12 januari 1988 

Heer, mijn God … 

Vassula, laat Mij je helpen; herinner jij je het visioen van de drie staven? onbuigzaam en recht? 

Ja Heer, ik herinner me. 

welnu, om één te kunnen worden, moeten ze alle drie buigen; Ik heb nooit gezegd dat er zich maar twee hoefden te buigen; Vassula, besef je dat Ik, je God, volop bezig ben jullie één te ma­ken? 

Ik was van plan U iets te vragen over de Boodschap van gisteren, over de manier waarop men het kruisteken maakt. 

dat weet Ik dochter, daarom wil Ik dat je begrijpt wat Ik bedoel met: ‘om te verenigen moeten jullie allen buigen’, Ik bemin jullie allemaal en vanuit Mijn grenzeloze Barmhartigheid kom Ik jullie helpen één te worden;

Vassula zoek Mij in eenvoud van hart; Ik Ben een God van liefde; Ik Ben zachtmoedig en nederig; herinner je Mijn wegen om in staat te zijn één te worden; verwerp jullie egoïstische motieven; herken Mijn Stem, jullie aan wie Ik Mijn Woord heb toevertrouwd en aan wie Ik duizenden zielen heb toevertrouwd; jullie, die Ik heb uitgeroepen tot heersers van Mijn kudde, waarom zoeken jullie je eigen belangen en niet de Mijne? Mijn lammeren zijn verstrooid, verstrooid …

Ik Ben, bloem, door jou daal Ik neer om de volkeren samen te brengen; Mijn priesterzielen te vergaderen en jullie door Mijn Liefde te vernieuwen; 

Heer en Verlosser; hoe zullen ze hun fouten inzien of herkennen? 

de manier om hun fouten in te zien is het zoeken naar Mijn Wil; heb berouw; denk aan Mijn Barmhartigheid; geloof in Mijn Werken van Voorzienigheid in plaats van Die met voeten te treden; aanbid Mij in oprechtheid; zoek Mijn belangen en niet die van jullie; 

Heer, vergeef mij dat ik misschien niet in staat ben te begrij­pen wat U bedoelt met het woord ‘belangen’. Betekent ‘belangen’: alles wat U wilt, Heer, is Uw kudde bijeen te brengen die nu verstrooid is? 

beminde, zelfs jij begreep wat Ik het meest verlang; maar dit is niet alles wat Ik verlang; door deze openbaring nog eens te lezen zul je het begrijpen, Vassula; 

Ja, Heer. 

Ik zal je eraan herinneren, dochter, hen te zegenen die je zullen vervolgen; Liefde is altijd geduldig en vriendelijk; leef heilig, denk aan Mijn geduld dat Ik met jou heb, dochter;[1] wees Mijn evenbeeld en geloof in Mij; hoop en heb lief; kom, rust in Mij, je God, Mijn zo dierbare ziel; ons? wij? 

Dank U Heer voor de liefde waarmee U mij omhult, voor het geduld, Uw goedheid en het medelijden dat U hebt met mijn ziel. Ik geloof, ik aanbid, ik hoop en bemin U, amen. 

ach, beminde! Mijn hart zwelt van liefde als Ik je deze woorden tot Mij hoor zeggen![2] 

O God, hoe kan ik U niet beminnen?
Ik ben de Uwe, ook al ben ik slechts klei.
Alles wat ik doe is uit liefde voor U.
Ik zoek niet mijn belangen,
ik probeer Uw Naam te verheerlijken.
Ik probeer Uw lammeren bij U terug te brengen,
ik probeer Uw Wil te volgen, Heer.
Ik bemin U en vanwege deze liefde die ik voor U koester,
door U gegeven en onderwezen,
vraag ik U als het Uw verlangen is, mijn geloof te versterken
en U grenzeloos te beminnen,
om mij in staat te stellen om verder te gaan en U te verheerlijken.
Amen. 

Ik zal je voeden met vruchten uit Mijn tuin; Ik zal je voeden, beminde, onder de ogen van je vervolgers; want dit is Mijn Wil; 

Dank U, Heer Jezus.

houd stevig vast aan wat Ik je gegeven heb en laat niemand je beloning van je afnemen; geloof vast in Mij; hier, neem Mijn Hand en luister als Ik in je oor fluister;


[1] Als Hij geen Liefde was, zou Hij mij lang geleden hebben geslagen.

[2] God leek zo verrukt.