26 juli 1987 

Mijn God? 

Ik ben; kleintje, wie anders zou je langs dit speciale pad leiden tenzij Ik, God, het voor je had uitgekozen? 

In het begin aarzelde ik heel erg, bang dat het van het kwade kwam. 

de duivel zou gevlucht zijn als je Mij zou hebben aanbeden; hij zou ontmaskerd worden door de onthulling van de verraderlijke plannen van zijn brein; hij zou nederigheid, liefde en toewijding niet verdragen; houd dat altijd in gedachten; pak Mijn hand en klim[1] omhoog, word het niet moe, verwek dikwijls berouw;

hoe wil je nu verder gaan? 

Dat vraagt U aan mij, Heer? 

Ik ben; 

Ik kan het niet, tenzij U het doet door mij te helpen. 

goed; wie tegen Mijn verlangens ingaat zal tegen de prikstok aanlopen;


[1] ‘Klim’ betekent hier, geestelijk vooruitgang maken.