4 augustus 1991 

(Rhodos) 

Heer,
wanneer de tijd komt voor Uw bezoek, zullen wij dan gereed zijn?
Niemand kent de verborgen dingen die U bezit,
en toch, hoe velen zullen doorgaan
met het vervolgen van Uw Boodschap?
Ze verdraaien wat U zegt;
het enige waaraan ze denken is hoe de wereld te bewijzen
dat deze boodschappen duivels zijn,
New Age (sekte) of van een boze geest;
maar mijn Jahweh, die ik aanbid,
ik ben van plan met Uw Kracht
“U mijn dankoffers op te dragen,
want U hebt mij gered van de Dood
om in Uw tegenwoordigheid[1] te wandelen” 

parfum van Mij, leun op Mij; luister naar Mij: roep luid! roep luid en zonder vrees tot de naties:

heb berouw! want de Tijd van Barmhartigheid is bijna voorbij; verander jullie leven en leef heilig, offer en beter jullie leven vóór de Komst van de Heer;

bid, bid voor hen die Mijn Geest onderdrukken, bid voor degenen die over Eenheid praten, maar valstrikken spannen voor hen die haar praktiseren; Ik zal hen rekenschap vragen op de Dag van het Oordeel, want Ik heb geroepen en niemand wilde antwoorden; Ik heb openlijk gespro­ken, toch heeft niemand geluisterd; het Huis dat Ik bezig ben te herbouwen met de prijs van het bloed van Mijn heilige martelaren, blijven zij neerhalen; bid voor de Vrede van Mijn Huis, vrede tussen broeders, voor oprechtheid in het hart, nederigheid en liefde, dan … zal de eenheid bloeien in ieder hart … en Mijn Heilige Stad, Jeruzalem, zal in een verenigd geheel, Mij verheerlijken;

ach Vassula, niets is vergeefs; Mijn Werk dat jou tot laat in de nacht wakker houdt, zal niet tevergeefs zijn; Mijn Woord zal de uiteinden van deze wereld bereiken;

wees gerust, Mijn kind; Ik, Jezus Christus, je Moeder, de heili­gen en je engelbewaarder zijn allen naast je; wees niet bang, je Abba is je Sterkte en je Schuilplaats; je bent Mij zeer kostbaar, Mijn kind;


[1] Ps.56:12-13.