22 januari 1998
(India.)
Mijn bloem, laat deze aarde jubelen, moge deze hele natie, waarheen Ik je heb gezonden, zich verbazen over Mijn daden en vervuld worden van Mijn goedgunstigheid; Mijn zegen rust op deze mensen …
in tegenwoordigheid van Mijn engelen en heiligen zeg Ik hun nu: Ik, Jezus Christus, Zoon van God en Verlosser, ben jullie hulp en jullie schild, keer terug tot Mij en onderhoud al Mijn Geboden; leer oprecht te zijn en jezelf te versterven, Mijn terugkeer is ophanden; zeg niet, “ik heb geen toevlucht;” Ik ben jullie toevlucht en Mijn Hart is jullie rustplaats;
omdat je in Mijn Ogen zo kostbaar bent, India, heb Ik ook aan jou Mijn zaden[1] gezonden, opdat je ze in je bodem zaait en de oogst rijk en overvloedig zal zijn als je je hart richt op het bewerken van de bodem; en je aarde zal beantwoorden aan de graankorrel; dan zal iedereen van Mijn Liefde weten en Mijn Oproep beantwoorden; deins niet terug, maar kom tot Mij met gebeden, Ik heb vurige gebeden uit je hart nodig voor de bekering van de wereld; op deze wijze zal Ik tevreden over jullie zijn;
vandaag hebben jullie Mijn Stem[2] gehoord en Ik zeg jullie: aarzel niet; verhard ook jullie harten niet, want dit is Mijn Genade die jullie nu gegeven wordt;
wees één in Mijn Naam;
(Later, om 3.45 uur in de morgen, riep Jezus mij.)
zeg hun: wat Ik nodig heb is liefde, verzoening en een geest van vergeving; ja, Ik wil dat zij hun liefde voor Mij bewijzen;
ic; Ik ben met je …
[1] Jezus bedoelt de boodschappen van Waar Leven in God.
[2] Door de boodschappen van Waar Leven in God.