24 augustus 1989 

Jezus?           

Ik ben; kleintje, één vriendelijke blik, één kleine glimlach van jou en Mijn Hart springt op van vreugde! 

(Later.) 

Vassula, zegen Mij en prijs Mij; bloem, ben je gelukkig bij Mij te zijn? weet dat Mijn Naam weer verheerlijkt zal worden; 

Ja, mijn Heer, ik ben gelukkig om wat U gedaan heeft en Uw grote werken zijn een zegen voor ons allen. 

dan, Mijn kind, verkondig Mijn Naam over de hele aardbol zodat ieder moge weten dat Mijn Naam LIEFDE is. 

Heer, sta mij toe U een Psalm van David voor te lezen die genoemd is … (ik open op goed geluk) … “Een loflied voor Jahweh de Koning”. Ps. 145. 

Ik heb deze Psalm gekozen opdat je hem aan Mij voorleest; lees, Mijn Vassula, en kijk naar Mij; Ik luister, 

(Ik las de Heer de Psalm voor.) 

kom, bid, vast en lees Mijn Woord; ontvang Mij in de Heilige Communie; bid de Rozenkrans, aanbid Mij; wij, ons? 

Voor eeuwig. 

(Later op die avond:) 

Zullen we gaan rusten, mijn Heer? 

ja, laten we gaan rusten, maar onder één voorwaarde, dat Ik rust in jouw hart en jij in Mijn Heilig Hart; 

(Dit deed mij glimlachen en van vreugde dansen.) 

Ja, mijn Heer! Ik zegen U, Jezus. 

Ik zegen je, bloem; kom;