1 maart 1987
(Vandaag zei Jezus verschillende malen tegen mij, terwijl ik Hem waarnam om mij heen: “word het nooit moe om te schrijven;”)
Vassula, Ik verlang dat Mijn woorden bij velen bekend worden; woorden die direct van Mijn lippen komen, want alle openbaringen die Ik je heb ingeblazen zijn van Mij; Ik werk ook op deze manier; nu en dan kom Ik om alles wat Ik al geleerd heb op te frissen; Ik ben je Verlosser, en altijd dichtbij je, altijd bereid je terug te trekken van het kwaad; Ik kom in de hoop dat Mijn woord de harten zal binnendringen en in hen zal rusten;
Vassula, wil je voor anderen genoegdoening geven?
Wat betekent “genoegdoening” hier precies, Heer?
genoegdoening betekent goedmaken voor anderen die Mijn liefde niet beantwoorden; geef eerherstel voor anderen; alles wat je doet is om Mij te beminnen met geheel je hart en verstand;
Ik bemin U! maar ik wil leren U mateloos te beminnen om in staat te zijn meer genoegdoening te geven.
kom, Ik zal het je leren; heb je ooit over Mij gehoord dat Ik Mijn woord niet houd? dochter, Ik ben je Leraar en van Mij zul je alles leren; Ik zal je vooruitgang laten maken;
Ik ben alles wat U mij geeft onwaardig, dat weet ik werkelijk als ik mijzelf vergelijk met de nederige en zo toegewijde mensen. Ik ben niet trots op mijzelf dat ik als het meest armzalige schepsel, en veruit de geringste van allen, ben uitgekozen om deze leiding te ontvangen. Ik weet dat ik niet om mijn kwaliteiten ben uitgekozen. Integendeel, ik ben gekozen vanwege mijn ellende. U hebt het bevestigd, Heer!
ontvang Mijn Vrede, Vassula; je bent ellendig, maar toch heb Ik je lief; geef Mij al je ellende en Mijn Barmhartigheid zal haar verteren; voel je door Mij geliefd; kom, steun op Mij; hoor Mij; houd Mij gezelschap; vergeet niet dat Ik je Heilige Metgezel ben;