26 juni 1987 

(Bangkok) 

(Om 7.30 uur in de ochtend zag ik een gekleurde wolk, heel mooi om te zien. Toen kwamen er vijf stralen uit, als een ster. Ik zei: “Kijk!” En een hand achter mij duwde mij naar voren. Toen kwam er weer een verandering: op een van de stralen verscheen een kaars; ik zei weer: Kijk! De hand achter mij duwde mij en liet mij op de knieën vallen. Ik nam nog steeds niet de moeite om te zien wie dit deed, want ik wilde geen enkel moment van de gebeurtenis missen. De vijf stralen veroorzaakten nu door de snelheid waarmee ze rond­draaiden een soort verlichte ring, en plotseling verscheen Jezus vanuit het centrum van die verlichte ring; ik zei: Kijk! De hand achter mij duwde mij weer, en nu lag ik met mijn handen op de grond. Plotseling werd Jezus door honderden stemmen aanbeden. Ze zeiden de hele tijd alleen: “J-e-z-u-s”.

Toen verdween het beeld van Jezus en in plaats daarvan verscheen er een tafereel. Ik zei weer: Kijk! en de hand duwde mij plat ter aarde, en nu kon ik het laatste tafereel alleen zien door mijn hoofd op te heffen. Ik zag een gekniel­de gestalte, omringd door vijf andere; voor dit tafereel was een stralende zilveren kelk. De vijf deden iets bij degene die in hun midden geknield lag. Ik hoorde het woord ZAL­VING. En toen verdween alles.) 

Mijn God, ik heb Uw droomvisioen voor mij niet begrepen. 

Wijsheid zal het je laten weten; 

 

27 juni 1987 

(Nu besef ik het; ik ben gespleten. Mijn lichaam wandelt rond, maar zonder mijn ziel erin; Mijn ziel – Mijn God, U hebt haar genomen. Ik voel mij als een skelet. Totaal gescheiden. Heeft iemand wel eens het besef van God beleefd, gedurende 24 uur per dag, iedere dag, meer dan een jaar lang? En op het moment dat ik aan iets anders begin te denken, neemt een Hand mijn kin om mijn hoofd te draaien om naar het glimlachende Gelaat van Jezus te kijken. Ik verbaas mij erover hoe ik me nog om andere dingen kan bekommeren!) 

Vassula, Ik heb alleen je hart[1] genomen en het in Mijn Hart geplaatst; Ik ben Jahweh, en Ik bemin je! koester Mijn Liefde; schep­sel, blijf in de gunst van je Schepper; 

Hoe, hoe zou ik in Uw gunst kunnen blijven? 

je moet heilig zijn; 

Hoe kan ik heilig zijn? 

door Mij vurig te beminnen; 

Dan, als dat Uw wil is, help mij het te zijn. 

Ik zal je helpen, heb Mijn zegen; Ik zal nooit iets van je vragen wat je schade zou  berokkenen, onthoud dit altijd;

kom, Ik zal Mijn diepste en meest persoonlijke verlan­gens onthullen; sta Mij toe ze je in te prenten, kleintje;


[1] Dit werd gezegd alsof mijn hart niets was, heel eenvoudig …