5 januari 1988
(Toen ik de passage over Rusland, die dood lag, herlas, huilde ik weer bittere tranen.)
huil niet, Vassula; Ik heb je verteld, dat Ik haar zal doen opstaan;
Ik bemin haar, Heer. Ik heb medelijden met haar, Heer. Ik bemin haar.
bemin haar zoals Ik haar bemin, ze is ook Mijn dochter, jouw zuster;
Heer, wilt U naar haar toegaan en haar laten opstaan? Zal zij naar U terugkeren, O Heer?
Ik zal naar haar toegaan en haar laten opstaan en haar naar Mijn Huis dragen; Ik wil dat al Mijn kinderen haar beminnen; we zullen haar allemaal omringen met Liefde;
Mijn God, zei U dat U verder wilt gaan met Uw Boodschap van de 4e?
Ik zal verder gaan;
toen Rusland afhankelijk werd van Satan, omdat haar land onvruchtbaar was, bood hij haar de dodelijke vrucht aan die hij in voorraad houdt voor hen die Ik bemin; het doodt in etappen; hoe meer men ervan eet, hoe meer men ervan nodig heeft; het is dodelijk, het doodt langzaam; hij voedde haar met zijn vrucht en doodde haar; ze stierf met deze vrucht nog in haar hand geklemd;
Vassula, vertrouw Mij, Ik zal haar laten opstaan, dochter, wees stil, maak je geen zorgen; laat Mij vrij en Ik zal Mijn Werken voltooien;
Heer, ik maak me zorgen omdat U mij vroeg Uw kinderen van Garabandal te zegenen en hen over Uw Boodschap te vertellen; dan de autoriteiten te laten lezen hoe ze moeten beginnen zich te verenigen; dan ze te vragen om Garabandal te heiligen en ze te laten begrijpen dat Garabandal inderdaad het vervolg van Fatima is. Dan hoezeer de Heilige Maria beledigd is omdat men haar verschijningen in Garabandal niet heeft erkend en de fout van Fatima heeft herhaald. O Heer, en nu nog Rusland en U geeft mij aldoor te verstaan dat ik Uw dienaar, Johannes Paulus II, de Boodschap moet overhandigen en ik heb van dit alles NIETS gedaan! Uw Woord ligt op mij en het is zwaar om helemaal alleen…
zeg het nu!
Ik wilde zeggen “ … te dragen.”[1] Vergeef mij.
Vassula, Ik draag Het met jou; Ik deel Mijn Kruis met jou; Vassula, Ik vergeef je; Ik heb je ook getuigen gegeven die hetzelfde Kruis dragen; je vergeet steeds dat Ik het ben, de Heer, die al deze dingen zal doen, en niet jij; jij moet Mij beminnen en je uit Mij voeden;
kom, Ik zal je Mijn Liefde in je oor fluisteren; verheug je, dochter, want de tijd is gekomen; bemin Mij zoals Ik jou bemin; Ik Ben Jezus Christus, Beminde Zoon van God en Verlosser; teken Mijn teken;
[1] Ik voelde mij beschaamd, maar omdat Hij de Waarheid is vroeg Hij mij om de zin af te maken.