8 november 1987
Jezus?
Ik ben;
als Ik je niet had bevrijd zou je vandaag nog in diepe slaap zijn;
Ik voel mij zeer beschaamd. Ik ben werkelijk de laatste om te kunnen spreken. Wat ik ook doe en probeer om eerherstel te geven en U, Heer, te danken, zal niet benaderen wat U weer voor mij hebt gedaan. Zelfs als ik voor anderen wil bidden, voel ik mij schuldig en aarzel ik, want, Heer, hoe zou ik durven bidden voor anderen die zoveel beter zijn dan ik? Hoe zou de ‘ellendigste’ kunnen bidden voor iemand die beter is dan zijzelf? Het herinnert mij aan Uw woorden van de balk in het eigen oog en de splinter in dat van de ander. Ik voel dat ik een balk heb, een heel bos, dus hoe zou ik met al dat hout in mijn oog een woord durven uiten? Tenzij U, Heer, mij bevrijdt. Ik vraag U mij toe te staan U te vragen mij te zuiveren. Heb medelijden met mijn ziel. Als U wilt, maak mij dan waardig om in staat te zijn waardig voor mijn broeders te bidden.
Vassula, Ik ben blij je woorden te horen, want niet voordat je beseft hoe onwaardig je bent, zul je aan je weg naar de volmaaktheid beginnen;
Als het Uw wil is,
sta mij dan toe, Vader,
om Uw hulp te vragen.
dochter, vul je lamp uit Mij bij, wacht niet; groei in Mijn Licht, kleintje; ieder die zal geloven in deze Boodschap zal niet in jou geloven maar in Mij; Ik, het Licht, daal in de wereld neer door jou, opdat ieder die gelooft in Mijn Boodschap niet langer in duisternis hoeft te blijven; jouw getuigen kennen de waarheid, zij weten dat deze woorden niet jouw woorden zijn, nee, Mijn Vassula, alles wat geschreven is, komt van Mij, de Heer; Ik zeg je in waarheid dat ieder die jou opneemt, Mij opneemt;
Nee, mijn God, ik ben niet waardig!
waarom, Vassula, heb Ik je niet gezuiverd? heb Ikzelf je niet gezalfd om de Mijne te zijn? Ik zal Mijzelf inderdaad door jou manifesteren, eer Mij dus, dochter;
kom, Ik zal je Mijn wegen leren; Ik en jij; laat Mij in je ademen; laat Mij in je rusten, dochter; laat Mij uitrusten van hen die Mijn Ziel verwonden; o Vassula, als je eens wist … Mijn Bloed gutst er vandaag weer uit;
O God, en het is zondag! Waarom?
kleintje, ze doorboren Mijn Hart door en door;
Mijn God, laat hen mij in plaats van U doorboren!
luister naar Mij, je zult doorboord worden; ze zullen jou doorboren; kom nu, sta Mij toe in jou te rusten; deel Mijn Beker dochter;
(Waarom, waarom is dit zo, wat gebeurt er, waarom doen ze dit onze God aan? Een God van Liefde, Vrede, een Vader, een Vriend? Hoe kunnen ze? Ik voel me ziek. Jezus bloedt vandaag opnieuw, lijdt door onze slechtheid. Men zou kunnen zeggen dat de wereld door Satan is ontvoerd en dat Jezus probeert ons weer te redden.)
Mijn God, U doet mij zoveel pijn als ik U zo zie lijden. U, enkel Oneindige Goedheid en een Afgrond van Liefde, waarom kwellen ze U? Ik kan Uw lijden niet langer aanzien, maar ik maak mij zorgen om Uw lijden, Uw pijn. Heer, ik ben bezorgd en ik bemin U.
Vassula, Mijn Vassula, slachtoffer van Mijn Ziel, slachtoffer van Mijn Hart, voel Mijn lijden en deel het met Mij, drink uit Mijn Beker, voel degenen die Mij geselen; beminde van Mijn Ziel, wat zal Ik uit Liefde niet voor je doen? Ik zal je toestaan Mijn lijden te delen; Ik heb je uitgekozen om het slachtoffer te zijn van Mijn Bloedend Hart door alle lijden dat het jouwe in staat is te dragen; slachtoffer van Mijn Ziel, door alle angsten, afwijzingen en bespottingen die je ziel kan verdragen; kom, je zult deel hebben aan Mijn Kruis;
Ik ben je enige Liefde; Ik heb Mijn doel bereikt; sta Mij toe de zoete kwelling te zijn van je geest en ziel; je bent Mij welgevallig, want nu heb Ik al Mijn rivalen uitgebannen, ze zijn alle heen gegaan; er is er geen meer over! Ik, je Jezus, ben alleen met jou overgebleven! wat ben Ik verrukt! en laat Mij je nu onbeperkt beminnen; laat Mij over je heersen; Ik heb een plaats gevonden voor Mijn grootheid en Mijn vrijgevigheid; Ik bemin je niet om wat je bent, maar om wat je niet bent;
kom, je nietigheid verrukt Mij, je onbekwaamheid laat Mij sprakeloos staan;
Heer, ik voel mij beschaamd.
Vassula, probeer nooit iets te zijn; blijf niets, want elk goddelijk werk dat Ik zal volbrengen, zal louter van Mij zijn en niet van jou;
Mijn Kerk zal één zijn, onder één Gezag; heb Ikzelf niet aan Petrus gevraagd Mijn lammeren te voeden? heb Ik hem niet gekozen om Mijn schapen te voeden, heb Ikzelf niet deze woorden uitgesproken:
“jij bent Petrus en op deze steenrots
zal Ik Mijn Kerk bouwen;”
waarom deze arrogantie onder de volkeren, die nutteloze samenzweringen onder de mensen? Ik had Petrus gekozen, een man naar Mijn eigen Hart, de rots, waarop Ik Mijn Kerk zou bouwen; waarom dan Mijn Gebod verdraaien?
Wie bedoelt U, Heer?
Ik spreek tot hen die plannen smeden en samenzweren tegen Mijn stichting; beseffen jullie niet dat jullie samenzweringen op niets uitlopen?
Heer, ik weet niet wie U bedoelt.
Ik weet het, Vassula, dit alles is duister voor jou, maar het is klaar als de dag voor die bedriegers! Mijn Ogen zijn op hen gevestigd; Mijn zwaard is opgeheven en gereed om toe te slaan; ze kennen zichzelf en geloof Mij, hun dagen zijn geteld; ja, kijk om je heen, bedriegers! waarom zijn jullie verrast? jullie zullen omkomen, want in deze dagen doe Ik iets dat moeilijk te geloven zou zijn als het jullie verteld was!
beminde, laat Mij je vraag beantwoorden die je in gedachten hebt: Mijn Boodschap zal ook worden gelezen door deze bedriegers; beminde, voel Mij; Ik heb pijn, net als jij; Mijn Kruis drukt op je, draag Het met liefde; Mijn Kruis is de deur naar het ware leven; omhels Het bereidwillig; Vassula, zelfverloochening en lijden voeren naar een goddelijk pad, het pad van heiligheid en deugden;[1]
O kom, beminde, Ik ben met je;[2]
Heer, ik voel mij verschrikkelijk verdrietig, ik weet dat ik geen tranen zou moeten vergieten en ze zou moeten bewaren voor later, ter genoegdoening. Ik ben bereid mijn bloed te geven in plaats van mijn tranen, tot ik er geen meer heb.
Mijn Vassula, denk eraan dat je niet van deze wereld bent, je behoort Mij toe; kun je Mijn Heilig Hart zien?[3] ga Mijn Heilig Hart binnen; in Zijn diepten zul jij je rust vinden; Ik zal je opnemen en in Zijn diepten duwen; Mijn pijn is ondraaglijk;[4] herinner jij je nog wat Ik voor je gedaan heb toen je nog maar een kind was?
(Jezus gaf mij hetzelfde visioen als toen ik 10 jaar oud was. Dat was de eerste uitnodiging.)
je was niet in staat te bewegen; Ik ben goddelijke Macht, beminde, daarin is je plaats;[5] kom nu, Ik wil getroost worden; laten we in elkaar rusten;
(Jezus had erg veel pijn en was bedroefd.)
Hoe zou ik zoveel smart kunnen troosten?
door Mij vurig te beminnen; bemin Mij en troost Mij, Vassula; bemin Mij met heel je ziel;
Ik bemin U en U weet het, Heer.
bemin Mij mateloos!
Leer mij U mateloos te beminnen.
Ik ben; kom nu, Ik heb een geheim dat Ik je wil vertellen; wees niet bang, Ik zal het in je oor fluisteren;
(Jezus vertelde mij het geheim dat mij zoveel vreugde schonk!)
O God! wilt U dit werkelijk doen?
dat wil Ik, beminde, dat wil Ik; twijfel nooit, alles zal zo gebeuren, Mijn Vassula;
Jezus, mijn God, dank U. Sta mij toe U te zegenen.
ook Ik zegen je, beminde; kom, het is laat; we zullen in elkaar rusten;
Ja, Heer.
kom dan;
[1] Ik voel mij hopeloos verdrietig.
[2] Jezus streelde mijn hoofd.
[3] Jezus wees naar Zijn van licht stralende Borst en Hart.
[4] Mij in ballingschap te zien.
[5] Jezus wees met Zijn Wijsvinger naar Zijn Hart.