6 november 1989 

dochter, vrede zij met je; elke ziel die Mij bemin­t geeft genoegdoening voor haar zonden uit het verleden; de liefde en het berouw die Ik van deze zielen ont­vang, troosten Mijn Gewonde Hart en kalmeren de Gerechtigheid van Mijn Vader en ze bedaren Hem; bedaar Hem want Hij ziet jouw inspanningen en houdt inderdaad rekening met al je goede intenties; jullie zijn niet met velen, maar zelfs omwille van die zeer weinigen, bedaart de Hand van Mijn Vader;

geloof, bid en geloof in wat je vraagt; hoop op Mij; Ik ben Herrezen en jouw redding komt van Mij; verlang altijd naar Mij, Ik zegen je;