17 januari 1993 

(Vooravond van de week voor de Eenheid – Los Angeles.)

Heer, ik bid zoals U gebeden hebt:
mogen wij allen één zijn,
zoals de Vader het is in U en U in Hem,
opdat de rest van de wereld
mag geloven dat het de Vader was die U heeft gezonden;
ik bid ook voor de schapen
die niet van Uw Kudde zijn
dat ook zij zullen luisteren naar Uw Stem,
ik bid voor de Moslims, de Joden
en voor anderen dat ze er vanaf vandaag
toe zullen komen U te beminnen.
 Amen 

Ik heb je gehoord, Ik heb je gehoord, Mijn vriendin; tenslotte zal iedereen Mij aanbidden;

 

18 januari 1993 

(Sacramento.)

(Het is vandaag mijn verjaardag en de eerste dag van de Week voor de Eenheid. Eens was het ook het feest van Petrus’ Stoel. Vandaag ben ik door de zeer heilige bisschop Francis A. Quinn uitgenodigd om te spreken in de Kathedraal van het Heilig Sacrament. In de namiddag, kort voor mijn bijeenkomst, boden de mensen die mij hadden uitgenodigd mij een geschenk aan. Toen ik het zag voelde ik dat het van Jezus kwam, want Hij had mij op 21 oktober 1992 het volgende gezegd … “verheug  je en jubel, want aan jou zal Ik op Mijn beurt Mijn Beker doorgeven … het is Mijn bedoeling natie na natie ertoe te brengen te leven onder Mijn schaduw en te doen geloven dat de Vader Mij gezonden heeft; ja, de Dag zal komen waarop alle aardse heersers, de bestuurders en de invloedrijke mensen, de hele bevolking Mij als de Christus zal erkennen, de Zoon van de Levende God; en vanuit elke plaats zullen de mensen eerbiedig hun handen opheffen in gebed en aanbidding, allen één van hart en eenstemmig …”en dit is wat ze mij aanboden: een vergulde Kelk, met daarin gegraveerd deze woorden: 

Dat ze allen één mogen zijn
Feest van de Christelijke Eenheid
18 januari 1993.

Na mijn toespraak hebben de twee aanwezige bisschoppen de Heilige Mis gecelebreerd. Het koor zong in de Kathedraal en alles was majestueus. Ze hebben mijn Kelk gebruikt tijdens die Heilige Mis voor de Eenheid en daarin het Kostbaar Bloed van Jezus geconsacreerd.

Toen ik mijn toespraak hield in de Kathedraal en naar de mensen keek die er waren, naar schatting 1800 mensen, voelde ik mij verdrietig. Hier was ik, gezonden door de Heer, om een toespraak te houden over de Eenheid en wat ik voor mij zag was misschien voor 98% Rooms-Katholiek; “maar van de mensen van mijn eigen volk[1] was er niet één met mij;” er waren zelfs Moslims en Joden in de Kathedraal …

Maar de Heer bewaarde Zijn verjaardagsgeschenk tot later.  – Kort voor de Heilige Mis kwam er een Orthodoxe priester met zijn assistent binnen. Na de Mis vroeg hij mij om een gesprek. We ontmoetten elkaar in de sacristie en ik begreep wat de Heer mij wilde zeggen: “Rusland zal het land zijn dat Mij het meest zal verheerlijken”. Hij was een Russisch-Orthodoxe priester …

In de duisternis van onze verdeeldheid zal een klein vlammetje van hoop op eenheid schijnen. Dit kleine sprankje hoop is Rusland. De Eenheid zal komen door Rusland, en het zal God verheerlijken! Ik vertelde de Russische priester dat hij mijn verjaardagsgeschenk van Jezus was. Zijn naam is Fr. Vassili, de mannelijke vorm van mijn naam, Vassula.

Het andere teken dat de eenheid door Rusland tot stand zal worden gebracht, was, dat toen ik aan de Heer vroeg een ope­ningsgebed te kiezen, Hij het gebed van een Russische priester koos: Fr. Sergius Bulgakov. Hij had mij gevraagd op goed geluk open te slaan, en mijn ogen vielen op dit gebed, dat ik heb opgeschreven op 29 december 1989. Hier is het nogmaals:

“O Jezus Christus, onze Heer en Verlosser,
U hebt ons beloofd  altijd bij ons te wonen.
U roept alle Christenen op tot Uw nabijheid en tot deelname
aan Uw Lichaam en Bloed.
Maar onze zonde
heeft ons verdeeld, en wij zijn niet
in staat samen deel te nemen aan Uw Heilige Eucharistie.
Wij belijden deze onze zonde en wij bidden U, vergeef ons
en help ons de wegen van de verzoening
te bereiden volgens Uw Wil.
Ontvlam onze harten met het vuur van de Heilige Geest,
geef ons de geest van wijsheid en geloof,
van moed en geduld, van nederigheid en standvastigheid,
van liefde en berouw,
door de gebeden van de allergezegendste Moeder van God
en van alle heiligen. 
Amen.”


[1] Grieks-Orthodoxen. (Ik hoorde dat de Griekse bisschop de Grieks-Orthodoxen verboden had naar de bijeenkomst te komen.)