7 november 1990 

Heer,
laat alles wat in de Waarheid gefundeerd is blijven,
en alles wat gefundeerd is op Valsheid
uitgeroeid worden en in het vuur geworpen.
Heer, ik voel U zo ver weg, toch weet ik dat U dat niet bent,
ben ik ongevoelig geweest voor Uw Aanwezigheid? 

Mijn kind, doe je best en Ik zal de rest doen; zelfs al lijk Ik ver van jou, wees niet bang, Ik ben niet ver weg; Ik, de Heer, houd een wakend oog op je; bid, ziel! bid dat de Gerechtigheid zich laat vermurwen en niet plotseling over jullie naties komt als een donderslag; Vassula,[1] Ik heb voor jou tot de Vader gebeden en Hem gevraagd Zijn Stap te verhaasten;[2]  lees Jeremia 44: 7-9; sta Mij toe je kleine hand te gebruiken; 

Gebruik haar, Heer, gebruik alles van mij als een boetedoening voor Uw Heilige Intenties. 

Ik ben gelukkig,[3] en Ik houd ervan als jij je vertrouwen volledig in Mij stelt, want je spreekt tot Mij, je God, niet tot een mens; je stelt je vertrouwen in Mij en je moet Mij ten volle vertrouwen; dus als je tot Mij komt om Mij je wil te offeren, kijk Mij dan recht in het Gezicht aan; het verheugt Mij als Ik jullie jezelf hoor verloochenen, aldus je vertrouwen in Mij stellend; Ik verheug Mij bij het horen van deze aanbidding, want het is aanbidding als jullie Mij jullie hele wezen offeren, jullie hart, ziel en verstand;

Vassula, kleine ziel, hoe zou Ik je smeekbeden kunnen weerstaan? te weten dat ze komen van een zo kwetsbare ziel, een ziel die Ik pas gisteren liet opstaan! hoe zou Mijn Hart, kleine ziel, je roepen kunnen weerstaan? put uit Mijn Hart, kleine ziel, en klamp je aan Mij vast! en bid voor je broeders, voor hen die nog als lijken onder een dikke laag stof liggen, bid dat Mijn Adem dat stof wegvaagt en Mijn Vinger hun hart raakt, zodat ook zij tot Mij komen, want ze hebben Mij verlaten omwille van hun genoegens om niet meer daarover te zeggen;

wees gezegend, Mijn kind; zegen Mij;



[1] Jezus veranderde hier van toon.

[2] Door de Boodschappen te verspreiden.

[3] Jezus glimlachte.