Hedendaagse Boodschappen van de Ene Grote Traditie

door Pater Peter van de Gemeenschap van de Dienaren van de Wil van God

Pater Peter is lid van een kleine gemeenschap Anglicaanse monniken de leven in Crawley, Verenigd Koninkrijk, waarvan de oorsprong teruggaat tot 1938. De gemeenschap heeft Christelijke Eenheid altijd hoog in het vaandel gehad.

Boodschappen van de Traditie

Toen ik deze Conversaties met Jezus begon te lezen, was mijn eerste reactie die van opluchting. Ze bevatten geen overdreven of excentrieke uitdrukkingen van het Christelijk Geloof, zoals soms wel gebeurt in dit soort visionaire literatuur. In feite leken ze inhoudelijk heel ‘in het midden’, zelfs Orthodox. Naarmate het lezen vorderde, trad de verandering op: Ik bleef woorden tegenkomen als‘metanoia‘, ‘berouw’, ‘groeien in heiligheid’, ‘liefde’, ‘vreugde’, ‘vrede’, ‘vergeven’, ‘verzoening’, ‘voortdurend bidden’, ‘de Heilige Drie-Eenheid’, ‘de Heilige Geest’, ‘overgave’. Er werd een beroep gedaan op de Zaligsprekingen en op de noodzaak voor dringend gebed, met het oog op de naderende komst van de Heer. Het geheel culmineert in een oproep tot eenheid en een gemeenschappelijke datum voor Pasen: ‘Orthodox! Katholieken! Protestanten! Jullie behoren allen Mij toe! Jullie zijn allen Eén in Mijn Ogen’, ‘buig om te kunnen verenigen’, ‘verenig, omwille van Mij, het Paasfeest’. Ik vond gebeden en liefdesliederen die voor mij een echo waren van het Bijbelse Hooglied en de hymnen van de heilige Simeon de Nieuwe Theoloog (c.950 – 1022). Delen van de boodschappen echoën de Hebreeuwse profeten (Ezechiël, Hosea, Amos) en je krijgt een intuïtief gevoel van hoe hun eigen woorden werden gegeven en opgeschreven. Andere delen vertonen een griezelige weerklank in de Traditie door hun profetische karakter en verheven mystieke en nuptiale liefdespoëzie: van de heilige Simeon de Nieuwe Theoloog uit het Oosten en de heilige Catharina van Siena in het Westen. Ik concludeerde dat dit geen marginale uiting van geloof was: dit was alles wat mij als monnik geleerd was. Dit was de Ene Grote Traditie en allemaal samengevat in deze Boodschappen van de Heer Zelf. Als er eerder al een spoor van onzekerheid was geweest, dan was dat vanaf dat moment verdwenen en heb ik nooit meer omgekeken.

‘Het is de Heer’

Hoe weten we dat deze boodschappen van God komen? Als je ze leest, zul je overtuigd zijn: ze zijn in die zin zelf-authenticerend. De persoonlijke bevestiging kwam onverwacht vroeg toen ik, na het advies om bij het begin te beginnen, Volume 1 begon te lezen. Ik ontdekte op pagina 8 een verslag van de Heer zelf over zijn Passie. Ik dacht terwijl ik het las – en het is niet gemakkelijk om te lezen: Vassula vertelt zelf hoe moeilijk het voor haar was geweest om het op te schrijven – geen mens, hoe geïnspireerd ook, had dit met verbeeldingskracht kunnen schrijven. Dit komt van binnenuit, vanuit het bewustzijn van Degene die het werkelijk onderging. Op een ochtend, toen ik de Evangelielezing aan het voorbereiden was voor de Lauden – het was uit het Johannes Evangelie – trof iets me plotseling heel sterk. Ik realiseerde me dat de Persoon van wie ik me bewust was toen ik deze woorden las, dezelfde Persoon was van wie ik me bewust was toen ik deze boodschappen las. Ik vond mezelf antwoordend met de woorden van de apostel Johannes op de zee van Tiberias: “Het is de Heer!” (Joh. 21:7).

Wat is de inhoud van de boodschappen?

Vassula’s eigen beschrijving van de boodschappen is een “hervertelling van het evangelie” (Brighton Conferentie, oktober 2003), dat wil zeggen een nieuwe verklaring van het Evangelie. Wat je zult vinden is hetzelfde evangelie dat we horen in Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes, maar met een directheid en een eigentijdse klank. Het is de Heer die nu in 2004 tot ons spreekt met alle ethos en sfeer van onze moderne wereld en cultuur. Dat is wat de Kerk bedoelt met de Traditie: de Heilige Geest die rechtstreeks tot elke tijd en cultuur spreekt via zelfgekozen instrumenten en de eigen leerautoriteit van de Kerk. Het is het enige oorspronkelijke Evangelie dat wordt uitgeplozen, expliciet en duidelijk gemaakt. Johannes van het Kruis schreef eens dat God in zijn Zoon tot ons heeft gesproken en dat Hij, nu Hij dat gedaan heeft, niets meer te zeggen heeft. Er is dus geen sprake van iets nieuws, laat staan iets innovatiefs. De boodschappen zijn dus een herinnering: ‘De Voorspraak, de Heilige Geest, die de Vader in mijn naam zal zenden, zal jullie alles leren en jullie herinneren aan alles wat ik jullie gezegd heb’ (Joh. 14: 26).

Een genade voor de hele kerk

Het charisma van Vassula is een geschenk (Gk. charis) van God voor de hele Kerk, als we maar nederig genoeg zijn om het van God te ontvangen. Gods gaven brengen ook een test en een uitdaging met zich mee. Ten eerste zal de verleiding groot zijn om te twijfelen. We zullen deze twijfel zowel in onszelf moeten tegenkomen als in de reactie van anderen, zelfs van hen die in de Heer over ons zijn gesteld. Sommigen zullen worden bewogen om aan te moedigen, maar van Anderen kunnen gewoon zwijgen, niet reageren. Toch zijn deze boodschappen niet voor een paar individuen (‘als je van dat soort dingen houdt’), noch voor een bepaald deel van de Kerk, want dat zou afleiden van hun ware doel. De Heer is heel duidelijk dat de boodschappen voor iedereen zijn, voor elke christen, ja zelfs voor elk mens. Een trouwe reactie van onze kant is de garantie dat wat de Heer heeft bedoeld om hen te geven, tot bloei zal komen. Voor elke twijfel die in onze denkgeest opkomt, of aan ons wordt voorgesteld, zal onze vraag moeten zijn: “Komt deze gedachte van de Waarheid zelf, of is het iets in mijn oude natuur, op zoek naar een manier om zo’n uitdaging uit de weg te gaan?” Er is het altijd aanwezige gevaar, vooral voor onze tijd, om de gebeurtenis te rationaliseren. De Heer heeft veel te zeggen over het Rationalisme van onze tijd.

Een uitdaging voor onoprechtheid

Bovendien kunnen we begrijpen dat dit een uitdagend woord is voor de Kerk, niet geheel anders dan het woord dat Johannes in zijn Openbaring aan de Zeven Kerken voorlegt (Openb. 2 3). Net als daar roept de Heer op tot de zuivering van Zijn Kerk – “Ik wil dat jullie heilig leven zoals Ik heilig ben” – zodat zij kan worden als de primitieve apostolische kerk: “Ik ben van plan jullie allen te bekleden met mijn klederen van weleer en Mijn Kerk te herbouwen op haar oude fundament”. Er is een voortdurende uitdaging aan alle onoprechtheid in de Kerk, zodat zij waarachtiger dienstbaar wordt aan de wereld, het authentieke Evangelie verkondigt en genezing en verlossing brengt voor de echte kwalen van de wereld. Het is soms geen prettig leesvoer. “Zeg tegen mijn volk dat Ik geen administrateurs in Mijn Huis wil. Zij zullen niet gerechtvaardigd worden in Mijn Dag, omdat juist zij Mijn Huis geïndustrialiseerd hebben.” De Heer is zeer bezorgd over hen “die stoelen en gezag zoeken in plaats van het heil van zielen” en alle “handelaars” (vgl. Mt. 21: 12-13, en parallellen).

Instelling en charisma

Voor de Kerk brengt de ontvangst van deze boodschappen het eeuwenoude probleem van de spanning tussen de instelling en de charisma van haar leden met zich mee. De heilige Paulus gebiedt zijn medechristenen: “Doof de Geest niet uit” (1 Thess. 5: 19). Hij spoort de Korintiërs ook aan: “Wees gretig om te profeteren” (1 Kor. 14: 39). De profetische rol komt op de tweede plaats na die van de apostel: “De Heer heeft eerst apostelen aangesteld en daarna profeten…” (1 Kor. 12: 28). De gaven die hij gaf waren dat sommigen apostelen zouden zijn, sommigen profeten…’ (Efeziërs 4:11). De profetische rol is niet gemakkelijk erkend of geaccepteerd in de Kerk, net zoals het oude Israël moeite had met het accepteren van die uitverkoren dienaren met hun boodschap, die tot hen gezonden waren door God. Degenen die verantwoordelijk zijn voor de instelling, zijn bezorgd om de juiste orde te handhaven, maar er is de noodzaak om de uitdaging van het profetische woord te ontvangen en het aan te nemen. Dit moet gebeuren als we een weg vooruit willen vinden door middel van dialoog en groei, door te werken vanuit liefde. Is liefde niet de kern van het Evangelie (1 Kor. 13)? “Laat liefde aanwezig zijn in al je handelingen. Jullie moeten niet liefhebben met woorden en leuzen maar met concrete daden.” (1 Joh. 3) De vraag blijft of de uitdaging op zo’n manier kan worden aangegaan dat een charisma niet onder de pet wordt gehouden uit angst voor de gevolgen.

Troost en kracht uit de hemel

Deze boodschappen zullen een versterking zijn voor iedereen die zich afvraagt hoe God de recente strijd in de Kerk en in de hedendaagse wereld ziet. Want het is precies die wereld van oorlogen, hongersnood, onderdrukking, abortus en ecologische disbalans die we in deze boodschappen ontmoeten. Dezelfde Heer die voor het eerst tot de Hebreeën sprak en zijn Evangelie aan de hele mensheid verkondigde door zijn Zoon, spreekt tot ons met precies dezelfde urgentie, compassie en zoekende doordringing. “Liefde ontbreekt onder jullie”. “Laat liefde het principe van je leven zijn, laat liefde je wortel zijn. Pas op voor jullie gedachten. Oordeel niet over elkaar”. Net als hun ‘ouder’ – het evangelie – , confronteren de boodschappen ons met de unieke uitdaging van het Christelijk Geloof. Dit is de uitdaging van “het woord (de wil) van God horen en het doen“. “Leef de boodschappen” is een voortdurend refrein van de Moeder van de Heer. De oproep is die van onze gemeenschappelijke dooproeping, om te groeien in heiligheid en alle elementen die daarmee gepaard gaan: vergeving, verzoening, vrede, nederigheid, voortdurend gebed, die gezindheden (armoede van geest, zachtmoedigheid, barmhartigheid, zuiverheid van hart) die de Heer van ons vraagt om de zegeningen (Zaligsprekingen) te ontvangen die Hij voor ons verlangt. Het is een uitnodiging voor ieder van ons om de man of vrouw in Christus te worden die we gedoopt zijn te worden: een verenigd persoon binnen het Lichaam van Christus, de lokale kerk waartoe we behoren. Dat en niets minder zou de voltooiing en vervulling van deze ‘openbaring’ van God vertegenwoordigen.

Pater Peter CSWG