7 januari 1997 

Heer? 

Ik Ben;

Ik heb je deze genade gegeven om Mij te roepen en in Mijn gezelschap te zijn; dus geef Ik je nu Mijn Vrede; deze momenten verrukken Mij; wees verstandig en steun op Mij;

– vertel Mij, kleintje, ben je blij met Mij te zijn zoals nu? 

Hoe kan ik dat niet zijn?
Jahweh is aan mijn zijde
en Hij is goed voor mij.
U bent aan mijn zijde, dus vrees ik niets. 

De Heilige Geest is aan mijn zijde
als een schitterende zon
en is mijn gids en veiligheid. 

Ik verheerlijk U, mijn God,
ik dank U voor alle goeds
dat U voor mij doet. 

gelukkig ben jij die deze gave van de Vader hebt ontvangen, ze heeft jou en heel je huisgezin bevrijd; ze heeft veel mensen bevrijd … sta Mij nu toe in jou te rusten, en jij, kom, Mijn beminde, en rust in Mij; laat niets je schade berokkenen, laat niets je vrede en je vreugde wegnemen; als Ik zeg “jou”, is dat omdat Ik jou Mijn Vrede heb aangeboden als een geschenk en ook Mijn Vreugde; bewaar ze, koester ze en bescherm ze;

kom, Ik en jij zullen doorgaan Mijn Huis te herstellen; wees verstandig; Ik zal je beschermen; wij, ons? Ik ben nooit van je weg; God-is-met-je, en Ik zegen je;