je met Mij converseert en blij Mijn gunst aanvaardt!

gezegend zijn zij die het hart van een kind hebben en niet twijfelen aan een van deze Boodschappen die van de Wijsheid komen, noch ooit enige twijfel zullen hebben; dezen hebben zich geopend voor de genade en Mijn Licht in zich verkregen; Degene die Zichzelf  op een zo onuitsprekelijke manier openbaart aan de mensheid is niemand minder dan je Schepper die door Zijn Woorden velen heeft teruggebracht tot een waar leven met Mij; 

Ik ben Degene die je vermaant je ogen op te slaan naar de hemel en niet meer te zondigen; Ik heb je herhaaldelijk volledige kennis van Mijzelf gegeven zodat je door Mij te kennen ook Mijn Koninkrijk erft; Ik heb nooit hard tot je gesproken maar Ik heb je mild behandeld, met een mildheid die niet van deze wereld is; Mijn Woorden komen overeen met de onderrichtingen van de Heilige Schrift;

gezegend zijn zij die deze realiteit hebben aanvaard zonder Mij op de proef te stellen en Mijn boodschapster niet roekeloos hebben behandeld, zij zullen het loon van een profeet ontvangen; je hebt zeker al eerder gehoord dat Mijn boodschappers spreken in Mijn Naam en dat zij die hen niet geloven, hen als bedriegers behandelen of zelfs hun zending aanklagen, zondigen tegen Mij die door hen spreekt;

zoals Ik eerder heb benadrukt, heb Ik niets gezegd dat de Heilige Schrift tegenspreekt, maar al Mijn Woorden die Ik heb geuit komen overeen met wat Ik je reeds heb gegeven, en toch lijkt het dat velen niet ten volle binnengedrongen zijn in de kennis van Mijn Woord;[1] hadden zij dat wel, dan zouden zij Mijn Oden van vandaag hebben herkend; zij zouden Mijn Beeld hebben gezien in Mijn Oden die niet verschillen van Mijn Woord dat jullie is gegeven; inderdaad kan niemand doordringen in dit mysterie en het begrijpen, het mysterie van jullie God die spreekt, en springlevend is en te midden van jullie  in jullie dagen, als jullie alleen de Heilige Schrift hebben gelezen; om door te dringen in de diepten van Mijn Woord hebben jullie meer nodig dan dat;

geestelijke kennis wordt verkregen door de Heilige Geest die de Schrift voor jullie verlicht; hebben jullie ooit gehoord van iemand die ’s nachts leest als het licht uit is? alleen als het licht aan is zal hij in staat zijn de woorden te zien en te lezen; zonder licht zul je niets zien, zonder de Heilige Geest die het denken te boven gaat, en die alle constellaties van licht te samen ver te boven gaat, zal de uiting en de uitdrukking van de Wijsheid in Mijn Woord verborgen  voor je blijven; alleen de Heilige Geest geeft het noodzakelijke licht in je verstand om de hemelse uitingen te begrijpen; anders zullen Mijn Woorden verzegeld en gesloten blijven; dit is de reden waarom zo velen Mij niet herkennen in deze Ode  van Liefde;

de Schrift, zoals Ik heb gezegd, weerspiegelt Mijn Goddelijk Beeld, en als jullie Mij vandaag niet zien in Mijn Oden voor jullie, aan jullie gegeven door de liefdevolle Barmhartigheid, is het omdat jullie Mijn tederheid nog niet hebben ervaren, noch hebben jullie ooit Mijn zoetheid gesmaakt; jullie zogenaamde kennis weerhoudt jullie ervan Mij te zien; gezegend is hij die zijn hart heeft geopend voor Mij en Mij heeft aanvaard in eenvoud van hart, hij zal Mijn Oden niet zien als louter woorden, maar als kracht en als de Heilige Geest en als uiterste overtuiging; en Ik zou eraan toe willen voegen dat Mijn voor jullie gezongen Oden een levende kracht zijn onder jullie die erin geloven;

Ik verlang van jullie allen, schepping, Mij te zien, daarom openbaar Ik onophoudelijk Mijn Liefde aan jullie sinds de eerste dag waarop jullie in het bestaan kwamen; zal Ik op een dag van jullie horen: “geprezen zij God, omdat Hij ons Zijn grenzeloze Barmhartigheid heeft getoond en omdat Hij ons toestaat Zijn Goedheid te smaken; zonder dat Hij ons Zijn Heilig Gelaat openbaart in onze harten, zouden we een van diegenen zijn geweest die geloven dat ze U kunnen ontdekken door wereldse wijsheid en door hun studies alleen; Uw schat, Heer, is verborgen voor de geleerden met hun hoogontwikkelde kennis, en voor hen die er aanspraak op maken kennis te bezitten van Uw mysteries en van geestelijke zaken, terwijl ze U in werkelijkheid niet kennen;”

Ik heb je geleerd om je gedachten alleen gericht te houden op hemelse dingen om te bloeien, en jou je nieuwe zelf te laten zien; Ik heb, met vreugde, gepredikt tot de hele wereld zonder verschil te maken tussen wie dan ook; het is Mijn bedoeling als een Vader Mijn schepping mooi te maken en haar te vernieuwen en jullie levens te veranderen in een onophoudelijk gebed; waarom dan al dat geschreeuw rond Mijn Naam? waarom veroorloven jullie jezelf je kalmte te verliezen en door de wereld te worden gedicteerd? je goddelijke realiteit zou de Drie-ene God moeten zijn en jullie leven zou moeten draaien rond hemelse inspiraties en goed verborgen in Mijn Zoon, Jezus Christus;

kan iemand op zichzelf Mijn onpeilbare Schatten ontdekken? tenzij hem een innerlijk licht van begrip wordt gegeven zal hij in de duisternis blijven; Ik herhaal: gezegend zijn zij die in Mijn Barmhartige Oproep geloven, zij zullen Mijn vriendschap en Mijn intimiteit winnen;

wie is de Bron van Christelijke kennis, de Bron van profetie? het is de Heilige Geest die onderricht en alle middelen gebruikt om Mijn schepping om te vormen en te vernieuwen; en zij die in slaap zijn gevallen en profetie in jullie tijd ontkennen, vraag hun of zij de Schrift en wat zij zegt hebben begrepen;

Ik heb profeten gezalfd om Mijn Woorden bekend te maken tot aan het einde van de Tijden; Ik heb hen begiftigd met de geest van Elia; maar hebben jullie dan niet gelezen dat “profeten hem zullen opvolgen?”[2]

ieder die zijn hart voor Mij heeft geopend, Mij vrijwillig heeft toegestaan in hem binnen te dringen, heeft de oogst van het leven binnengehaald; de Schrift wordt dan voor hem een onverzegelde en goddelijke Ode, een levend Woord, een visioen van God, een goddelijk gewaad voor je ziel; zijn verlichting aldus door Mijn Tegenwoordigheid in hem, vestigt Mijn Koninkrijk in zijn hart; elk mysterie dat verborgen leek zal worden onthuld, en de Schrift zal worden als een luide en hoorbare lofzang voor je oren; Ik ben het, je Bruidegom,[3] die uit Zijn Keizerlijke Hoven stapt om jullie hart tot Mij te keren voor Mijn eigen liefdevolle doel;

wees ervan bewust dat jullie generatie Mij voortdurend beledigt en door de boze wordt bevolen om te gehoorzamen aan alles wat in tegenspraak is met Mijn Wet van Liefde en toch komt van de Goddelijke Waarheid; deze zo slechte generatie waait mee met elke wind en wandelt langs elke zijweg die door Satan is uitgezet; nu hebben Mijn Zoon en Ik jullie allen ruim de gelegenheid gegeven om tot Ons terug te keren door berouw, want Wij zijn mededogend en barmhartig, maar, ach … zo velen van jullie zijn misleid door jullie eigen vooronderstellingen …

er staat geschreven:[4] “met een weerspannig hart zal het tenslotte slecht aflopen, en ieder die van het gevaar houdt, zal er in omkomen;” de wereld van vandaag biedt jullie veel afbraak, daarom is het beter voor jullie op Mij te leunen die jullie Schild is, en te zeggen: “laten we vallen in de Handen van de Heer, niet in de handen van mensen; want zoals Zijn Majesteit is, zo is ook Zijn Barmhartigheid;”[5]

ach, slechte neiging, ondanks al deze Oden en waarschuwingen hebben de mensen van de aarde geen berouw en evenmin geven ze hun zonden op, zeer weinigen volgen Mijn Wet van Liefde en doen wat Mij behaagt; Ik buig Mij onophoudelijk naar jullie over vanuit Mijn Hemelse Hoven, generatie, om je uit je moeras te trekken; Ik heb je Mijn boodschappers gezonden, geparfumeerd met gemengde wierook, en voorbereid door Mijn engelen om Mijn goddelijke Oden op hun vleugels te dragen; zij die Mijn Woorden hebben geproefd namen de juiste koers; hoe prachtig waren zij nadat zij Mijn Woorden hadden geproefd die zo zoet als honing waren in hun mond!

Ik heb gedurende al deze jaren een wonderbaarlijk banket van geestelijk voedsel voorbereid en laten zien; godsdienst en deugd waren Mijn Liefdesthema voor jullie; omwille van de Waarheid heb Ik je opgetild, generatie, met Mijn Scepter; is je hart wel ooit geroerd? zoet is de melodie van deze edele Ode, maar heb je haar niet gehoord? heb je niet gehoord hoe Ik Mijn Liefdesthema tot ieder van jullie individueel heb gericht met olie van blijdschap? heb je niet begrepen hoe Ik je al deze jaren heb gezalfd? pauzeer even en denk er even over na en begrijp dat Ik God ben in Majesteit en Luister;

wee het lusteloze hart dat geen geloof heeft, want dat zal op Mijn Dag geen bescherming vinden; en wee jullie die de wil verloren hebben om vol te houden in deugd en rechtschapenheid, wat zullen jullie doen bij het bezoek van de Heer? wat zul je te zeggen hebben op de Dag van de Heer? zul je in staat zijn de beproeving door Vuur te doorstaan?

je bent nu met lichaam en ziel geketend aan deze wereld; Satan in zijn woede laat je niet vrij, maar houdt je gevangen in zijn kerkers om jou, die bent gevallen, te beroven van de genade van berouw; omhuld door zijn sluier ben je zijn speelgoed geworden; je berouw zal je ketenen verbreken en zal horden boze geesten die in je nestelen verjagen, terwijl sommige dreigend verschijnen boven je zo beklagenswaardige ziel;

in je ellende ontbreekt je de wil en de kracht om je vijand te overwinnen en de boeien van het vlees af te werpen die je aan deze wereld binden; vandaag, in deze tijden van Barmhartigheid, bied Ik je genade aan als een geschenk en als een lonend pad  dat naar Mij leidt; 

– Ik bied je aan je op Mijn Schouders te dragen gedurende je herstelperiode; 

– Ik bied je vrede en rust aan, want je zult je niet inspannen noch moe worden met Mij; 

– Ik bied je Mijn Engelen aan die je wonden zullen verzorgen met onuitsprekelijke tederheid, wonden die je ziel zijn toegediend door de hartstochten van deze wereld; zij zullen je helpen bij je herstel, je tot leven terugbrengen, en je ongeschikt geworden ziel vernieuwen in een nieuw leven in Mij; 

– Ik bied je een plaats aan in Mijn Hart, waar je zult bloeien met een peilloze diepte aan onderrichtingen van de Wijsheid; Ik zal je met gulle hand onschatbare gaven schenken zoals  een bruidegom met gulle hand schenkt aan zijn bruid die zijn hart gestolen heeft; en Ik zal Mijn Liefde voor jou uitdrukken, Mijn bruid, terwijl Ik je in Mijn Armen sluit, de Ode van Mijn schepping voor je zing en over hoe je tot bestaan bent gekomen; Ik zal de mysteries voor je ontvouwen van voordat de aarde tot bestaan kwam, voordat de natuur werd geboren, en terwijl Ik je ziel het hof maak, zul jij tegenover de Wijsheid verklaren: “mijn Zuster!” ja, Ik zal je bevrijden als een vogel uit het net,  je losmaken als een gazelle uit de valstrik, als je bereid bent tot Mij terug te keren en Mij te erkennen in je berouw; 

– Ik bied je balladen aan door Mij en de afgezonderde genade van het in Mijn Tegenwoordigheid zijn, alleen jij en Ik; 

– Ik bied je ziel aan altijd met Mij te spelen, en Ik, als een Vader die met vreugde de ontwikkeling en groei van zijn zoon gadeslaat, zal als een adelaar, waken over Mijn Koninkrijk dat in jou wordt gevormd; 

– Ik bied je aan wat jij ontoegankelijk en onbereikbaar noemt, en dat alleen Ik kan aanbieden, iets dat ver weg en boven menselijk bereik is gesteld, een pad dat niet betreden is door de trotsen van hart, een pad waarop geen filosoof ooit heeft gewandeld; geen goud, geen kristal kan ooit de waarde evenaren van wat Ik aanbied; het kan ook niet worden gekocht met welke hoeveelheid puur goud dan ook, noch betaald worden met enig gewicht aan zilver, noch geschat door de standaard van het zuiverste goud, of van kostbaar onyx of saffier, want de Heilige Wijsheid kan niet worden getaxeerd; alleen Ik bezit Haar en bied Haar aan aan wie Ik wil;

als je terugdeinst voor de zonde en vlucht voor het kwaad, berouw hebt en nadenkt over wat verkeerd was, zal Ik je de Heilige Wijsheid aanbieden, ongezien door het menselijk oog en toch glorierijk in Haar schittering; en als je zult vragen: “vertel mij, Vader, vertel mij, waar komt de Heilige Wijsheid vandaan? waar is begrip te vinden daar zij buiten de kennis van elk levend ding is, verborgen voor heel de schepping?” zal Ik je antwoorden, Mijn kind: “Wijsheid? het is de vrees voor de Heer; begrip? het is het vermijden van het kwaad;” aan alle mensen bied Ik de Wijsheid aan, zij maken een eind aan de duisternis aangezien de Wijsheid zich verheugt in het aan het daglicht brengen van geheimen die verborgen waren terwijl ze de onzichtbare schoonheden zouden beschouwen die nu zichtbaar zijn in het glorierijke Licht van de Wijsheid; 

vind, daarom, vreugde in Mij, want Mijn beginselen zijn edel en zuiver, en Ik regeer met zachtheid en tederheid; met genade omhul Ik degenen die berouw hebben; Ik heb weerzin tegen alle kwaadwilligheid en corruptie, maar Mijn Geest bevrijdt allen die hun zonde erkennen en de kwaadwillige boze geesten tot een einde brengen;

Ik ben geen aardse heerser, Ik ben een Heerser van Rechtvaardigheid, met nobele verordeningen en rechtschapen voorschriften beladen met heerlijkheid en majesteit, en toch zachtmoedig en nederig van Hart; om je hart te verblijden en het te verheugen bied Ik aan je zicht te herstellen zodat jij je ogen verzadigt en Mij ziet, je God, terwijl je in ontzag tot Mij zult uitroepen: “geprezen zij de Drie-ene God, driewerf Heilig! glorie zij Hem die mijn ziel heeft opgeheven en grote dingen voor mij doet! Heilig is Zijn Naam; ik prijs mijn God die mijn roekeloze ziel heeft hersteld tot bevoorrechte, en mijn ogen toestaat Uw Gelaat te zien; en zoals Job, zal ik in een lied zeggen: ‘ik heb gezondigd en het pad van rechtvaardigheid verlaten, maar God heeft mij niet gestraft zoals mijn zonde dat verdiende; Hij heeft mijn ziel gespaard voor het neerdalen in de afgrond, en staat toe dat mijn leven doorgaat in het Licht;’ zien jullie, broeders? zien jullie? dit alles doet God door de eeuwen heen voor de mensheid en Hij redt zielen van de afgrond en laat het Licht van het leven helder op ons schijnen;”

Ik zal je het zicht van je God verlenen die vandaag tot je spreekt; een visioen dat je nooit zult vergeten; gegrepen door wroeging[6] in deze verrukkelijke beschouwing zal je ontvlamde geest tot Mij uitroepen:

“U weet, mijn Heer, dat ik innerlijk nu verbrijzeld ben, maar tegelijkertijd, Heer, sta ik in brand; ik keek naar U en sta in lichterlaaie door de goddelijke Liefde die mij beetje bij beetje verteert; Luisterrijke Zon, U trok mij, de verfoeilijke zondaar, naar U toe zonder U ook maar te bedenken dat ik mogelijk Uw Scepter in waarde zou doen dalen; U stond mijn zondige ogen toe Uw Majesteit te aanschouwen, Uw Schoonheid, die die van Uw mooiste Engelen overtreft, en bij het zien van dit Wonder, hebt U mij op onzegbare wijze gewond; niet in staat mijn dorst te lessen, ween ik, en mijn dilemma maakt mij ongelukkig; Uw glorierijke Tegenwoordigheid deed in mij een nog groter verlangen ontstaan om te leren hoe U lief te hebben en voor eeuwig met U verstrengeld te zijn; mijn pijn is toegenomen en ik smeek Uw Engelen mij verlichting te schenken, maar laat Ze dat bij nader inzien maar niet doen, laat dit vuur mij blijven verwonden, laat mijn dorst naar U, O Minnaar van de mensheid, mijn hele wezen ontbranden; laat Uw goddelijk bezoek mijn dorst naar U doen toenemen om nog meer naar U te verlangen;

“Uw Soevereiniteit heeft geen gelijke, geen! U keek naar mij en onze ogen ontmoetten elkaar; Uw Ogen, stralender dan twee edelstenen,  magnetiseerden de mijne; uit Uw Ogen verschenen toen twee stralen licht en monterden mijn ziel op en verlichtten haar alsof duizend sterrenbeelden in mij waren geworpen, en elke duisternis of duistere schaduw in mijn ziel verdween; verward omdat ik plotseling het Licht van Uw Genade had ontvangen, was Uw glorie ondraaglijk voor vlees en bloed; U knipoogde toen naar mij en ik viel in zwijm; het was alsof de vloer onder mijn voeten wankelde; de uitingen van Uw Liefde voor mij maken mij zwak in mijn hart, want ze zijn, mijn Heer, te overweldigend voor mijn arme ziel om te dragen; kan iemand de luister van Uw Grootheid en van Uw onbeschrijflijke pracht meten? wie heeft Jahweh gezien en is niet bezwijmd door heftige emotie? ik blijf krachteloos tegenover zo een extatische Schoonheid …”

vertel Mij dan, schepsel dat Ik bemin en waarin Ik Mij verheug, waar lijkt het op Mij in je te ontdekken? waar lijkt het op in de Handen van de Almachtige God te vallen? waar lijkt het op? vertel Mij, beminde van Mijn Hart, waar lijkt het op je Schepper Oden en Balladen voor je te horen zingen en voor jou alleen, terwijl je voor Mij in beschouwing bent? waar lijkt het op te weten dat Hij die voor je zingt en die leeft in ontoegankelijk Licht, Hij die alles in Zijn Hand houdt, in je hart is omvat, en toch zonder te zijn omvat? waar lijkt het op te worden gewassen in Mijn reinigende wateren en je in Mij te storten?

wees dan welgemoed, en leef een godvruchtig leven; Mijn pracht heeft geen gelijke; met Mij converseren zal onvergetelijke herinneringen in je achterlaten; Mij te beschouwen bevredigt je dorst maar lest hem nooit, het vermeerdert hem eerder; het is alleen in de Gelukzalige Aanschouwing dat je ziel kan worden geblust en bevredigd in de volheid van Mijn Tegenwoordigheid; zonder Mijn Barmhartige hulp, schepsel, zou je ziel zijn uitgedroogd nog voordat ze was geboren; zonder Mijn hulp zou je leven een troosteloosheid zijn geweest, onbeweeglijk, totaal losgemaakt van Mij, de Godheid! ach, als je ziel eens wist in welke gevaren zij zich dagelijks begeeft!

open[7] je vermogens, Vassula, en neem Mij in je op;[8] 

O Gezegende Heer,
U bent Degene die onophoudelijk mijn ziel verbijstert
en als een fluorescerende Rivier in mij stroomt;
U montert mijn ziel op,
en U plaatst in mijn hart het Licht waarin ik leef; 

I ben nog sprakeloos over Uw keuze
en dat U Zich verenigde in mijn ziel,
dat U Uw Geest verenigde in het centrum van mijn hart; 

U hebt de Schrift voor mij verlevendigd
en wat U daarin zegt
werd hoorbaar voor mijn oren
en begrijpelijk voor mijn hart en verstand;
uitingen van Goddelijk Leven; 

U hebt onbereikbare realiteiten tot werkelijkheid gebracht:
het Koninkrijk van de Hemel …
U maakte Uw Woord tastbaar,
bewust wordend dat de Drie-ene God waarlijk slechts één God is;
en dat alle Drie één Wezen zijn, één Macht en één Kennis … 

U hebt de verborgen plannen onthuld,
verborgen in de afgrond van Uw Liefde,
en leert ons dat onze lichamen ook luisterrijk kunnen zijn
zoals Uw Goddelijk Licht;
één in wezen met Uw Zoon; 

U hebt mijn ziel
in vol bewustzijn van Uw Tegenwoordigheid geplaatst
en sindsdien,
heeft Uw Vriendschap mijn hart innerlijk gewond,
en Uw blik op mij schokte mij; 

Sensatie en Redelijkheid, waar heb ik  jullie voor nodig?
Uw Vuur, God, heeft mij verteerd,
en heeft mijn ego tot as gereduceerd; 

Ik ben vergankelijk omringd door vergankelijk dingen,
maar U breekt de Wetten van de natuur
en nieuwe wonderen gebeuren dagelijks door Uw Hand; 

En wie U ook nadert,
ontsteekt U en wordt vlam,
maar met een belofte:
dat hij niet tot as zal worden … 

Gezegend is hij die U kon grijpen
en U kon omhelzen,
deugd en goddelijke Liefde zullen zijn dagelijks brood zijn; 

O Goede en Liefdevolle Vader,
die ieder van ons uitnodigt
om onafscheidelijk met de Heilige Drie-eenheid
te verblijven en goden te zijn door deelname,
het voor ons haalbaar makend om
de Goddelijke Gestalte van Uw Zoon, Jezus Christus, te bereiken; 

Liturgie van mijn ziel, Kathedraal van mijn hart,
Geparfumeerde Wierook van het Universum,
Meedogenloze Boogschutter, Goddelijke Ode,
Afgrond van transcendente Liefde,
Luisterrijke Kroon, Geestelijke Parfum van onze ziel,
Licht Driewerf Heilig, 

Ik ben niet meer in staat tot het uiten van enig verstaanbaar woord
… of lofprijzing … 

ach, Vassula, Ik bedoel voor je te zingen alle dagen van je leven; ontdek Mij binnen in je; ontdek Mijn Koninkrijk in het centrum van je hart; ontdek Mijn Grootsheid binnen in je; vertel Mij dus, vertel Mij wat is het grote wonder van jouw tijdperk? vertel Mij! vertel Mij! 

het grote Wonder van onze dagen
is dat U bent neergedaald uit de Hemel,
om deze of gene weg voor zondaars te openbaren; 

het grote Wonder,
is dat de Heilige, die begrip en redenering te boven gaat,
ons bezoekt en tot ons spreekt;
Hij is onder ons en met ons;
Hij spreekt op verschillende manieren; 

Hij geneest de zieken; Hij doet de doden opstaan;
Hij overstelpt ons met Zijn instructies;
Hij bezoekt de armen; Hij bevrijdt de gevangenen,
en Hij troost de gebroken harten; 

dit is het grote Wonder van onze tijden …

dat heb je goed gezegd;

O Oordeelsdag! wanneer Mijn Zoon boven aan de hemel zal schitteren!

zalig is hij die in Mijn Woord gelooft en dat deze Dag niet slechts een symbolische uiting is voor zijn oren! zalig is hij die niet scheldt op wat van de Geest komt en het niet bespot; wanneer Mijn Geest “Vuur” aankondigt dat spoedig over de zondaars gaat komen;

hoeveel meer wonderen moet Ik doen om jullie tevreden te stellen en van jullie te horen: “het spijt mij dat ik heb gezondigd;” laat Mij deze woorden horen: 

“mijn ziel dorst naar God
maar mijn tong leidde mij naar de zonde;
maar nu is mijn hart ontbrand
en smeult in mij
sinds U mij hebt bezocht; 

U die van alle mensen en engelen
de mooiste bent, perfectie van schoonheid
en verbazingwekkend in gratie,
gekleed in blanke saffieren,
laat Uw vlammen allen heiligen die U naderen;
was mijn schuld van mij af en laat Uw Heilig Gelaat over mij schijnen;
zuiver mij van zonden en open mijn oor
om Uw Oden, die U voor ons zong, te horen en te begrijpen;
amen;” 

hierop, zal Ik antwoorden: “Ik zal je nooit in de steek laten, Mijn kind; kom tot Mij en rust in Mij; heb je niet begrepen dat Ik Vuur ben? een Vuur dat alles wat Ik vastgrijp in vlam zet? ieder die Ik vastgrijp, wankelt in vlammen van goddelijke Liefde;

“heb Ik Mijn Vuur niet in de Schrift aangekondigd? heb Ik het niet verschillende malen aangekondigd in deze Ode?[9] hoewel je geest in zijn zondigheid van angst en ondraaglijke pijn zal ineenkrimpen wanneer zij Mij herkent, zal Ik tegelijkertijd Mijn zoete Geur afgeven en jouw ziel, in Mijn Tegenwoordigheid, hoewel doodsbang als ze zich naakt ziet en in verval door zonde en overtreding, door het niet volgen van Mijn Wet van Liefde, zal zich erover verheugen dat Ik, haar Schepper en haar God, haar bezoek;

“wanneer deze dag over je komt, de dag die Ik de Dag van de Heer noem, zullen de schellen die je ogen bedekken afvallen en zul je kijken naar je werkelijke ik; Mijn Vuur zal je tot niets terugbrengen in je wanhoop; maar laat  je adem niet stokken van angst, houd moed, want hoe zou jij jezelf anders aan Mijn zijde zien? alle overgebleven slechte neigingen zullen passief worden; deze zuivering is om je ziel te veranderen om niet hier en daar heen te gaan en doelloos te avonturieren, maar naar Mij te gaan die je enige goddelijke Bruidegom ben;”

Ik denk niet dat velen van jullie hebben begrepen wat de Dag van de Heer betekent; wanneer de stem van de vogel tot zwijgen is gebracht en de zangnoten stil zijn, weet dan dat Ik  in deze stilte al jullie verborgen daden, goed of slecht, ter verantwoording zal roepen; de Dag van de Heer kan worden vergeleken met een minitribunaal; een Zuivering door Mijn Vuur die je ziel zal leiden in Mijn Heerlijkheid en in volmaakte vereniging met Mij;

wanneer een ziel verschrikkelijk bezoedeld is door de zonde, weerzinwekkend voor Mij en Mijn Engelen, Heiligen en vrome zielen zal Mijn bezoek haar[10] aan kwellende pijnen onderwerpen en zal zij niet ontsnappen aan Mijn Dag; hoe moet Ik jullie ziel anders onbederfelijk maken en vrij van zonde? hoe moet Ik deze zielen anders tot berouw brengen? alleen als Ik hen naakt uitkleed met Mijn Vuur en zij zelf zien in welke staat zij verkeren, alleen dan zullen zij beseffen hoezeer zij het bezit van Satan waren; 

degenen in wie Mijn Goddelijk Vuur zal branden, hen zuiverend, door dit onstoffelijke Vuur, zal Ik verteren en wakker maken en hen tenslotte doen beseffen hoe zij veranderd worden; veranderd met pijn, maar ook met vreugde, door de Liefde van Mijn herscheppend Vuur;

op ieder die Mij al in lichaam en ziel bezit en die Ik bezit zal de Dag van de Heer niet komen en hij zal hem niet ervaren; waarom? omdat de Heilige Geest Zijn doorgang in hen al heeft doen voelen; de Dag van de Heer is al over hen gekomen; je kunt die Dag ook noemen de Dag van Mijn Bezoek; na die Dag, zullen berouw en gehoorzaamheid aan Mijn Wet van Liefde het thema zijn van hen die Ik zal vernieuwen door Mijn Vuur; Ik zal de zielen die nu als een rots zijn zacht maken en de harten verwarmen die als ijs zijn, en plotseling zal Mijn Tegenwoordigheid worden gevoeld[11] in hun verrijzenis; 


[1] De Heilige Schrift.

[2] Sirach 48:8.

[3] Jes. 54:5.

[4] Si. 3:26.

[5] Si. 2:18.

[6] De pijn niet in staat te zijn ten volle in de Gelukzalige Aanschouwing te zijn, en in de Hemel;

[7] God hield plotseling in en wendde Zich tot mij en sprak tot mij.

[8] Ik begreep  “geef mij je volledige aandacht,” niet dat ik Hem die niet gaf.

[9] Boodschap van 15 september 1991.

[10] “Haar” en “zij” vertegenwoordigt de ziel.

[11] Deze lange boodschap nam dagen in beslag.