19 decem­ber 1989 

O Heilige Geest van Onderricht, sta niet toe dat mijn ziel in verwarring raakt. U bent Mijn Goddelijke Leraar en U bent Degene die mij onderwezen hebt, en het is uit Uw Mond dat ik onderricht heb ontvangen. Ik ben hier om naar U te luisteren, mijn Heer en Meester. 

kleintje, als er beproevingen komen, protesteer dan niet, geef niet jouw mening, Mijn Vrede zou het enige moeten zijn dat van jou behoort te komen; de Vrede van de Heer; spontane antwoorden in discussies kunnen onherstelbare vergissingen worden; neem wat Ik je uit Mijn Hart gegeven heb, niets meer, niets minder; neem van wat Ik je gegeven heb; begrijp je Mij nu? 

Ja, mijn Heer. Heer, zeg mij nogmaals wie U bent. 

Hoor Mij dan: Ik ben het Jezus, Beminde Zoon van God, het  vlees geworden Woord, die gekomen is om temidden van jullie te leven; Ik ben het,  je Verlosser, die tot je spreekt;[1] bloem, moed, rust uit op Mijn Hart en luister naar Mijn Hartslagen, net als de Duif in je visioen; luister, Ik houd van jullie allemaal, op het dwaze af nu je Mij beter kent, O Pantocrator; Ik ben je Opvoeder en Ik zal je behouden door geloof, geloof, geloof; Ik heb je lief, en het is door het geloof en in het geloof dat Ik je wil opvoeden en tot Mij verheffen; insprekingen zul je altijd hebben; om Mij te horen zul je jezelf moeten concentreren om in staat te zijn tot contemplatie te komen; om je te  herinneren aan Mijn Aanwezigheid, neem Ik je vermogen om je hand te controleren weg, aanvaard deze dingen omdat ze van Mij komen; Ik wil het graag zo, heb je niet opgemerkt dat alles wat je geleerd hebt van Mij kwam? Ik zal je op deze manier leiden tot het einde, verheug je, leerlinge! 

U maakt mij sprakeloos, mijn God … 

wees gelukkig, want je hebt geen van deze genaden verdiend; kom, Liefde bemint je;


[1] Jezus zei dit alsof Hij het voor de eerste keer tegen iemand zei.