14 april 2011

Als de Heer Zijn Huis niet Zelf herbouwt,
hebben de werkers dan tevergeefs gewerkt? 

maar ik vertrouw op Uw Belofte
en moge alle ontberingen die we hebben geleden
U Glorie brengen… 

Mijn Vassula, Mijn liefste, Mijn Mond verkondigt de Waarheid, alleen maar de Waarheid; toen Ik je aanstelde voor dit werk en je riep, om gewoon jezelf te zijn, heb Ik je mond niet gevuld met zalvende olie? heb Ik de wereld niet gevuld met vruchten? heb Ik de doden niet tot leven gewekt?

Ik had gezegd: “Ik zal de lichamen doen verrijzen en het land van de geesten zal een nieuw leven in Mij schenken”; sla geen acht op de hevige woede en ongerechtigheid dat hun bloed jou aandoet; de aarde valt reeds uit elkaar en al de inwoners der aarde betalen zwaar voor hun misdaden; de ellende waar het oosten mee geconfronteerd wordt zal hun trots en hun schuld verteren; een felle rukwind, fel als een orkaan, zal hen verbranden; en zij zullen boete doen voor elk van hun schulden; en ze zullen leren om met integriteit te leven;

Ik ben het die de winden beweegt en de zeeën beweegt en haar golven doe razen; Vassula, laat Mij je dit zeggen: jij bent Mijn verrukking en Mijn offer, want Ik heb je getoond aan degenen die hun stem verhieven met ‘thoxologieën’ [1] maar ze nooit meenden; vanuit de paleizen waar zij leven werd een meedogenloos oordeel gehoord, het licht van rechtvaardigheid is niet in hun ogen, noch in hun hart, maar de dag zal komen dat zij getroffen zullen worden door een berouw zoals ze nog nooit hadden ervaren vanaf de dag van hun geboorte!

geloof je, Mijn kind, dat Ik niet aanwezig was, toen zij met buitensporige hoogmoed en met flitsen van angstige vonken die uit hun ogen kwamen, Mijn  vruchtbare wijngaard afbraken? en de gave die Ik zelf vormde en aanstelde? ijdelheid! corrupt en ziek van haat, en hoe passend sprak de Heilige Geest toen Hij door de mond van Jesaja zei:

“ga naar de naties en zeg: u zult horen en opnieuw horen maar niet begrijpen, zien en opnieuw zien maar niet waarnemen, want het hart van deze natie is grof geworden, hun oren zijn afgestompt om te luisteren en ze hebben hun ogen gesloten, uit angst dat zij zouden zien met hun ogen, horen met hun oren en begrijpen met hun hart, en zouden worden bekeerd en genezen door Mij…”

begrijp dan, dat deze redding die van Mij komt, gezonden was naar de eenvoudigen van hart, naar de ellendigen, naar diegenen die jouw samenleving minacht, naar de minderwaardigen, om de machtigen en de trotsen te straffen; jouw beschuldigers zijn Mijn beschuldigers; jouw aanvallers zijn Mijn aanvallers;

Verbreek dan Uw zwijgen en kom tot mijn verdediging, doe uitspraak voor mij en laat ze zich niet verlustigen over mij!

Vassiliki, maak je geen zorgen over jezelf; je Heilige Moeder is vandaag meer dan ooit aan je zijde… vat goede moed, want gelukkig de mens die zijn  leven verliest voor Mij! gelukkig ben jij, dierbare ziel, omdat je Mijn Passie en de doornen, de nagelen en vooral de lans hebt geproefd! deze kwaadaardige handen die jou willen verdrijven, zullen lijden wanneer ze ontdekken wie ze vervolgden… en zullen beven op die Dag! ze vergieten Mijn Bloed als rivieren;

blijf toegewijd, Vassula, en tooi Mijn Hoofd met sieraden van liefde en glorie, en diegenen die twijfels hebben, stel hen gerust; Ik ben de Heer die jouw beschuldigers zal terechtwijzen; wij, ons? ic

(later)

Ik Ben; alle groten en kleinen staan onder Mijn Macht en Mijn Heerschappij; dus Mijn kind, wees nooit bang want Ik ben altijd aan je zijde, bemin Mij, Ik, Jezus, zegen je; Ik Ben;


[1] Grieks woord dat ‘doxologieën’ (lofprijzingen) betekent