30 juli 1999
[1]heb Mijn vrede en wees geduldig, kom en zeg:
“Vader, Albarmhartige,
ik ben traag in het begrijpen
van Uw Goddelijke Wil;”
zeg het;[2]
dit is wat Ik van je wil: wees kalm, Mijn bruid, en overbelast jezelf niet met werk; een roos is in je ontsprongen, fris en bloeiend, en terwijl je in stille meditatie bent, Ons beschouwt, je met Ons verenigt, geurt de geur van je roos voor Ons en zendt Ons een zeer delicate geur, terwijl Wij over je waken en Onze stralen in je zenden, haar fris en bloeiend houdend; als je ophoudt Ons te beschouwen zal de lieflijkheid van je roos wegkwijnen …
dus, vertelt je Goddelijke Bruidegom je: vervang je contemplatie over Mij niet door andere dingen die je uit Mijn omhelzing trekken; sta degenen die alles betwisten wat je zegt, Mijn beminde, niet toe je hun grillen te dicteren, want Ik heb je een van de edelste engelen uit Mijn engelenkoren gestuurd om je tot Mij te leiden; deze hemelse prins haalde je weg uit de wereld, om binnen te gaan, met Hem, in Mijn hemelse Hoven;
een menselijk hart is te klein om alles te begrijpen wat Ik voor jou heb gedaan, vooral in jouw zo slechte tijden waarin zoveel geleerde mensen de wijzen uithangen;
Ik heb, zoals Ik je heb verteld, naar jou gestuurd, om je te vergezellen op je zending, een prins van de hemel gevolgd door andere engelenkrachten, zoals Ik gewoonlijk doe voor Mijn uitverkorenen; toen je Mijn hemelse Hoven was binnengegaan, heb Ik je het hof gemaakt met poëzie en religie, om je te veranderen in Mijn harp; Ik heb je laten ervaren wat Mijn Blik je aan vreugden kan geven, door Hem als een gouden schijnsel in je ogen te zenden en ze te vullen met Mijn Licht;
in Mijn super – overvloedige ijver om je met Wijsheid te onderrichten, heb Ik je zwakheid genegeerd; evenals elke leerling zijn school begint met het leren van het alfabet, heb Ik jou Mijn alfabet geleerd, om je hele verstand aan Mijn Woord te geven;
Ik heb je ogen toegestaan Mijn glorierijke Majesteit te zien; Ik heb je iets toevertrouwd dat alle kennis te boven gaat;
wees waakzaam, want de vijand zou graag willen dat jij je toegewijdheid aan Mij zou verliezen, en hij zou je onder controle willen houden door je met werk te overladen, en jij zou, zoals een vat dat overladen is, zinken; jij die Mijn vat bent, dat Mijn Goddelijke Schat draagt, overlaad jezelf niet, opdat je niet zinkt; Ik wil je gelukkig zien en meer in contemplatie over Mij; je getuigenis is niet voorbij; Ik zal je nogmaals laten neerdalen in Mijn Goddelijke Bronnen, om je ziel rust[3] te geven;
ach, hoe zou Ik het moment kunnen vergeten waarop Ik je benaderde … met de grootste zorg om je niet te verschrikken trad Ik aan je zijde; en met de grootste fijngevoeligheid onthulde Ik je Mijn Liefde voor jou die tot dan werkelijk onbekend voor je was; je had nooit eerder geweten van Mijn Oneindige Barmhartigheid, noch van de Afgronden van Mijn Liefde;
verheug je dan, dochter, en laad je zorgen op Mij, en laat dit ook als een les zijn voor anderen die meer dragen dan ze kunnen; Ik wil niet dat jij jezelf vermoeit, om meer productief en meer van nut te zijn voor Mijn Werk; Ik zei dat je Mijn Werk niet zou moeten uitstellen en dat je alleen Mijn Stap zou moeten volgen;
al deze Boodschappen komen van boven en zijn door Mij geïnspireerd; zij kunnen nuttig worden gebruikt voor onderrichting en om dwalingen te weerleggen; zij kunnen worden gebruikt om de Kerk tot eenheid te leiden en om het leven van de mensen te leiden en hen te leren heilig te zijn; ze zijn je gegeven voor een betere verklaring[4] omtrent de Openbaring[5] die je gegeven is; zij zijn een onuitputtelijke bron van verbazingwekkende genade voor jullie allen om jullie te vernieuwen;
Ik ben de Gever van Leven, de Vernieuwer van alle dingen; Ik ben de Bron van Hemels Manna; ja, inderdaad! Ik heb je benaderd zoals je was, om een verbazingwekkende en wonderbaarlijke eenheid met je te vormen; je was onwaardig en ver van Mijn eis tot “gelijkheid van liefde”, maar verrukkelijk in je nietigheid en je openheid voor Mijn Stem;
laat Mij met je delen; vanaf de dag waarop je aan jezelf bent gestorven, als een teken van Mijn intieme vriendschap, heb Ik je gehuwd, zodat Ik je dicht bij Mij heb om gezonde raadgevingen in je oor te fluisteren; opdat jij, op jouw beurt, anderen raad geeft; Ik heb je overladen met Mijn tederheid en Mijn vaderlijke genegenheid; met een vloed van Goddelijke Zoetheid heb Ik je gevraagd met en voor Mij te reizen, van Noord naar Zuid en van Oost naar West; en zoals Ik je al eerder heb gezegd, heb Ik je tot je bescherming een menigte engelen en aartsengelen gegeven, prinsen van de hoogste rangen, om je te vergezellen bij je zending en hun orders gegeven om in die streken te blijven waar Mijn zaden gezaaid zijn en om te beschermen wat gezaaid is;
Ik heb je niet voor niets in Mijn Koninklijke Hoven verheven, je koninklijke gaven geschonken; nu trek Ik profijt uit jouw werken en verkrijg Ik de heerlijke vruchten uit jouw werken; het geven van genaden aan Mijn uitverkorenen gebeurt om verschillende redenen: zij zijn bedoeld voor het welzijn van Mijn mensen, voor het welzijn van Mijn Kerk, maar tegelijkertijd voor de eeuwige vreugde die deze uitverkorenen in de hemel van Mij zullen verkrijgen;
wat betreft degenen die elk van Mijn Woorden betwisten en weigeren hun hart te openen en weigeren het grote profijt te zien dat Mijn Kerk verkreeg, door te weigeren Mijn Zegen en Mijn Genegenheid te zien, die zullen onwaardig worden geoordeeld, aangezien zij Mijn Macht en Mijn Barmhartigheid hebben onderschat en nog steeds onderschatten;
Ik had je, Vassula, gewaarschuwd het nooit moe te worden het goede te doen en te leren geduldig te zijn, want je zult op het einde en op het juiste moment oogsten wat je had gezaaid:
– laat je werk verdienstelijk zijn en laat niets tevergeefs gebeuren;
– laat Mijn troost je moed en licht in je ziel geven;
– laat Mijn vaderlijke genegenheid je voortdurende vreugde zijn en een intieme bries in je ziel;
– laat Mijn Goddelijke liefkozingen je genezende balsem zijn als je ziel gewond of vermoeid is, laten ze je sterken en elke soort van bitterheid in je uitwissen die in je zou kunnen opkomen;
– laat elke geestelijke oefening die je doet vermeerderen in Mij, opdat je grenzeloze genaden van Mij verkrijgt;
– laat Mij altijd je enige liefde zijn, boven alle andere;
– laat je mond de Olie[6] bevatten die je gegeven is zodat je Mijn Grootheid liefdevol verkondigt;
– moge je op zekere dag voor Mij verschijnen, volmaakt en achtenswaardig in Mijn Hoven …
beminde, Mijn Naam, Jahweh, door jou uitgesproken, verheugt Mij zódanig dat het Mij naar jou doet buigen met grote genegenheid, en Mijn vreugde kan niet worden bevat; het hele Hof van de Hemel, aangetrokken door Mijn Vreugde, prijst van harte en eenstemmig, Mijn dronken Liefde die Ik heb voor jou en voor Mijn vaderlijke genegenheid; zij prijzen Mij om Mijn Oneindige Barmhartigheid die Ik heb voor Mijn schepping; en laat Mij nu driemaal “Kyrie eleisson” van je horen …
Kyrie eleisson,
Kyrie eleisson,
Kyrie eleisson
…
Mijn Barmhartigheid geef Ik je en ook Mijn Zegen; onthoud, sta jezelf niet toe overwerkt te zijn; Ik, God, zal doorgaan je te bewaren in Mijn Macht en in Mijn Genade;
Jahweh is Mijn Naam;
[1] Jahweh, de Vader spreekt.
[2] Ik zei het.
[3] Ik geloof ook dat God mij in afzondering wil met Hem, daar Zijn woorden nogal persoonlijk zijn.
[4] Ik hoorde tegelijkertijd begrip.
[5] De Heilige Schrift.
[6] Olie betekent hier Naam, de Naam van God.