5 augustus 1987 

Jezus? 

egho imei;[1]  

Dank U voor deze genade. Hoewel ik weet dat ze ook is bedoeld als voedsel voor anderen, is ze voor mij. 

gedurende eindeloze uren zullen jij en Ik samen zijn; Vassula, heb Ik niet gezegd dat de geleerden niet zullen begrijpen wat van de Geest komt? filosofie kan niet worden vergeleken met spiritualiteit, nooit; dat is een van de belangrijkste redenen waarom allen die macht hebben en zichzelf wijs noemen je zullen bespotten, je zullen minachten en je zullen afwijzen, je kritisch zullen bekijken; wees dus voorbereid, beminde, op de wolven die je zullen opjagen; wees niet bang, Ik zal dicht bij je zijn; 

(Ik  zuchtte.) 

alles, Vassula, is slechts een voorbijgaande schaduw; raak niet ontmoedigd; Ik zal dicht bij je  zijn; 

(Toen herinnerde ik mij hoe onbekwaam ik mij voel om in ballingschap te leven en wat een hekel ik eraan heb; wat ik in het verleden amusant vond is nu pijn en ik kan  die dingen niet langer fijn vinden, ik kan ze niet langer uitstaan … Ik ben een buitenbeentje.)

Ik weet het, steun op Mij; 

(Ik voelde mij wanhopig.) 

Vassula, Vassula, nee, je kunt van deze aardse dingen niet langer genieten zoals vroeger, want dit is Mijn Wil; Ik wil niet dat je van zulke dingen houdt; 

Jezus? 

Ik ben; kijk in Mijn Handen; kijk, Vassula ze bloeden; Vassula, laat Mijn Kerk herleven; luister naar Mij, heb je al dit bloed gezien dat langs Mijn armen stroomt? Ik lijd; 

Heer, waarom doet U mij zoveel pijn door mij dit alles te laten zien? 

(Het visioen was zo levendig, dat ik dacht dat Zijn Bloed op dit notitieboek zou druppelen.) 

om je te laten begrijpen hoe Ik lijd, beminde, bij het zien van zoveel zielen die in de macht van Satan zijn; laat Mij je gebruiken tot het einde; 

Ik bemin U. 

wees met Mij; “ons”, Ik zal je er altijd aan herinneren; ”wij”;[2] bemin Mij;


[1] Grieks voor: ‘Ik ben’.

[2] Terwijl Hij “wij” zei, maakte Hij met Zijn Wijsvinger een gebaar als een Leraar.