11 oktober 1993
Vassula van Mijn Heilig Hart, schrijf:
Ik ben aanwezig en bij je; Ik zal je alles vertellen wat Ik wil dat je schrijft; sta Mij toe je hand te gebruiken, Mijn duif; dochter van Egypte, laat Mijn Boodschap als een stortvloed overstromen, overstroom landen, steden en inwoners, schreeuw en niemand zal je tot zwijgen brengen; ga door met Mijn Zegen, dochter; verdrijf slangen en adders[1], Ik zal je eigen leven aan hun vergif laten ontsnappen; Ik zal over je waken zoals een moeder over haar kindje waakt; spreek! en vrees niemand;
vertel hun dat de Vredevorst, deze God, omgeven door cherubijnen, Zijn kroon en koninklijke gewaden heeft afgelegd om barrevoets en in zakken[2] gehuld door de wereld te trekken, om Zijn verdriet kenbaar te maken; zoals Ik jou zachtmoedig heb behandeld en je een plaats in Mijn Heilig Hart heb toebedeeld, zo zal Ik de rest van Mijn kinderen behandelen; vanuit heidenen zal Ik trouwe levitische priesters doen opstaan en Ik zal hun reis met hen voltooien;
moed, dochter! gezegend zijn zij die Mij beminnen, de hemel is hun thuis, gezegend zijn zij die zich verheugen over het geluid van Mijn Voetstap, zij zullen zich in Mij verheugen; zoals Ik jouw leven heb vernieuwd, dochter, zo zal Ik op dezelfde wijze al diegenen vernieuwen die oprecht Mijn Naam aanroepen;
O God, Uzelf hebt mij uitgekozen
uit het land van vergetelheid om Uw boodschapster te zijn.
U hebt mij bij mijn naam geroepen om U te dienen.
Hier ben ik Heer, Opvoeder en Zachtmoedige Meester,
Heilige Metgezel, Verdediger en Raadgever.
Ach Heer, U hebt Uw Mysteries niet voor mij verborgen
noch Uw Plannen;
Uw Heerlijkheid en Uw Kroon achterlatend,
bent U uit de Hemel gestapt
om mijn ellendige ziel door Liefde te bezoeken.
Nee, U veracht de ellendigen niet noch de armen in hun
ellende en armzaligheid,
maar U komt hen bereidwillig te hulp.
U leidt mij dagelijks om van Uw Glorie te getuigen,
en als een Toorts die iemands pad verlicht,
weerhoudt Uw Tegenwoordigheid mij ervan te vallen.
U nodigt mij uit voor Uw Feestmaal elke dag van mijn leven,
om mijn ziel met Hemels Manna te overladen.
Mijn arme hart hebt U geënt op Uw Heilig Hart,
dáár doet U mijn hart herleven om U Trouw toe te zingen.
U doet mijn geest juichen om Uw Woord zonder vrees aan de naties te verkondigen.
Met Uw Rechterhand gesloten rond de mijne plant U,
bouwt U: Gerechtigheid en Standvastigheid.
Ja, de Koning van Hemel en aarde
plant deugd waar ondeugd is,
vrede waar oorlog is,
eenheid waar verdeeldheid is,
liefde waar haat is,
geloof waar goddeloosheid is,
hoop waar wanhoop is.
Heilig is Zijn Naam.
U hebt Uw Koninkrijk[3] gesticht op aarde,
door ons te zalven en ons nieuw leven te geven voor onze ziel.
Om ons te redden is U geweigerd
waar Uw Lippen in Gethsemane om smeekten,
maar U antwoordde toen Uw Vader U riep.
En nu zal mijn ziel voor U alleen leven
en ik zal U alleen dienen.
Ik zal de Grootheid van Uw Naam verkondigen
zolang ik leef.
je zult Mij verkondigen aan toekomstige generaties, om Mijn Rechtvaardigheid te tonen aan een nog ongeboren volk; nee, Ik veracht de ellendigen niet en evenmin veronachtzaam Ik de armen, maar Ik kom tot hen met Mijn Hart in Mijn Hand om hun te laten zien dat Mijn Liefde eeuwigdurend is en Mijn Trouw blijvend, van eeuw tot eeuw;
Ik heb, in jullie dagen Mij in zakken gehuld om Mijn verdriet te tonen, de zuilen van de Hemelen trillen en Mijn engelen zijn vervuld van smart bij het zien van deze generatie die het spoor van Satan volgt; daarom daal Ik neer van Mijn Troon om jullie allen te bereiken; nee, Ik zal niemand veronachtzamen; Ik zal neerzitten met de ellendigen en zij zullen niet bang voor Mij zijn; Ik zal hen bijstaan, barrevoets,[4] en hun zeggen dat ze vanaf het begin nooit vaderloos geweest zijn, en als ze nooit de Hemelse Wetten hebben begrepen was het omdat er niemand was om het hun te vertellen; ook heeft niemand hun verteld dat ze het zaad zijn van de Almachtige;
dan zal Ik hen rond[5] Mij verzamelen, als lammeren, dicht bij Mijn Hart, en zoals iemand die op het punt staat een geheim te onthullen, zal Ik hen van Mijn Lippen voeden: Het Onze Vader; dan zal Ik hun zeggen dat de LIEFDE voor hun ogen staat; het Levende Brood is juist Degene die bij hen zit, Degene die voor hen leefde en stierf spreekt nu tot hen; Degene wiens Adem de Hemelen deed lichten en door Wie alle dingen tot bestaan kwamen is met hen, vóór hun ogen;
Ik zal alle voorbijgangers uitnodigen: “wie is ellendig en geminacht door jullie maatschappij? laat hij deze weg nemen;” Ik zal niemand hongerig laten, niemand arm, want Mijn Zegeningen zijn rijkdommen en Mijn Liefde is verzadigend; Mijn wegen zijn vreugdevolle wegen, Mijn paden leiden tot eeuwig Leven;
Ik zal de ellendigen en de armen leren dat hun Vader in de Hemel hun Bewaarder is, een reddende God; Ik zal hun eraan herinneren dat ook zij gerekend worden tot Zijn kinderen en dat ze Hem “Mijn Vader” mogen noemen, en als ze vragen: “waar is Inzicht te vinden?” zal Ik zeggen: “Inzicht, Mijn kind, is vermijding van alle kwaad”; “en wat onze ellende betreft, wat zult U doen om ons de ogen te openen?” zullen ze uitroepen; “de ellendigen? die zal Ik redden door hun eigen ellende en Ik zal het lijden gebruiken om hun ogen te openen;” dan zal het hart van die ellendigen smelten en Mij vragen voor hen te zorgen, zoals jij het Mij gevraagd hebt, dochter;
dan zal Ik uit al dezen een machtig volk maken met de majesteit van Mijn Naam; en als ze door de afvalligen zullen worden berispt en hun zal worden gevraagd: “waarom jubelen jullie zo luid? hoe durven jullie Gods Woord te verkondigen in Zijn Heiligdom, gij verontreinigden!”
dan zal Ik tot deze afvalligen zeggen: “als dezen zwijgen, zullen de stenen het nog luider uitroepen tot ze jullie oren zullen verdoven; vandaag, juist deze dag, ontneem Ik jullie Mijn Koninkrijk en geef Het aan deze rest, aangezien jullie er zelf niet binnengaan noch aan anderen toestaan er binnen te gaan die dat wel willen; van nu af zal Ik hun Raadsman en hun Koning zijn in hun midden; van nu af zal Ik hen naar de steden sturen om Mijn Liefde te verkondigen en aan anderen de Traditie door te geven Die Ik aan Petrus en Mijn leerlingen heb gegeven; daar deze rest op Mij geënt zal zijn, zullen zij Mijn steden reinigen en een eind maken aan de overtredingen;”
Ik, God, zegen je omdat je naar Mij luistert; de Liefde bemint je;
(Later:)[6]
Mijn gebod voor jou is: bemin Mij, schrijf Mijn Boodschappen op en ga van natie naar natie om Mijn Woorden te verkondigen, wees Mijn Echo; zij die oren hebben, laten ze horen, zij die niet willen horen, laten ze niet horen;
alles wat je onderneemt zal door Mij worden geleid en gezegend wees dus niet bang; de tijd is kort, handel zonder uitstel, ook dit is Mijn gebod; het Hart van Mijn Zoon is gebroken en Ik kan Zijn droefheid niet langer verdragen; Vassula, kleintje, Ik, Jahweh, je liefhebbende Vader en Abba zal je helpen in deze strijd; wandel met Mij; de woorden die je verkondigt zijn niet jouw woorden, ze zijn van Mij; alles wat je voor Mijn Huis doet verheerlijkt Mij;
blijf in Mij, omdat Mijn kinderen Mij zien in jou en door jou; Ik zal je de steun geven die je nodig hebt en Ik zal je versterken zodat met Mijn Kracht in jou je kunt trappen op de vijanden van Mijn Huis en hierdoor je zending kunt in volbrengen en Mij verheerlijken;
Mijn kind, keer nu terug naar je plichten[7] en onthoud, Mijn kind en de Mijne, dat Ik, God je Vader, met je ben en in je; Ik, Jahweh, zegen je met geheel Mijn Hart;
22 oktober 1993
vrede zij met je;
steun op Mij en vrees niet; als je alle duivels met Satan samenbrengt, ben Ik nog sterker dan zij allen samen;
dierbaarste, twijfel nooit aan Mijn Eeuwige Liefde; ic;
[1] Slangen en adders betekenen: verkeerde onderrichtingen, verkeerde uitleg.
[2] Apok. 11:3.
[3] De Kerk.
[4] Barrevoets, eenvoudig.
[5] De ellendigen.
[6] De Eeuwige Vader sprak.
[7] Huishoudelijke taken.