23 november 1989 

Mijn Koning,
leid iedere ziel tot de Waarheid,
opdat zij U mogen verheerlijken rondom één enkel Tabernakel,
laat hen die horen en weer horen,
maar het niet begrijpen, deze keer wel begrijpen,
en hen die kijken en nog eens kijken
maar niet zien, deze keer wel zien,
en Uw Mysterie binnen gaan,
verzacht hun hart opdat zij het mogen begrijpen  
met hun hart en niet met hun verstand
en zo worden bekeerd en genezen worden door U,
en U prijzen mijn Koning.
Amen. 

Mijn kind, Ik zal zelfs de doden doen opstaan; bid voor deze zielen die Mijn Wil niet begrepen hebben;

wees standvastig in Mijn leer, wees volhardend op Mijn Wegen en ontmoedig degenen die Mijn Lichaam wonden toebrengen; behandel je vijanden, die Mijn vijanden zijn, met liefde, maar vertel hen tegelijkertijd vastberaden hoe het in de werkelijkheid is; Ik zal elke stap die je zet leiden, Mijn kind; bemin Mij met heel je hart, met heel je ziel en met heel je verstand want door zo te doen, zul je Mij zien, je God; dochter, kom bij Mij, al is het maar voor enkele ogenblikken per dag om Mij te ontmoeten, zoals Ik je geleerd heb, dat doet Mij genoegen; dierbaarste ziel, geef Mij je liefde, heb Ik je niet de Mijne gegeven?

Ik ben je Echtgenoot die je voedt, die je verzadigt, die je troost, die je verdedigt, die voor je zorgt en die je ziel tot Mij verheft; Ik ben Degene die je het meest bemint, dierbaarste ziel; Ik weet[1] het, maar Ik heb je opgeleid en gevormd voor deze zen­ding, steun op Mij als je vermoeid bent en Ik zal je opbeuren; bloem, alles wat je doet in Mijn Naam verheerlijkt Mij; eet van Mij; Ik bemin je en Ik heb je geschapen om Mij te bemin­nen, Ik heb je geschapen om Mij rust te geven, Ik heb je gescha­pen om alles met Mij te delen wat Ik heb; bid tot de Vader om Zijn Gerech­tigheid te bedaren die zwaar op jullie rust;[2] bedaar Zijn Toorn door Hem te beminnen, door met je hart te bidden, door te vasten, door berouw te hebben en je zonden te belijden; ga de wereld van Vrede en Heiligheid binnen; leef heilig en denk na over Mijn Goddelijkheid;

Mijn Vassula, ben je gelukkig nu Ik je heb bevrijd? 

Glorie zij de Heer, JA! 

doe Mij dan het genoegen Mij toe te staan je te gebruiken voor Mijn Glorie; zie je? begrijp dat Ik van jou offers nodig zal hebben, lijden, en veel geduld, maar niets zal tevergeefs zijn, bedenk dat Ik je heb gevormd om een ander klein kruisbeeld te worden voor Mijn Glorie; elk klein kruisbeeld wordt een zuil van licht, en vermindert zo de duisternis die jou omringt; behandel Mij nu als een Koning en bied Mij zielen aan, Ik dorst naar zielen; Ik zal je helpen en de Wijsheid zal je les geven; blijf bij Mij en denk aan Mijn Aanwezigheid;

Ik, Jezus, zegen je; bemin Mij;  


[1] Ik zei iets tegen Jezus.

[2] Onze genera­tie.