21 januari 1990 

vrede zij met je, houd nooit op naar Mij te verlangen; Ik word daardoor verheerlijkt en jij, kleine, wordt daardoor gelouterd; kruip in de diepten van Mijn Heilig Hart en laat Mij je daarin verbergen; Ik wil je helemaal voor Mijzelf; Ik bemin je met een jaloerse liefde; je God bemint je ondanks je nietigheid en je onbekwaamheid om Mijn voorschriften te volgen en je te schikken naar Mijn Wet; Ik bemin je op het dwaze af ondanks je onvolmaaktheden, Ik bemin je omdat je Mij wilt volgen, Mijn kleine lam; Ik zal je op Mijn Schouders tillen en je zult met Mij meekomen overal waar Ik heen ga;[1] 


[1] Jezus’ Liefde omhulde mij. Ik kan Zijn grote Liefde niet met woorden beschrijven.