18 juni 1994 

(Stockton, Californië.)  

(Vóór de bijeenkomst in de Kathedraal.) 

Mijn Heer? 

Ik Ben;[1]

steun op Mij; dit is Mijn bijeenkomst; Ik ben het die de deuren voor je geopend heeft om Mijn Naam te verheerlijken; maak je dus geen zorgen over wat je zult zeggen; Mijn Geest zal op je rusten;

Ik zal met autoriteit door jouw mond spreken, ja; jij zult Mijn Echo zijn! en Ik zal Mijn schatten uitstorten over deze armzalige generatie om hun geest te verrijken met Mijn Geest; Ik zal hun mond vullen met Mijn Hemels Manna; Ikzelf zal hun voorspoed geven en hun ziel zal een goddelijke oogst voortbrengen, omdat de zaden uit de Godheid zullen neerdalen;

zal Ik hun niet weer leven schenken om zich in Mij te verheugen? zal Ik hun niet, als een tedere Vader, Mijn reddende hulp verlenen? in hun armzaligheid zal Ik, Ikzelf, over hen waken, want Ik ben trouw … en Ik zal ze uit hun ellende oprichten om Mijn Naam te prijzen en te verheerlijken; Ik ben een God vol medelijden en Mijn Hart kan worden ontroerd; kom en leer:

– zaai in de ochtend je zaad van liefde;
– zaai in de middag je zaad van vrede;
– zaai in de avond je zaad van verzoening;

ga dan en haal je oogst binnen en offer hem aan Mij, je Vader in de Hemel, en Ik zal je zeggen: 

“door je welwillendheid, Mijn kind,
heb jij je loon in de hemel verkregen;” 

van boven roep Ik tot jullie allen: “kom! kom en sluit vrede met Mij, jullie God, en jullie zullen Mijn Zegen ontvangen; keer terug tot Mij en jullie zullen voor altijd leven”; 


[1] De Vader antwoordde.