25 oktober 1992 

(Rome) 

altaar! Ik zal Mijn Woorden op jou plaatsen; luister en schrijf:

je bent onder Mijn Tent, geef jezelf dus elke dag aan Mij over, zodat Ik Mijn Wil in jou kan doen; wees vreedzaam en gewillig; je bent Mij zeer kostbaar, Mijn kind;

– Vassula, Mijn duif, Wijsheid die tot nu je Leermeesteres is geweest zal doorgaan je te onderrichten en je te zeggen wat je plichten zijn: Ik zal je smeken om liefde voor je zuster, Rusland; Ik zal je naar haar terugsturen en met jou Mijn Eigen Hart; Rusland is Mij bijzonder dierbaar; inderdaad, Rusland is vandaag als een open veld, gereed om te worden ingezaaid; haar bodem is gereed om elk zaad te ontvangen; Ik heb openbaringen gegeven door Mijn Geest om in haar te worden gezaaid; het zal niemand worden toegestaan enig ander funda­ment te leggen dan Mijn Eigen fundament;

Ik ben het, God, die Rusland heeft bestemd voor Mijn Heerlijkheid en het is door haar dat er licht zal schijnen vanuit haar duisternis, het is door haar licht dat het hart van jouw generatie zal worden verlicht met de kennis van Mijn Heerlijkheid; Ik zal Mijn Geest uitstorten over het Huis dat Ik haar gegeven had en Ik zal Mijn Heerlijkheid in haar tentoonspreiden om Mijn Naam te eren;

het was over haar dat Ik in het verleden sprak door Mijn kleine profeten,[1] Ik zeg je: al haar glorie die zij eens bezat zal Ik dubbel teruggeven, want zij zal Mij met heel haar hart volgen en Mijn Heilig Gelaat weer zoeken; niemand zal zich ten koste van haar amuseren, want Ik zal haar verheffen om het hoofd[2] te worden van vele volkeren;

in haar armzaligheid zal Ik Mijn Koninkrijk weer opbouwen, ach Vassula! wacht maar af!


[1] De kinderen van Fatima.

[2] Geestelijk.