19 maart 1993 

(Ik talmde vanochtend, toen zag ik de Heer en Hij zei: “En wanneer ga je besluiten tot Mij te komen?”

Vassula, Ik, Jezus, geef je Mijn Vrede; bloem, vertel Mij, zou een bloem overleven zonder water? nee? Ik ben het Levende Water en Ik ben het die jou in leven houdt; 

Soms lijkt het Heer, alsof U Zich van mij terugtrekt en mij overlaat in de handen van Uw en mijn vervolgers. Het lijkt of zij de macht hebben ter dood te brengen. Doe ik wat U wilt? Misschien niet, het kan zijn dat ik het tegenovergestelde doe. 

en geloof jij dat Ik dat zal toelaten? 

Soms laat U dingen toe die ons verbazen, en het enige wat wij dan kunnen zeggen is: “Wel, God heeft Zijn redenen. God heeft het laten gebeuren, en eerlijk gezegd is het voor ons een mysterie”.

Ik ben blij dat je eerlijk tegenover Mij bent; het is waar dat Ik bepaalde dingen laat gebeuren, maar ze zijn tot Mijn grootste glorie; daar Ik en jij een verbond van Trouw hebben gesloten, zal Ik niet toelaten dat er iets komt tussen Mij en jou; Ik wil deze generatie genezen door Mijn Offer en tot Mijn Vreugde heb Ik gevonden wat Ik altijd wilde;

Ik was op zoek naar een onverdeeld hart, en toen Ik jouw hart vond, besloot Ik het te veroveren … (moed), Ik was op zoek naar een aandachtig oor en Ik heb het gevonden; bovendien werd Mijn Wijsheid altijd alleen aan kinderen gegeven, zoals je weet, daarom heeft de Vader er behagen in geschept jou Wijsheid te geven; 

Is dit waar? 

(Dit was zeer spontaan.)

twijfel je daaraan? 

Nee!

het Medelijden van de Vader is Groot en hoewel je gedrag in één woord ontstellend was, heeft Hij Zijn vijanden in jou ten val gebracht en je daarna de schellen van je ogen doen vallen om Mijn Schoonheid te zien, en Ik, met heel Mijn Hart heb Ik uitgeroepen: kom! kom met Mij mee; Ik zal een tafel voor je bereiden, je zult niet langer honger lijden en Ik zal Mijn Beker met je delen; Mijn Huis zal jouw Thuis zijn en samen zullen we rondtrekken om een ongodsdienstig volk te veroveren; Ik zal Mijn Gelaat nooit voor je verbergen, maar je zult ook aan Mijn eisen beantwoorden;

herstel Mijn Huis met liefde,[1] opdat iedereen Mijn weerspiegeling in jullie erkent; laat iedere mond over jullie zeggen: “zij zijn echt Gods heilig volk”; en jullie, tegen jullie zeg Ik plechtig wat Ik al eens eerder heb gezegd: als je hand of je voet er oorzaak van is dat je zondigt, hak hem af en werp hem weg: het is beter voor je om kreupel of lam het leven binnen te gaan dan om twee handen of twee voeten te hebben en in het eeuwige vuur te worden geworpen; open jullie hart, niet jullie verstand! doe open voor jullie Koning, sta Mij toe jullie hart binnen te gaan en Ik zal jullie hart met vreugde vullen!

begrijp, Mijn kind, dat je enige wapen om niet om te komen het gebed is; Ik vraag ieder van jullie: wie zoekt Mij echt? Wie van jullie zou Mijn Beker willen delen? De Beker van Verdeeldheid, de Beker van Tweedracht? Ik ben van pijn vervuld; het Hart van jullie Verlosser is verscheurd zodat het onherkenbaar is;

wanneer Ik zal terugkeren, hoeveel geloof zal er dan nog over zijn? als Ik kom, zal Ik dan jullie, Mijn vrienden, anders aantreffen dan Ik zou willen dat jullie zijn? zullen jullie nog de taal en de Tradities hebben die Ik jullie heb doorgegeven? of zullen jullie praten als filosofen en preken op een Toren van Babel?

vertel Mij, wat is er geworden van de Geest waarmee Ik jullie heb begiftigd? – jullie gist is dezelfde als die van de Farizeeën en Sadduceeën; jullie praten over de Wet maar dragen Haar niet in jullie hart; Mijn Wet is levend! kleingelovigen! maar jullie hebben Mijn Woord van nul en gener waarde gemaakt door redeneringen van jullie geest; Ik zeg jullie dat jullie hart even ver van Mij verwijderd is als de hemel van de aarde, want jullie hebben de belangrijkere zaken van de Wet verwaarloosd: liefde, berouw, barmhartigheid, het goede geloof! wie van jullie die in Mijn Naam predikt bemint zijn vijanden echt?

Mijn kinderen, hoe moeilijk is het om Mijn Koninkrijk binnen te gaan! Mijn volk, wat heb je gedaan met de Taal van Mijn Kruis? hoelang moet Ik nog de bedrieglijke onderrichtingen dulden of die gruwel die jullie in Mijn Tempel oprichten? zie, vandaag verleen Ik jullie de gunst wonderen[2] te zien; zelfs de heidenen beginnen ze te zien,[3] want Ik heb weer medelijden met jullie; Ik, jullie God, spreek vandaag tot jullie, sla de deur niet voor Mijn Gelaat dicht … 

Over wie sprak U, Heer?

over hen die Mijn tafel delen … en jij, stad van Mijn voorkeur, pieker niet en draai niet in Mijn Handen; laat Mij je leiden terwijl Ik Mijn Plan wil voltooien;

de Liefde zegent je;

 

5 april 1993 

Gelukkig de mens die zijn vertrouwen stelt in U!

en gelukkig degene die naar Mij luistert! vrede zij met je; trouw is wat Mij behaagt, ach dochter … ziel van Mijn voorkeur, zal Ik je ooit iets weigeren als je het vraagt in Mijn Naam? nooit! Ik en jij zullen onze reis hand in hand voortzetten; mocht jij je onderweg moe voelen, steun dan op Mij; mochten je voeten het niet uithouden, Ik zal je op Mijn Schouders dragen; mocht je honger of dorst hebben, Ik zal je van Hemels Manna voorzien; luister naar Mijn Stem en je zult niet afdwalen; Ik zal je hart bemoedigen en het doen zingen van vreugde;

de Liefde is op Haar weg terug, probeer te begrijpen … Ik ben de Wijnstok en jij bent de rank, Ik ben jullie Meester en Ik leid jullie één voor één Mijn Huis binnen;

Ik bemin jullie innig, ieder van jullie;


[1] Jezus spreekt tot iedereen.

[2] De uitstortingen van de Heilige Geest.

[3] Openbaringen en verschijningen aan niet-Christenen.