3 januari 1996 

Jahweh,
Uw Werken zijn zegeningen, rijkdom en een lamp.
Vergeef ons[1] dat wij Ze niet
met heel ons hart aanvaarden als komend van U. 

Mijn dochter, Ik, je Vader, geef je Mijn Vrede; vanaf de dageraad van je eerste dagen deed Ik je in Mijn Hof neerzitten om je te onderrichten: rechtschapenheid, liefde en Wie Ik Ben;

opdat je niet de gewoonten van de wereld zou aannemen, daalde Ik op je neer om je hart te veroveren; Ik wilde dat je Mijn vriendin werd en wilde je leren dat Mij te vrezen het begin van Wijsheid is; hoewel je het niet verdiende om Mijn Heerlijkheid te zien, kwam Ik tot je in je stilte om je ‘ja’ te verkrijgen; daarna beval Ik de duisternis om niet duister om je heen te zijn en dat de nacht zichzelf zou omvormen tot licht;

lid van het Oosterse Huis, dochter van dit Huis, valse getuigen zijn tegen je opgestaan, maar vestig je hoop op Mij, je Vader; houd je aan Mijn onderrichtingen en wees in vrede en raak niet uitgeput; verdraag en verkondig Mijn Heerlijkheid en Mijn Vaderlijke Oproep; je zult in de Hoven van Mijn Huis verblijven om vooruit te gaan en Mijn volk te doen vooruitgaan; Ik zal je niet in de steek laten, laat dus ook Mij niet in de steek;

Ik zeg je: als de onderdrukking eenmaal voorbij is en de vorst van de onderwereld is geketend en zij die het Offer van Mijn Zoon vertrappen zijn weggegaan, zal vanuit jouw Huis waarin jij bent een man met een gunstig voorteken opstaan, vlammend als een toorts, om Mijn Heiligdom en Mijn Naam driewerf Heilig in ere te herstellen … en het koninkrijk van de Rebel zal vallen;

Ik zal doorgaan je Lied te zijn, Mijn Vassula, en je Toorts; Ik zal je terzijde staan en je veilig leiden alle dagen van je leven; jij zult Mijn medewerkster zijn en Mijn vriendin, Mijn echo en Mijn wapen; en je mond zal als een zwaard zijn voor al diegenen die vernieling aanrichten in Mijn Heiligdom;

Ik, Jahweh, sta erom bekend de eenvoudigen te verdedigen en Mijn Hart smelt voor de zuiveren van hart; hij die tot Mij komt als een klein kind zal weten en zal worden toegestaan te ontmoeten, met Wijsheid, wie hem Mijn Koninkrijk zal binnenleiden; Mijn Ogen geven de voorkeur aan kleine harten, want in die harten is Mijn Kennis in overvloed uitgestort; wee degenen die Mij niet in eenvoud van hart verwelkomen maar zichzelf voordoen als de grootsten in Mijn Hoven en “kwaad goed noemen en goed kwaad, die duisternis door licht vervangen en licht door duisternis, die bitter door zoet vervangen en  zoet door bitter”[2]; Mijn Geest zal hen, bij het zien van hun zelfzuchtige bedoelingen, scheiden van Mij, die Driewerf Heilig ben;

wil je de Hemel genieten? wil jij je verheugen in Mijn Tegenwoordigheid? kom dan tot Mij als een kind! wil je Mij ontmoeten en Mij zien? kom dan tot Mij met onschuld in je hart! kom tot Mij met een zuiver hart en de schellen die je ogen bedekken zullen vallen zodat je Mijn Heerlijkheid ziet en Hij die was, is, en zal komen; wees niet verstrikt in je trots want Ik zal deze kleinen toestaan je te laten struikelen;

Ik, God, ben met je, dochter; wees gezegend driewerf in Onze Drie-ene Heiligheid; 


[1] Als ik zeg “ons”, is dat omdat ik tot dezelfde familie behoor die God heeft geschapen en ik smeek om vergeving voor mijn familie die nog niet gelooft dat deze bood­schappen van God komen.

[2] Jes. 5:20.