20 december 1988
Heer?
Ik Ben!
O, God.[1]
Vassula, omhels Mijn Kruis! deel Het met Mij; Mijn Kruis zal je in Mijn Domein binnenleiden, woon in Mijn Heilig Hart, kruip in Zijn diepten, en je zult Vrede vinden;
Mijn kind, bid voor je broeders die Mij hebben verlaten en alleen geboeid raken door de wereldse rijkdommen, bid voor deze verloren zielen die Mijn Kruis vrezen … bid, Mijn kind, voor Mijn Kerk dat Ze zich verenigt en één wordt; elke priester moet begrijpen dat Ik, de Heer, deze Eenheid verlang; elke afsplitsing komt niet van Mij, ze komt van Mijn tegenstander; Mijn Koninkrijk zou Eén en Heilig moeten zijn;
Heer?
Ik Ben;
Heer, de weinige Grieks-Orthodoxe priesters die enkele bladzijden gelezen hebben in Uw openbaring die U mij gegeven hebt, zijn het niet eens met de eenheid. Zodra zij lezen dat het gaat over vereniging met de Paus, worden ze allergisch en zeggen dat deze openbaring van de duivel is.
Een dame, Grieks-Orthodox, ging na het lezen van deze openbaring naar een Katholieke Kerk. Toen haar biechtvader dit hoorde, veroordeelde hij de openbaring als komend van Satan, en excommuniceerde haar! Hij wilde niets van eenheid horen! Maar veel Grieks-Orthodoxe leken willen het wel, want als zij Uw openbaring lezen begrijpen zij het, en ze weten dat U het wenst, maar de Grieks-Orthodoxe priesters worden boos!
weet Ik dit alles niet, Mijn kind? Mijn gedachten zijn niet hun gedachten, Mijn wegen zijn niet hun wegen; zij belasten Mij met hun zonden en ze zien niet meer helder … Eenheid zal van boven komen, want zoals het nu is, zijn jullie totaal verdeeld en leven jullie niet overeenkomstig Mijn Goddelijk Beeld; jullie gehoorzamen Mijn Wet niet; jullie verdeeldheid is besmettelijk en breidt zich uit, jullie verdeeldheid zal altijd blijven; tenzij Ik er een einde aan maak, zal ze niet overwonnen worden;
hoe konden jullie geloven dat jullie je kunnen verenigen als liefde onder jullie ontbreekt? velen van jullie zijn onbuigzaam en stijf als ijzeren staven! maar Ik zal jullie allen buigen, Ik zal jullie verenigen! Ik zal deze wildernis veranderen in een meer en de dorre grond in een waterbron; dan, zal Ik jullie allen op deze Nieuwe Aarde plaatsen, beminden, en Mijn Koninkrijk op aarde zal zijn zoals het in de Hemel is; Mijn Koninkrijk zal komen; oh! hoe verlang Ik nu naar dit Nieuwe Tijdperk! jullie zullen allen leven in volmaakte eenheid onder Mijn Heilige Naam, en Ik, die de Verheven Bron van Leven ben, zal jullie allen vernieuwen tot één Heilig Volk; van boven zal Mijn Goddelijk Beeld weerkaatsen op jullie, als een spiegel, en jullie zullen begrijpen dat Ik, de Heilige der Heiligen, jullie weer heb vernieuwd;
de Schriften zijn vervuld; Wijsheid zal niet wachten; Ze zal Mijn volk bewerken als een ploeger en een zaaier; Ze zal de dorre aarde ontginnen tot weiden; Ik zal haar bewerken en haar weiden verheffen tot weiden van Vrede en Liefde; Ik Ben het Licht van deze wereld en Ik zal altijd naar jullie afdalen telkens wanneer Ik jullie in duisternis gehuld zie;
Heer, er zijn enkele geestelijken die weigeren te horen of te geloven dat U het bent die Zich op deze wijze door mij manifesteert. Zij zeggen dat U, Jezus, ons De hele Waarheid al hebt gegeven en dat zij niets anders nodig hebben dan de Bijbel. Met andere woorden, al deze werken zijn vals.
Ik heb jullie allen gezegd dat de Voorspreker, de Heilige Geest, die de Vader in Mijn Naam zal zenden, jullie alles zal leren en jullie in herinnering zal brengen alles wat Ik jullie heb gezegd; Ik geef jullie geen nieuwe leer, Ik herinner jullie alleen aan De Waarheid en leid hen, die verdwaald zijn, terug tot de volledige Waarheid;
Ik, de Heer, zal jullie met Herinneringen blijven opwekken en Mijn Heilige Geest, de Voorspreker, zal altijd temidden van jullie zijn als een Herinnering aan Mijn Woord; wees dus niet verbaasd als Mijn Heilige Geest tot jullie spreekt; deze herinneringen worden gegeven door Mijn Genade om jullie te bekeren en jullie te herinneren aan Mijn Wegen;
kom; glimlach naar Mij als je Mij ziet, bloem;
Ach Heer! Gezegend zij Uw Naam. Dank U voor Uw lessen.
Wijsheid zal je onderwijzen, kind; wij, ons?
Voor altijd en eeuwig!
[1] Jezus antwoordde “Ik Ben!” met zoveel vuur en Liefde!