26 augustus 1988 

(Ik was uitgenodigd om enkele extreme Moslims te ontmoeten, samen met hun twee imams en hun sjeik. Ik ging erheen met een vriend die theoloog is. De hele zaak was opgezet om mij te veroordelen en om in het geheim bij mij de duivel uit te drijven, wat ze ook deden; omdat ze geen kwade geest in mij vonden, verloren ze hun zelfbeheersing en werden zeer agressief, vooral toen ik een Boodschap voor hen ontving, een boodschap van liefde.

En het feit dat ik totaal kalm was maakte hen nog woedender en ze beschuldigden mij van leugens en bedrog. Ze zeiden dat U, mijn Heer, “geen God van Liefde bent.” Ik en mijn vriend, de theoloog, stonden rustig op en wij verlieten hen. Als we niet in Zwitserland geweest waren, zouden ze ons hebben gedood.) 

Heer? 

Mijn Vassula, Liefde komt op de eerste plaats; Ik ben een God van Liefde; herinner je je hoe Ik je leerde dat Liefde De Wortel is? Ik heb je een voorbeeld gegeven van een goede boom die goede vruchten draagt; deze boom is De Volmaakte Boom, omdat zijn wortel Liefde is; al zijn takken zijn deugden en ze zijn allemaal goed; zonder de Wortel van Liefde zal deze boom geen deugden hebben en dus geen vruchten; wanneer je een boom ziet die dor is of met rotte vruchten, weet, Mijn kind, dat zijn wortel komt uit het gemeenste kwaad dat er bestaat;

Ik zeg je plechtig, dat de Wortel van alle deugden LIEFDE genoemd wordt; Ik ben Liefde, Ik ben De Wortel die je voedt, je mooi maakt; kom en wees in Mij en je zult leven voor eeuwig!