25 april 1999
Het is bekend dat U, mijn God,
altijd partij kiest voor de deugdzamen:
dus alstublieft, geef licht in mijn ogen,
laat mijn hart zich verheugen in U,
Minnaar van de mensheid;
Heer, U, in al Uw Soevereiniteit,
hebt de hemelen helemaal naar mijn kamer gebracht
en U kwam naar beneden;
U hebt Uw Troon verlaten.
God is nu in Zijn stad en zij zal niet vallen zolang Hij in haar leeft …[1]
Mijn hart en ziel zijn gevoed door de Koning;
(Ik antwoordde de engelen.)
ja![2] de Koning heeft je begunstigd, bewogen door je ellende, Hij stond Zijn Koninklijke Scepter af om Zijn hymne tot je te richten en je te zegenen; kom! mediteer over Gods wonderen …
Ach … mijn hart is als vloeistof geworden in Zijn Aanwezigheid;
hoe kan ik Gods Tederheid vergeten?
Hoe kan ik Zijn wonderlijke vriendelijkheid vergeten?
Ik[3] ben aan je zijde; Mijn blik rust op Mijn gekozene; Ik heb je gezegend want jij bent één van degenen die aan Mijn Hart zijn ontsproten, nog druipend van mirre; Ik heb deze woorden op je hele wezen gegrift: “je Heer God verlangt gelijke Liefde van jou;”
ja, Ik alleen kan je kleden in Mijn luister en je het onmisbare Licht geven; Ik alleen, in Mijn Godheid, kan op je ziel Mijn Beeld van Heiligheid drukken; Ik ben het, je God, die je kan vervolmaken en je kan verheffen om met Mij te reizen in Mijn gezelschap; kom tot Mij en kijk langer naar Mijn Heilig Gelaat zodat je ten volle kunt begrijpen dat je samen met Mij erfgename bent, met Mij verenigd en in Mij … ontvang, dochter-van-de-Koning,[4] meer van Mij door Mij toe te staan meer van jou te ontvangen;
het is Mijn verlangen meer van Mijzelf aan jou te geven, zodat jij meer van jezelf aan Mij kunt geven; Ik zal op deze manier alles verkrijgen wat Mij al toebehoort; door Mijn Goddelijke Liefde die in jou zal worden uitgestort, zul jij worden vergoddelijkt, je ziel omgevormd, zodat Mijn Vader je op de Oordeelsdag met Mij identificeert;
in jouw zo ellendige tijden, generatie, waarin de zonde je meester is geworden en als vergif in je is uitgestort, stort Ik, de Meester van Liefde en Barmhartigheid, in overvloed over je uit, het tegengif dat is de Heilige Geest, om je te genezen; Ik stort in overvloed over je uit Mijn Barmhartigheid, met gezalfde Boodschappen uit de Schatten van Mijn Hart; Ik ben de Goddelijke Bron van Genaden;
wie reist in de duisternis zal zijn reis beëindigen in de duisternis; wie verkiest te reizen in het licht zal zijn reis beëindigen in het licht; Ik ben het Licht van de wereld; ieder die het Licht volgt zal niet wandelen in duisternis, maar zal het licht van het leven uitstralen; Ik ben het Leven …
generatie, waarom, waarom kwel jij je ziel in de obscure terreinen van Satan, door je wil te onderwerpen aan zijn slechte bedoelingen? Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven en het is door Mij dat je de Hemel kunt binnengaan; als je zegt dat je zwak bent, kom tot Mij en put kracht uit Mij zodat je op een dag ook in staat zult zijn te zingen:
“mijn Drie-ene God heeft in mijn hart geschenen; de Levende God heeft mij, de onwaardige, een geestelijke verrijzenis geschonken, en zoals Mozes was omhuld door een wolk, ben ik omhuld door mystieke onderrichtingen afkomstig van de Heilige Wijsheid; en zoals de zon de schepping overspoelt met haar licht, heeft mijn Heer en mijn God mijn ziel overspoeld met Zijn Onderrichtingen en heeft Hij stortvloeden van Goddelijke Liefde in mij uitgestort; Hij heeft mij weer instructies en kennis gegeven door de Heilige Wijsheid, om Zijn Glorie te begrijpen en om te bevatten dat Hij de Goddelijke Bruidegom is van Zijn gehele schepping; Zijn uitbundige Liefde droeg mijn ziel in de bruidskamer van Zijn Hart waar een goddelijke verbintenis werd volbracht; toen stond mijn Beminde op, in vuur en vlam door majesteitelijke Liefde om mij Zijn Schatten te laten zien; en in deze bruidskamer, waar mijn Beminde al Zijn Schatten bewaart, ontdekte ik:
– de schat van het kennen en begrijpen van God;
– de schat van intimiteit;
– de schat van vreugde en troost;
– de schat van het pad van de deugden;
– de schat van de Heilige Geest;
– de schat van de Heilige Wijsheid, een onuitputtelijke schat voor de mens;
– de schat van de zoete conversatie met het Goddelijke;
ja, inderdaad, de Minnaar van de mensheid heeft mij verrijkt met Zijn Liefde en mijn hart gevuld met Zijn onuitputtelijke schatten;”
Liefde dwingt Mij Mijn Koninklijke Scepter over te geven, medelijden te hebben met de troosteloosheid van deze generatie; Liefde dwingt Mij om grenzeloze Barmhartig in te zetten tegenover je dorheid, generatie, die Mij ertoe leidt helemaal naar jou over te buigen en je te bedekken met Mijn kostbaar Bloed om je onvolmaaktheid te verbergen;
nu, Mijn Vassula, zal Ik je laten spreken met Mijn Moeder …
houd in gedachten, Mijn kind, de doorboorde zijde, handen en voeten van je Verlosser, Jezus Christus, die eeuwig zit aan de rechterhand van God de Vader en regeert in Heerlijkheid; Jezus en Ik bemiddelen voortdurend voor de redding van de zielen; ook mijn Onbevlekt Hart pleit bij de Vader voor het verkrijgen van Zijn Barmhartigheid voor deze generatie; hier treur Ik weer om de ongerechtigheid die zoveel van mijn kinderen[5] wordt aangedaan, en die Gods Beker van Gerechtigheid steeds meer vult; Ik heb daden van genoegdoening en gebeden nodig om dit kwaad te herstellen; roep tot de Vader en zeg: “Vader, vergeef hun, want zij weten niet wat zij doen;”
kom dan en sluit jezelf op in mijn Koninklijk Hart; daar zul je je vrede vinden maar tegelijkertijd zul je Mijn doodsstrijd en Mijn verdriet in de diepten van mijn wezen proeven omdat Ik geroerd ben door wat Ik zie; Ik zie deze stroom van onophoudelijk kwaad, zonder een moment van onderbreking, dat van Satan komt;
om een einde aan dit alles te maken heb Ik van jullie allen daden van genoegdoening en voortdurend gebed nodig … zonder berouw zal het kwaad toenemen; God zendt Mij in deze dagen naar jullie allen om Zijn Genade over te brengen voor een vernieuwing van jullie hart; Mijn moederlijke Liefde is genade, ook voor jullie;
wees goed;
Verleen, O Hemelse Moeder,
de Genade van God voor ons allen, zo onwaardig,
om in staat te zijn God oprecht om vergeving te vragen
voor onze zonden en de zonden van anderen;
verleen ons de onschatbare schat
van Gods intieme vriendschap,
en de nobelste schat van de godheid
die de nabijheid van God is:
God die Zijn Hart aanbiedt aan ons allen.
Amen;
Ik zegen je; en vergeef[6] al degenen die stenen naar je werpen; Ik wil dat je rechtschapen[7] bent en altijd Gods wegen zoekt;
[1] Plotseling verschenen er engelen en met grote vreugde, bijna als een melodie, zeiden zij deze woorden.
[2] De engelen antwoordden weer.
[3] God de Heer sprak nu.
[4] Wat in het Grieks betekent: Vasiliki.
[5] Onze Heilige Moeder verwees naar de Kosovo-crisis.
[6] Mij werd gevraagd mijn onderdrukkers te vergeven.
[7] Ik begreep, “mooi” (geestelijke schoonheid).