2 januari 1988 

Almachtige God, behoed ons voor het vervallen in dwaling, want het kan verwoestend zijn, hele naties verdelgen; louter door een fout te maken, zoals in het Begin. 

ja, Vassula, vrees die Plaag, want Dwaling is een besmettelijke Plaag… 

Mijn God, ik heb ergens gelezen dat de reden waarom de Kerk slechts aarzelend privé-openbaringen accepteert is, omdat alles wat men moet weten al in de Bijbel staat, dus aanvaarden ze geen nieuwe openbaring; ik bedoel niet nieuw als thema, maar nieuw, apart van de Bijbel. Daarbuiten gaan maakt hen bang, ze denken dat de nieuwe-of privé-openbaring hen op de verkeerde weg leidt. 

Vassula, als Ik zie hoe Mijn schepping op het punt staat in de valkuil van Mijn vijand te lopen, zou Ik dan gewoon zitten toekijken hoe ze vallen, zonder Me te willen haasten om hen te redden? herinner jij je hoe Ik een man die aan waterzucht leed op een sabbat heb genezen? wat heb ik aan de Farizeeën gevraagd? 

Heer, ik zal het in de Bijbel moeten nakijken. 

ga Mijn Woord dan halen; 

(Ik deed het en heb Lucas 14:1-6 gelezen.) 

ja, dochter, Ik vroeg, “is het in strijd met de Wet om een mens op een sabbat te genezen of niet?” ze hebben niet geantwoord; Ik zei, “wie van jullie hier, als zijn zoon of zijn os in een put valt, zal hem er niet zonder aarzelen op een sabbat uithalen?” en tot op de dag van vandaag konden ze geen antwoord[1] vinden;

vandaag stel Ik diegenen die deze openbaring afwijzen deze vraag: “is het tegen Mijn Wet in jullie tijdperk om Mijn schepping van de val te redden door Mijn Werken van Voorzienigheid van vandaag?” Vassula, Ik Ben Jezus, en Jezus betekent Redder; 

Vertel het hun, Heer, herinner hen dan aan dit alles, Heer. 

beminde, zij hebben Mijn Hart gekroond met een krans van doornen; Mijn Heilig Hart bloedt; 

Jezus, zijn ze zich daarvan bewust? 

Ik zal stilletjes aan hun deur komen, en zonder te kloppen hun huis binnengaan en hun Mijn Heilig Hart tonen; zij die bewijzen oprecht te zijn zullen hun Fout inzien; kom, dochter; ons, wij? 

Ja, Heer, verenigd.


[1] Dit is een symbolische uitspraak voor onze tijd.