9 september 1988

Heer, ik vertrouw op U. Wat ik geleerd heb, heb ik van U alleen geleerd. Maar Heer, veel geestelijken bespotten mij, ze weigeren te geloven dat U het bent. Ze wijzen Uw Werken af, de visioenen van kinderen, verschijningen en openbaringen. Alles wordt vertrapt. Ze willen U STIL. Alstublieft, houdt U zich niet afzijdig, Mijn God. Kom spoedig bij ons en help ons, Heer onze Verlosser! Heer? 

Ik Ben; Vassula, Mijn raad voor hen die jou onderdrukken is, “tenzij jullie weer worden als kinderen, zullen jullie niet in staat zijn Mijn Koninkrijk binnen te gaan”; Mijn kind, de tijd zal komen waarin elk visioen verkondigd zal worden als waar; Ik heb gezegd, dat er geen onbetekenend visioen, geen bedrieglijke profetie in Mijn Kerk zal zijn; wat Ik heb gezegd, zal spoedig waar blijken te zijn, want wat Ik verklaar zal Ik tijdens jouw leven ten uitvoer brengen; 

Dank U, Heer. 

wij, ons? 

Voor altijd, amen.