27 november 1996
(Vooravond van de 11de verjaardag van Waar Leven in God.)
vrede zij met je; je hebt het goed gezegd tegen Mijn mensen dat alle goedheid van Mij komt; alleen God is goed en Ik geef Mijn goedheid aan elk schepsel; Ik vul hun reserves aan zodat zij geen gebrek lijden; rijk zijn Mijn diepten en rijk is Mijn edelmoedigheid;
Vassula, Mijn vrolijke boodschapster, op Mij geënt, ontvang Mijn Heilige Geest en wees niet bang; Ik zeg je, vrees de wereld niet, deze wereld die heidens is geworden door haar geloofsafval, maar daar Ik de Heer ben zowel van de doden als van de levenden, is het Mijn bedoeling de doden op te wekken; het is Mijn bedoeling Mijn Kerk te vernieuwen en Ik draag jou deze plicht op, een plicht die jouw krachten en capaciteit te boven gaat, maar vergeet niet Wie met je is; Ik ben met je en Ik ben Sterkte en Kracht; niemand kan zeggen dat alles wat tot vandaag is bereikt van jou kwam; van iemands nietigheid verwacht je niets, Ik heb een onwetend kind gekozen zodat alles wat je doet door Mij zal worden gedaan;
dus, ga in Mijn Naam, ga door en verkondig Mijn Boodschappen die een genezende balsem zijn voor de mensheid; wees niet ontmoedigd als je van tijd tot tijd de stroom tegen hebt, houd je aan Mij vast; blijf standvastig als beproevingen op je weg komen; in de strijd tegen de geloofsafval heb je nog niet alleen hoeven vechten; onthoud, Ik ben met je … en Ik ken degenen die de Mijnen zijn;
Mijn Hart treurt voortdurend bij het zien van hen in Mijn Huis die oprechtheid missen en niet in Mijn Geest werken voor de eenmaking van de data van Pasen; Ik vraag je voor hen te bidden dat Mijn Vader hun een verandering van geest geeft, zodat, als eenmaal hun ogen zijn opengegaan door Mijn Heilige Geest, zij berouw zullen hebben en hun dwaling erkennen die hen ervan heeft weerhouden de Waarheid te zien;
bid voor hen dat deze geest van hoogmoed, die hen van de Waarheid gescheiden houdt, hen verlaat en ze weer tot bezinning brengt; bid voor hen opdat Ik in staat kan zijn te zeggen: “door hun liefde, zullen alle mensen nu weten dat zij werkelijk Mijn leerlingen zijn;” maar vandaag nog, houden Satan en zijn demonen hen geketend in hun gebrek aan liefde, want liefde is het kenmerkende teken van geloof; hoe kunnen zij tegen elkaar zeggen: “Ik heb het Goede Nieuws overal ter wereld gepredikt; ik heb gewerkt om de Kerk tot eenheid te brengen, en alles wat nu nog moet komen is de kroon van gerechtigheid die de Heer, mijn God, van alle eeuwigheid voor mij heeft gereserveerd …” terwijl zij tot op de dag van vandaag hun plicht verzuimen?
alle priesters zouden Mij moeten navolgen in hun leven; Ik spreek niet over hen die Mij navolgen en als Mijn Abel zijn, die Ons behaagde, vanwege zijn offers en zijn oprechtheid, maar over diegenen die als Kaïn zijn, als Ezau en Juda en zoals de Schriftgeleerden en Farizeeën; over dezen spreek Ik, want hun gedrag is in strijd met Mijn Heilige Regels; moet Ik, terwille van hen, doorgaan de beker van jullie verdeeldheid te drinken, deze beker aan Mij opgedrongen door hen?
tot nu toe heb Ik geen druk[1] uitgeoefend op jullie,[2] Ik heb jullie gesmeekt de Paasdata te verenigen maar jullie horen Mijn Geest niet; jullie hebben het geduld van Mijn Vader uitgeput; deze keer vraag Ik jullie nogmaals de Paasdata te verenigen, opdat Mijn Geest met genade over jullie schijnt en Mijn Huis één maakt; vandaag spreek Ik tot jullie, maar jullie waarderen Mijn woorden in deze Boodschappen niet; als jullie dat op zekere dag zullen doen, zal het te laat zijn … ach! als slechts één van deze mensen die voor de eenheid werken, als slechts één van hen niet zou toegeven aan zijn hartstochten, aan zijn vrees, en er voor zou gaan de Paasdata één te maken, zal Ik, God, hem verheffen;
– maar wat Ik zie in het Huis van het Oosten zijn verhitte gemoederen, halsstarrigheid en angsten; broeders, maar toch tegenstanders; Huis van het Oosten, je hebt er goed aan gedaan de Traditie te handhaven zoals Ik Haar aan jullie heb doorgegeven en zoals Mijn primitieve kerk Haar praktiseerde, maar, jullie staan Mijn Heilige Geest niet toe je voldoende te verzorgen tot jullie redding en de redding van hen die wanhopig redding nodig hebben … jullie kwellen Mijn eerstelingen[3] en Mijn boodschappers, door hen samen met Mijn Heilige Geest van genade af te wijzen die hen ertoe bracht Zijn pad te bewandelen; en jullie gaan door hen te verjagen uit Mijn Heiligdommen zoals ook Ik dat werd door de Hogepriesters van Mijn tijd …
intussen is Mijn kudde verstrooid en het verlies aan zielen neemt dagelijks toe; dus zeg Ik jullie, kom, streef naar de gaven van Mijn Geest en laat Mijn Huis niet onvruchtbaar; Mijn Huis zal profiteren van de gaven van Mijn Geest als jullie de deur van jullie hart openen …
en jij, Huis van het Westen, je hebt beseft, door het Licht van Mijn Geest, dat een lichaam zijn twee longen nodig heeft om vrij te ademen, en dat Mijn Lichaam onvolmaakt is met één long; bid, dat Mijn levengevende Geest jullie zal samenbrengen, maar wat moet Ik[4] nog lijden daarvóór!
de wereld zondigt en wijst Mijn Geboden af en Satan wil vernietigen wat Ik had ingesteld, hij wil vernietigen wat Ik, het Lam, jullie heb nagelaten: Mijn Kerk; hij brengt haar in verwarring, wanorde, en Mijn Lichaam is uiteengescheurd door een geest van rebellie; een rationalistische en een naturalistische geest hebben Mijn Lichaam bevolkt, die Mij verloochenen in het Heilig Sacrament; van dezen, zijn zeer weinigen geïnteresseerd in Mijn Belangen, en zo velen vertrappen Mijn Wetten alsof ze niet door God waren gegeven! er hangt een vijandige geest over Mijn Kerk, maar nu niet lang meer …
daarom smeek Ik je, Huis van het Westen, ga over tot het ontmaskeren van de Boze, door de data van Pasen te verenigen zoals in de primitieve Kerk;
ieder die groot wil worden onder jullie moet jullie dienaar zijn, en ieder die de eerste wil zijn onder jullie moet de slaaf worden van allen; Mijn primitieve Kerk was als een kind, onschuldig en vol liefde, want Zij werd gedragen in de Armen van Mijn Heilige Geest; toen hoorde Ik: “Ik ben niet langer een kind, ik kan nu zelf lopen;” en sindsdien stapte zij uit de omhelzing van Mijn Heilige Geest en gewende haar stappen eraan haar eigen weg te gaan …
O kind van de Vader! Mijn vrucht! stad en bruid van Mijn Heilige Geest, je geurigheid heeft je verlaten … kom daarom terug naar Mij als een kind en Mijn genade zal op je rusten en Mijn Heilige Geest driewerf Heilig zal je gids en je lamp zijn;
hiervoor heb Ik intense armoede van geest nodig en een overvloed aan edelmoedigheid, ach … maar kinderen zijn arm van geest en ook edelmoedig want Wijsheid leeft in hen en is ook hun gids;
(Later:)
Door Uw Woord, mijn God,
hebt U Mij doen opstaan om voor mij
en voor al mijn broeders en zusters
dit nieuwe lied van Liefde te zingen;
mijn beenderen kwijnden weg
en mijn hart was verdord
en was een land van droogte geworden;
ondergang had mij bekropen in mijn totale onbewustheid,
ik was leeg en hongerig en ik schoot tekort,
ik was gevuld met alles behalve Goedheid;
Wonder van Liefde,
U kwam in mijn nacht,
U kwam naar degene die had opgehouden te zijn,
om mij te vullen met de Adem van Uw Mond
en mij tot bestaan te brengen;
en nu kan ik zeggen:
ik ben opgevoed in de Hoven van mijn Vader
en mijn vlees bloeide opnieuw
en mijn hart ademt en verlangt heel de dag
naar mijn God driewerf Heilig;
God, mijn Verlosser,
U weet dat ik niet waardig ben
om in Uw Heilige Hoven te wandelen,
maar ik bemin Uw Huis,
ik bemin het Huis waarin U woont;
ik ben niet waardig rond Uw Troon te wandelen
en mijn blik te verzadigen aan Uw gelijkenis;[5]
Heer, laat Uw schepping genieten van Uw Rijkdommen,
geef ze Rivieren te drinken,
geef ze overvloedig Manna te eten:
met U, mijn Heer, is de Bron van Leven,
met U, mijn Heer, is de Boom des Levens,
kom daarom, kom in onze duisternis,
kom door Uw Licht zodat wij Uw Licht zien;
Heer, mijn God, hoor mij en sta mij bij,
kom en vernieuw Uw schepping,
opdat niets ons ooit weer kan doen wankelen!
Ere zij God, de God der Heerlijkheid,
mijn leven, geef ik aan U; Amen.
vrede zij met je; je smeken heeft Mij bereikt …[6]
kan het stof iets doen uit zichzelf? [7] zie je?
Toch hebt U mijn smeken gehoord. U moet mijn hart, dat naar U verlangt, hebben gehoord en gevoeld.
Mijn verrukking en Mijn kind, wees sterk tegen alle kwade krachten, blijf in Mijn gunst en zorg voor Mijn Belangen; wees Mijn Echo … toon de wereld Mijn Heiligheid, toon de Rijkdommen van Mijn Heilig Hart aan elke natie;[8]
heb je niet gemerkt dat Ik Mijn orders heb gegeven aan de lucht boven om de deuren van de hemel te openen en Rivieren te regenen samen met Manna? Ik wil jullie allen voeden met Mijn Woord;
Vassula, de eenvoudige van hart vindt Mij en bezit Mij, maar er zijn duizenden daarbuiten in de woestijn die naakt zijn en uitgehongerd en hoewel zij zichzelf bedekt zien met rijke gewaden, zijn ze in werkelijkheid naakt, uitgehongerd en meelijwekkend om te zien; ofschoon ze uitgehongerd zijn door gebrek aan Mijn Woord, geloven ze dat ze zich te goed doen;
er is geen tijd te verliezen, Mijn kind; daarom zend Ik jou in Mijn Naam om hen te zeggen dat de Heer een gastmaal voor hen heeft bereid …
[1] Door straf.
[2] Christus spreekt tot hen.
[3] De nieuwe bekeerden van “Het Ware Leven in God”.
[4] Ik begreep tegelijkertijd: “Wat moeten wij daarvóór nog lijden!” Het “wij” was bedoeld voor Paus Johannes-Paulus II, samen met Jezus.
[5] Beeld of Gelaat.
[6] Er was stilte en ik vroeg mij gedurende een kort ogenblik af of Hij was weggegaan.
[7] Hij wilde mij alleen maar bewijzen dat ik Hem alleen door de kracht van de Heilige Geest kan horen.
[8] Hiermee bedoelt Christus: aan iedereen. Niet alleen aan de Katholieken, maar aan iedereen.