4 juli 1996
vrede zij met je;
Ik zei: Ik zal komen in laaiend vuur; blijf vastberaden en bid met vertrouwen;
luister, Mijn kind: Ik weet dat het schrijven je is ontnomen maar dat is gedaan om de schuld te betalen van hen die Mij onrecht aandeden; een dierbare broeder van Mij verloochent Mij openlijk en zó dikwijls … hij bedroeft Mijn Heilige Geest met zijn hardheid; Ik heb een kind aan zijn zijde geplaatst; met groot vertrouwen heb Ik Mijn kind bij hem gebracht; ach… hoe komt het dat hij niet in staat is Mij te zien in Mijn kind dat Ik uit de dood heb opgericht? hoeveel langer moet Ik hem nog dulden? waarom ruïneert hij zichzelf? Mijn kleren zijn bespat met bloed, Mijn vlees is opengereten door de gesel, en Ik lig aan zijn zijde, gefolterd en in doodsstrijd … en jij, Mijn Vassula, draag dit Kruis voor Mij, opdat je niet tekortschiet; een beter offer zou je niet kunnen hebben … Mijn Vader zal jou je ogen doen opslaan om grotere dingen te zien die gaan komen;
Ik, Jezus, heb je geëerd met Mijn Kruis, dochter, heb Mijn Vrede;
Ik zegen je; Wijsheid is aan je zijde; Ik Ben;