9 maart 1999
De Geest van God openbaarde mij hoe men een kind van God wordt;
aldus bevrijd kunnen we nu dezelfde vrijheid en glorie genieten
als de rest van de andere kinderen van God.
De Geest van Liefde heeft voor mijn ogen
de Heerlijkheid van de Drie-Ene God ontvouwd
met al Hun Luister en Schatten.
En nu kan ik zeggen met kalmte in mijn ziel:
“De Geest heeft mijn ziel gevangen
en haar veranderd in Zijn bezit,
en tegelijkertijd heeft Hij mij mijn ware vrijheid gegeven.
In Zijn Genade heeft Hij mij een Koninklijk feest aangeboden,
heeft Hij Zichzelf aan mij aangeboden.
Dan, als een Rivier, stroomde Hij in mij,
mij onophoudelijk vernieuwend,
en vernieuwt mijn vereniging met de Drie-ene God;
Gever van alle gaven,
U hebt mij Uw milde Vlam gegeven
en communiceert met mij in Persoon,
U brengt mij tot de Vader en tot de Zoon
en ook verenigt U mijn ziel met Hen;
Goddelijke Vlam van mijn hart,
U die Uw woonplaats omvormde naar Uw smaak,
om Uzelf en mij tevreden te stellen,
ik schreeuw nu van vreugde!
Ik kan nu een Stem horen
en ik kan niet langer zeggen:
“Ik herken niet;”
ik voel een Adem over mijn gezicht glijden
en ik kan niet ontkennen dat er Iemand voor mij staat,
glimlachend, stralend,
hoe kan ik zeggen: Ik ben niet in de tegenwoordigheid van de Goddelijke?”
Nu heb ik mijn mond geopend
maar mijn tong vormde deze woorden door de Geest en als mijn hart
woorden van wijsheid zal uiten, zal het weer zijn door de Geest van Genade.
Mijn Vassula,[1] Ik wil gelijkheid van liefde …
bemin Mij en verlang van Mij alle goddelijke inspiraties die toebehoren aan de zonen en dochters van de Allerhoogste; Ik heb Onze woonplaats[2] in orde gebracht, Ik heb alles rechtgezet, want Ik ben een God van orde; Ik heb je altijd bezocht zoals Ik de Apostelen heb bezocht om Ons heiligdom[3] te herstellen tot Ons welbehagen, en dan heb Ik Mijn troon in jou geplaatst; Ik heb Mijn gaven en Mijn schatten aan jou geopenbaard, en Ik heb je gesierd met Mijn loutere Aanwezigheid, het behaagde Mij je te bezitten en Mijn Wijsheid in je uit te storten zodat je ziel straalt in luister; Ik heb je ondergedompeld in Onze glasheldere bronnen, om je te doen herleven;
– En ik kan nu zeggen:
“Ik heb rust gevonden en ik verheug mij in Uw Rijkdom;”
zelfs wanneer ik vertrek van deze aarde
zal ik deze Schatten achterlaten voor
toekomstige generaties die gaan komen.
het is een kleinigheid voor Mij om je met Mijn Rijkdom te bedekken; heb je niet gehoord dat God nooit ophoudt Zichzelf aan jullie allen te geven?
zoals Ik Mijzelf voortdurend gelijkelijk geef aan iedereen, zo zal het zijn met jou als Ik je zal voorbereiden om je Bruidegom te ontmoeten; je zult jezelf geven aan de Minnaar van de mensheid en één van geest worden met de Goddelijke; als een ware zoon en dochter van God, zul je in deze verheven staat van genade een volmaakt beeld worden van de Drie-ene God, en al je ondernemingen zullen worden volbracht zonder enige fout, aangezien ze goddelijk zullen zijn en in overeenstemming met Onze Geest en Onze Wil;
Mijn Vassula, zelfs je bewegingen zullen worden veranderd in de Onze; elk gebaar, elke stap die je zult zetten in je leven zal gedaan worden in Onze Liefde en ze zullen zich door genade blijven uitbreiden; als een dochter, een ware dochter van de Allerhoogste, zal je geest worden ondergedompeld in Onze Godheid;
Ik ben het, lieve dochter, die je tot deze kinderlijke liefde heeft gebracht en in deze Goddelijke verbintenis, door je hart te doen uitzetten om meer van Ons te ontvangen zodat Wij meer van jou ontvangen, Onszelf meer aan jou te geven zodat jij jezelf meer aan Ons geeft; in deze cyclus zul je Ons alles geven wat Ons al toebehoort; dit is Mijn triomf in jou, de triomf je te hebben gebracht, nadat je Mij je vrije wil had gegeven, in een volmaakte vereniging van Goddelijke Liefde met Ons;
zie je hoe goed het is je over te geven? hoe zou Ik Mijn werken anders volbracht kunnen hebben?
Soeverein Meester ben Ik nu in jouw ziel, maar zoals Ik je al eerder heb gezegd, Ik ben niet alleen een Soeverein Meester, maar ook je Vriend en Beminde; Ik heb je tot bloei gebracht om een kind van God te worden die, als Onze afstammelinge, zoals elke afstammeling, ook het recht zou hebben deel te hebben en zijn mening te geven; zelfs om te regeren met Zijn Vader;
in de kalmte van Mijn Adem in jou, zul je de dingen zien door Ons Licht en op de manier waarop Wij ze zien; dus vertel Ik aan iedereen:
wees rijk in armoede, en Ik zal een welwillend oog op je werpen; laat Mij ook jou roepen, zoon of dochter van de Allerhoogste, en je zult met Ons regeren; sta Mij toe je op je voeten te zetten om je in staat te stellen in Mij te bewegen; sta Mij toe Mijn Troon in je te vestigen zodat ook jij tot anderen kunt zeggen: “ik heb rust gevonden …” heb je geen verlangen je Vader te zien? verlang je er niet vurig naar God te ontmoeten? als je dat doet, dan moet je uit Mij geboren worden, ja, je moet herboren worden uit Mij om je Vader te zien; geen kind heeft ooit zijn vader gezien voordat het werd geboren;
gelukkig de mens die mediteert over de Vrijheid die Ik kan geven; deze Vrijheid zal je dragen zoals een Bruidegom Zijn Bruid draagt naar het vervolmaken van je vereniging met Ons; de omvorming van liefde die in je ziel is gegrift zal zodanig zijn dat voortaan niets in staat zal zijn je van Ons te scheiden;
Onze Heer vult ons
met Kennis en Begrip
en openbaart ons goed en kwaad;
wat kan men nog meer verlangen?
De Allerhoogste heeft Zijn School in onze harten gevestigd,
als een licht schijnt Zij naar binnen en naar buiten;
Hij buigt Zich neer van Zijn Troon
om ons de luister van Zijn werken te tonen;
en zoals Hij Kennis voor ons plaatste,
plaatst Hij Zijn troon in ons,
en tooit onze ziel majesteitelijk met Zijn Aanwezigheid;
Heilig is Zijn Naam;
wat is de mens om God te beoordelen?
en toch velen doen dat;
hoe kan het voor enig mens mogelijk zijn
Zijn Grootheid en Zijn Wonderen te peilen?
en toch denken sommigen dat ze het kunnen;
al te gretig in het tonen dat ze weten
laat zien dat zij oppervlakkig zijn van geest;
daarom verbergt de Heilige Geest
Zijn Schatten voor hen,
en bewaart Hij ze voor de nederigen;
ja, Heer, U hebt het door de eeuwen heen op elke wijze
bekendgemaakt, dat U de nederigen verheft
en de trotsen van hart neerhaalt;
U hebt de armen van geest nooit geminacht,
maar hen altijd en overal bijgestaan.
[1] De Heilige Geest spreekt.
[2] Mijn ziel.
[3] Mijn ziel.