28 september 1987 

(Jezus riep mij. Ik wilde Hem even graag ontmoeten als Hij mij. Ik weet het niet, maar het leek eeuwen geleden sinds we samen waren.)

O kom, beminde! hoe ongeduldig heb Ik gewacht op dit moment om je op deze manier te ontmoeten!

samen Vassula, jij en Ik zullen samen Garabandal heiligen; want het is[1] Heilig aangezien Mijn Moeder en Ik er zijn verschenen; 

Mag Uw wil geschieden, Heer.

Vassula, verlegenheid[2] is geen zonde; dat verzeker Ik je; 

(Ik was gelukkig dat te horen. Plotseling verlangde mijn ziel naar Hem.)

kijk naar Mij, kleintje; vurig naar Mij verlangen verheerlijkt Mij; verlang vurig naar Mij; Ik heb voor je betaald met de prijs van Mijn Bloed;

Vassula, waarom zoek je naar een Geestelijk Leidsman? 

Ik weet het niet.

met Mij zul je leren, want Ik ben Wijsheid en Waarheid; kom bij Mij en Ik zal je onderrichten; Vassula, Ik bemin je;

zeg hem[3] dit, dat Ik Mijn Kerk ga herstellen, Ik zal Mijn Kerk doen herleven; Ik heb jou gekozen om met Mij te werken; Vassula, ontmoet hem, praat met hem, liefkoos Mij door te vertellen hoe Ik je heb geleerd Mij te liefkozen, Mij te verheerlijken,[4]; bemin Mij, Vassula, want liefde wendt de goddelijke Gerech­tigheid af als die op het punt staat zondaars te treffen; 

(Later:)

Vassula, ben je gelukkig dat Ik je heb bevrijd? 

Ja, mijn God, ik ben erg gelukkig bij U te zijn. Ik voel mij tot U aangetrokken en ben gelukkig.

geloof je Mij nu banden van liefde Mij met jou verbinden? 

Dat geloof ik nu, Heer. 

kleintje, zegen Mij; 

Ik zegen U, Jezus, ik bemin U en dank U. 

Vassula, weet je dat de tekenen die Ik  heb gegeven en zal blijven geven, gegeven zijn om Mijn Naam bij jullie bekend te maken, zodat de Liefde die Ik voor jullie allen heb, in jullie mag zijn zodat Ik in jullie mag zijn; maar veel van Mijn priesterzielen hebben Mij verloochend in tegenwoordigheid van de mensen; 

Hoe, Heer? 

door Mijn tekenen af te wijzen hebben ze Mij afgewezen, hun God; heb Ik niet gezegd dat hij, die Mij ontkent in tegenwoordigheid van mensen, ontkend zal worden in tegenwoordigheid van Mijn engelen?

heb Ik niet gezegd dat Ik zal doorgaan Mijn Naam bekend te maken aan jullie? waarom twijfelen ze er dan aan dat Ik midden onder jullie ben en dat Ik door Mijn Barmhartigheid tekenen en wonderen aan jullie geef die amper worden erkend; want laat Mij je vertellen, dochter, ze hebben de sleutel van kennis weggenomen! noch zij zijn er binnengegaan noch hebben ze anderen binnengelaten die dat wel wilden; 

Mijn God! U lijkt zo boos, Heer! 

Vassula, de tijd om Mij te Verheerlijken is gekomen; wees waakzaam en blijf dicht bij Mij; Ik bemin je, kleintje, wees één met Mij; 

Ja, Heer. 

ons, wij? 

Ja, ons. 

kom;


[1] Dit werd zelfs gedaan zonder dat ik het plan had om daar heen te gaan. Het gebeurde op een natuurlijke manier.

[2] Ik had mij afgevraagd of verlegenheid een zonde is.

[3] De charismatische priester. Hij is pas naar hier overgeplaatst.

[4] Op de afbeelding van de Heilige Lijkwade.