28 april 2000
(Orthodoxe kalender: Goede Vrijdag)
Mijn Heer, mijn Verrijzenis, mijn Gelukzaligheid,
in Uw Heilige Tegenwoordigheid ontbreekt het mij aan niets;
Heer, U opent Uw Mond om tot mij te spreken
en vanuit Uw Mond overstroomt mij Licht;
mijn Liturgie, mijn Litanie,
zie, het Licht van Wijsheid staat voor mij;
vandaag is weer de dag
waarop onschuldig Bloed werd vergoten voor mij,
en terwijl Satan zijn gif uitspuwt op Uw Heilige Naam,
kom ik tot U, om U te troosten en U te aanbidden;
ach, Lam van God, U hebt Uw beulen
niet omver geworpen, noch hen bevolen de gesel neer te leggen,
U hebt Uw Mond niet geopend om te smeken:
“Ik ben uitgeput door de slagen die jullie Mij toebrengen;”
maar U bleef stil tegenover Uw beulen; want Uw Hart gloeide van Passie;
U bleef stil, U bleef stil, om het verdriet van Uw Engelen,
niet te verzwaren die reeds zo verdrietig waren.
Mijn vrienden en Mijn metgezellen kropen weg voor Mijn Wonden en zelfs de dierbaarsten hielden afstand … zij hadden Mij verlaten … ze waren er zelfs niet om Mij op Mijn weg te ondersteunen en Mij voor vallen te behoeden terwijl Ik Mijn Kruis droeg; Mijn Hart bonsde en Mijn kracht verliet Mij; het licht van Mijn Ogen nam af, terwijl gewelddadige mannen Mij aanvielen, bombastisch in hun taal met het zwaard op hun lippen, Mijn Hart draaide in Mij om; Ik zou de Engelen hebben kunnen vragen Mij vleugels te geven als van een duif, om weg te vliegen en rust te vinden, en een toevlucht te vinden voor de storm van mishandelingen, maar Ik had gehoorzaamd toen Mijn Vader Mij riep;
Uw Vader hoorde Uw smeken,
en kocht U vrij en gaf U Zijn Vrede,
weg van de bittere strijd tegen U;
liegende getuigen hadden hun positie ingenomen,
toch hebt U geweend toen zij ziek en stervend waren;
als iemand die rouwt om zijn moeder,
weende U om hen;
om schande en oneer bekommerde U Zich niet in het aangezicht van het Kruis;
maar onder de ogen van Uw beulen
riep U nogmaals tot de Vader:
“Eli, Eli, lama sabachtani?”
Maar de aandacht van de Vader was op ons gericht,
en zag heel het menselijk geslacht, en had medelijden met ons …
En Uw Vader weigerde nogmaals wat Uw Lippen Hem smeekten,
zoals Hij Uw smeekbede in Gethsemane had geweigerd;
Jahweh had Zich neergebogen uit de hoogten van Zijn Heiligdom en op de aarde neerkijkend hoorde Hij het gezucht van de gevangene, en om hen te bevrijden die gedoemd waren te sterven,
offerde Hij Zijn Eniggeboren Zoon …
ja, inderdaad, Mijn Vader heeft Mij aan jullie allen gegeven als een gave voor jullie verlossing, en ook met Mijn gehele Wil;
en toch, Heilige,
U die één bent in de Vader
en de Vader die één is in U,
U gaf er de voorkeur aan omwille van mij te worden gekruisigd,
het voorwerp van minachting te worden voor de mensen
rondom U en het mikpunt van spot voor Uw volk;
I AKRA TAPINOSI.[1]
“laat Jahweh Hem redden” zeiden zij; “als Jahweh Zijn Vriend is, laat Hij Hem dan redden!” maar Ik hoorde niets, alsof Ik doof was, alsof stom, zei Ik geen woord; Ik was als degene die, niets horend, geen scherp antwoord hoeft te geven; Mijn kracht vloeide uit Mij weg, het licht was uit mijn Ogen verdwenen;
ach, Heer, als wij struikelen
is Uw machtige Hand daar om ons te redden,
maar U, op weg naar de Kruisiging, toen U struikelde,
kwam het volk vrolijk toegelopen, en verzamelde zich rondom U;
vreemdelingen die U zelfs nooit hebben gekend,
rukten U onophoudelijk uit elkaar;
toen U voor de eerste keer viel,
stonden zij knarsetandend om U heen,
denkend dat U Uw Geest al had gegeven
en de Kruisiging niet zou halen.
de aarde beefde en schokte, de fundamenten van de bergen schudden;
“Ik zal Mijn Verbond niet breken;
Ik zal Mijn gegeven Woord niet herroepen;
Ik heb bij Mijn Heiligheid gezworen,
eens voor altijd …
Mijn dynastie zal eeuwig duren;”
Toen gaf de Gezalfde Zijn Geest …
Er is een Rivier[2] waarvan de stromen de verblijfplaats[3] van de Allerhoogste heiligen.
en als God in de stad[4] is, kan zij niet vallen; vandaag, in dit uur van crisis, toen de duivel heel zijn slechte domein bijeenbracht tegen jou en al zijn minachting uitstortte over de edelgeborenen, roep Ik op Mijn beurt Mijn uitverkorenen, daar het Mijn bedoeling was Mijn Kerk onophoudelijk uit te breiden en haar vooruit te laten gaan, om veel van Mijn kinderen daarin tot heerlijkheid te brengen, leek het Mij juist door lijden heen te gaan om het voorbeeld bij uitstek te worden voor hen die Mij in de toekomst volgen en het gebeente van Mijn Gebeente zullen worden, het vlees van Mijn Vlees, en doorgaan uit te boeten voor hun broeders en zusters;
Ik ben nooit opgehouden profeten te benoemen en hen op de weg van de Waarheid te plaatsen ten behoeve van Mijn Reddend Plan; Ik breng hen ertoe hun edele beloften te vervullen die van hun lippen kwamen als antwoord op onze Goddelijke bekoorlijke ontmoeting; toen zij erin toestemden, in hun grote liefde voor Mij, en in hun nobele overtuiging te zijn opgenomen in Mijn Reddend Plan, stapte Ik naar voren en met Mijn Koninklijke Scepter, heb Ik hen gebrandmerkt met dezelfde merktekenen waarmee Ikzelf was gebrandmerkt, om op Mij te lijken en hen te veranderen in Mijn gelijkenis;
al degenen die Mij werkelijk aanvaardden schamen zich niet voor Mij; en zij schamen zich ook niet voor deze hemelse merktekenen die aantonen dat zij niet tot de wereld behoren; vandaag zul je ze herkennen aan hun vurige ijver voor Mijn Huis, Mijn Huis dat hen kleedt, een ijver die hen verteert; je zult ze herkennen als je ziet hoe zij omwille van Mij beledigingen, laster, bespuwing en vervolging verdragen; ja, omwille van Mij zullen zij toelaten door het slijk te worden gehaald en voortdurend bedreigd te worden; zij zullen hun gezicht niet verbergen voor moeilijkheden, maar zij zullen alle beproevingen in vrede verduren en hun hart zal niet gebroken worden, maar geheiligd; evenmin zullen zij hun gelofte van trouw en van het deelnemen aan Mijn Kruis breken;
als je dus hun wonden bemerkt en aan hen vraagt: “wie heeft je deze wonden toegebracht?” zullen zij je allen vertellen:
“Ik heb mijn rug aangeboden om voor jullie uit te boeten; deze wonden die je ziet heb ik door wreedheid ontvangen in het huis van de vrienden van mijn Meester … het is omdat ik hun de waarheid heb gezegd dat zij mij tot een vijand maakten en zij mij als zodanig hebben behandeld; zij willen ontsnappen aan vervolging vanwege het Kruis van onze Verlosser door de Wet van Liefde niet te onderhouden; maar het geeft niet, en ik schenk geen aandacht aan mijn wonden want wat belangrijk voor mij is, is te weten wat het Kruis betreft, het Instrument van onze verlossing; het Kruis van onze Verlosser, door wie de wereld nu voor mij is gekruisigd en ik voor de wereld;[5] gehoorzaamheid aan God gaat voor gehoorzaamheid aan de mens, zegt de Schrift[6] en dus heb ik gehoorzaamd en de hemelse instructies, die mij gegeven zijn, gevolgd;”
“wat heb je gezegd toen zij als veroveraars bij je binnenvielen, dezelfden die je hebben verwond en die zeggen vrienden te zijn van je Meester?”
“ik heb mijzelf nooit afgevraagd waarom mij dit is overkomen, want ik heb een eed gezworen aan onze God en Verlosser, en het getekend met mijn eigen bloed om de slaaf te worden van onze Verlosser;”
“en wat zegt je Goddelijke Meester van dit alles?”
“Hij die alle wezens omvat zonder door hun grenzen te worden omsloten, rouwt om Zijn Huisgenoten; veel van Zijn herders hebben Zijn Huis tot een woestenij gemaakt; in hun rebellie hebben zij Zijn Voorschriften vertrapt en Zijn glorierijke weiden veranderd in een woestenij; ook hun hele wijngaard is verwoest; en de kudde die slechts kaal land vond en niets om op te grazen, verdorven, zij stierven[7] en ook zij zijn samen met hen gestorven … deze dingen gebeuren en geen van hen schijnt het ter harte te nemen; zij zijn overweldigd door hun menselijke voorschriften en hebben Hem in de steek gelaten;”
“hoe weet je zoveel dingen en hoe zie je ze?”
“het is alleen door het Licht van het Kruis dat men die dingen kan waarnemen die voor het oog onzichtbaar zijn; het is door het Oog van ons Verlossend Instrument en van onze Redding dat men al zijn verbanden ziet; maar als de tijd komt om deze dingen te begrijpen, alleen door een verenigde goddelijke eenheid met Christus, door één met Hem te zijn, kan men uit Zijn Eigen Mond deze dingen begrijpen, en als men aanvaardt te worden gemerkt als “slaaf van Christus”; ja, door het aanvaarden van goddelijke slavernij; het hart is dan niet alleen geënt op het Goddelijk Hart van Jezus, maar het is ook geënt op Zijn Kruis met alles wat het te dragen zou kunnen aanbieden; dat zouden smarten kunnen zijn, maar ook vreugden; ik ben ervan overtuigd dat ik aan Christus en aan het Heilig Kruis toebehoor, want Hij heeft het zo gezegd … onze Goddelijke Meester maar ook onze Bruidegom, plant ons in Zijn Hart en als wij wortel schieten en gedijen in Zijn Hart, dragen wij rijkelijk en goede vrucht; wij zijn erfgenamen geworden van Zijn Koninkrijk en goden door deelname, Zijn aangenomen kinderen;
“God berooft mij niet van Kennis, maar spreekt tot mij in duidelijke woorden, van Aangezicht tot aangezicht, en Zijn Stem is muziek voor mijn oren, met majesteitelijke macht deelt Hij mij Zijn Gedachten mee en Hij verlicht mijn intellect om de verborgen betekenis te begrijpen van de spreuken, en in Zijn glimlachen en vreugde ontsluit Hij mysterieuze gezegden van de Schrift die verborgen waren voor onze ogen;
“ja, er is een juiste tijd voor alles wat Hij doet; mijn Heer en mijn God heeft mij verzegeld met goddelijke kussen, Hij heeft mijn ziel verzegeld met de afdruk van Zijn Drie-ene Heiligheid, om mij nog meer in de volheid van Hun Godheid te trekken;”
ach, Vassula, zie je hoe Mijn Vader je geïnstrueerd heeft? verheug je dan en wees blij!
U verliet Uw Koninklijke Troon en Uw Heerlijkheid
om tot ons te komen, Heer,
de staat van een slaaf aannemend om ons te dienen;
er is nooit een koning geweest die zijn onderdanen heeft gediend,
maar U, Eeuwige Koning, Koning der koningen,
kwam en diende Uw onderdanen …
U was zichtbaar in het vlees,
bekrachtigd door de Geest, gezien door de engelen,
verkondigd aan de heidenen, geloofd door de wereld,
opgenomen in heerlijkheid …[8]
U kwam om Uw schepping te sieren
met een buitengewone Liefde die een menigte aanstoot gaf,
toen U het Kruis aanvaardde,
en zovele monden open liet als gapende graven;
bedwelmd door Uw Liefde voor ons,
accepteerde U te sterven
en Uw bloembedden[9] te bevloeien met Uw Bloed,
om de Hemel te openen en ons te bevrijden van de slavernij van de zonde;
Vreugde-van-de-Vader,
Stromen van trouwe Liefde vloeiden uit Uw Hart
en in de dwaasheid van Uw Liefde, Minnaar van de mensheid,
aanvaardde U het schandaal van het Kruis, en al zijn lijden;
O Lente van het universum, die het universum parfumeert,
allerbeminnelijkste Bruidegom,
U bezoekt opnieuw de aarde,
en parfumeert natie na natie,
maar hoelang zullen zij die nog ronddolen op deze aarde
Uw Parfum niet waarnemen?
Ik ben de Deur waardoor de deugdzamen binnengaan; niet voordat zij berouw hebben en eerherstel brengen zullen hun neusgaten opengaan om Mijn zoete geur in te ademen en te herleven; wat jou betreft, Ik wil je als een lelie, die zuiverheid destilleert, die mirre destilleert op Mijn Kerk om het Huis dat Ik heb gekocht met Mijn Eigen Bloed te doorgeuren door Mijn Offer op Mijn Kruis; blijf bij Mij om je parfum overal te verspreiden; draag Mijn Kruis met tederheid en blijf er altijd verliefd op;
heb Mijn Vrede; ic;
[1] Grieks: “de uiterste nederigheid”.
[2] Rivier: heilige Geest.
[3] Verblijfplaats: God leeft in ons.
[4] Stad: wij zijn Gods stad.
[5] Gal. 6:14.
[6] Handelingen 5:29.
[7] Geestelijk.
[8] 1Tim. 3:16.
[9] Zielen.