7 september 1987 

vrede zij met je; 

Ook met U, Heer. 

neem Mij in je op bloem, laat Mijn Licht op je schijnen en denk niet aan je zorgen; Mijn Adem zal ze wegblazen en ze zullen worden weggeslingerd, terwijl jij  glimla­chend achterblijft; Mijn dauw van gerechtigheid zal je mooier maken, bloem, ontvang Mijn boodschap van vandaag; vrees niet, want Ik heb Mijn plannen gemaakt lang voordat jij geboren werd; 

Bedoelt U dat wat er ook met mij gebeurt, met Uw Boodschappen en met iedereen, het door Uw Wil geschiedt? 

ja, beminde, alles wat zal komen, zal van Mij komen; 

Ik maak me zorgen dat ik U zal teleurstellen, Heer. 

hoe kun jij Mijn plannen laten mislukken, bedenk, je bent niets; dus hoe kan een niets iets zijn, en dat iets, hoe dan ook, Mijn plannen laten mislukken? maar je bent niets dus maak je geen zorgen; laat alles in Mijn Handen; Vassula, Ik ben je Leraar; vrees niet als je bij Mij bent; 

Ik wil graag iets zeggen alstublieft

voel je vrij, 

Weet U dat er momenten zijn waarop ik denk dat ik volslagen gek ben, krankzinnig? 

Ik weet het;  

Stelt U Zich dan alleen maar degenen voor aan wie ik dit op zekere dag zal laten zien! Ze zullen geschokt zijn, ze zullen zeggen dat ze er een natuurlijke verklaring voor kunnen vinden. Ze zullen het gewoon niet geloven. 

geloven is ook een genade; geloof hebben is ook een genade, Mijn Hemelse Werken zien, horen en begrij­pen is ook een genade, allemaal door Mij gegeven; 

Ja, Heer. 

Vassula, Ik heb met jou gewerkt; eer Mij, dochter, 

Met Uw hulp zal ik U niet teleurstellen

luister dan naar deze woorden die van Mijn Moeder komen; 

Vassula, pethi mou,[1] wees niet bang, Ik ben bij je; Mijn Zoon Jezus heeft je in het bijzonder grenzen gesteld wat betreft de bewijzen en tekenen die je Hem hebt gevraagd te geven, maar Hij heeft Zijn redenen; Hij heeft je echter de genade gegeven om te geloven, Hij heeft je met Wijsheid onderricht; Vassula, je hebt inderdaad blindelings geloofd; 

O ja? 

ja, want anders zou je niet met zoveel vurigheid naar Ons toe komen en schrijven en jezelf laten gebruiken naar Zijn Wil; dat je dat hebt gedaan, beminde, bewijst dat je blindelings gelooft en God verheugt Zich daarover; je geloof is groot; Jezus wil hierdoor anderen leren ook te vertrouwen en blinde­lings te geloven in Zijn Hemelse Werken; wees onschuldig, wees als kinderen in wie God Zich verheugt; 

En wat als ze dat niet doen, Heilige Maria?[2] 

je lijden zal groot zijn; je zult als een spiegel zijn die het beeld van Jezus weerspiegelt; op jou, kind, zal Zijn lijden zich weerspiegelen; 

Ongeloof en minach­ting? 

precies, Jezus zal lijden; van jou zal men Zijn lijden kunnen aflezen; 

Maar aangezien Hij Zijn plan al tevoren had gemaakt, waarom had Hij het dan niet zo gemaakt dat er geen tegenspraak zou zijn? 

kind, dat is de manier waarop mensen geneigd zijn te denken; vergeet Zijn lessen niet; Jezus wil dat Zijn werken in dankbaarheid worden erkend;[3] 

Jezus vertelde mij dat Hij niet passief zal blijven als Hij ziet dat iemand mij kwaad wil berokkenen. 

dat heeft Hij inderdaad gezegd, en Ik zeg je dit doch­ter: ook Ik zal me niet afzijdig houden! Ik bemin je en Ik zal niet toelaten dat ze je kwaad doen; 

(Hier voelde ik mij zeer geëmotioneerd.) 

Ik ben een lafaard; ik ben bang, maar ik zal mij aan U en Jezus vastklampen. 

dochter, Ik zal je nog iets zeggen; God heeft Zijn Gerechtigheid over de mensen uitgestort, Zijn beker is nu vol; luister aandachtig naar Mij, achter deze woorden schuilt veel meer; verheerlijk God Vassula; Ik ben je Heilige Moeder; dochter, vertrouw op Mij; word het niet moe je in te spannen; onthoud, Jezus werd door iedereen verlaten op Zijn weg naar de kruisiging; Hij droeg Zijn Kruis alleen; 

Ja, Moeder. Ik zal niets méér vragen dan wat Hij mij geeft. 

Vassula, laat mij je onuitgesproken vraag beantwoorden; als ze weer niet geloven, zal Gods toorn toenemen en de Beker van Zijn Gerechtigheid nog verder vullen; het zal zijn als het visioen dat God je heeft gegeven;[4] bid en geef eerherstel, want het einde van de Tijden is nabij;[5] 

Ja, Moeder, moge God U zegenen. 

Ik ben het, Jezus; kleintje, blijf klein; laten we met elkaar praten; laten we deze dag samen doorbrengen; sta Mij toe je Heilige Gezelschap te zijn; 

Heer, sta mij toe tot U te spreken. Ik zal aan Uw Aanwezigheid denken. 

kom, ons, wij;


[1] Grieks: “Mijn kind”.

[2] Plotseling veranderde de toon van Maria’s stem en werd heel ernstig.

[3] Met andere woorden, we zijn vrij en we hebben onze vrije wil.

[4] 1 september 1987.

[5] Noot van de uitgever: Einde van een Tijdperk.