18 januari 2002 

Mijn Heer? 

Ik Ben; vrede zij met je;

Ik heb je Mijn Almacht laten zien op velerlei wijzen; al deze jaren heb Ik je Mijn Licht niet onthouden noch Mijn Barmhartigheid; alles wat Ik van je wil, Mijn zuster, is liefde; liefde voor liefde, hart voor hart, dit is Mijn motto voor jou; 

-moge je doorgaan vooruitgang te maken op het pad van eenheid en dat Mijn kus je opnieuw verfrist; sta Mij toe je eraan te herinneren als een lelie in Mijn veld te zijn, vrij van enige ongerustheid of zorgen; 

-moge je vooruitgaan op het pad van eenheid dat je met Mij deelt en moge het zich nu nog meer verbreden tot Mijn glorie; 

-laat Mijn vaderlijke kus je hart troosten en je geest vullen met ijver voor Mijn Huis; 

-laat elk van je ledematen zoet rusten in Mijn Hart om sterkte, volharding en innerlijke vreugden van welzijn te verkrijgen; 

-mogen je werken vruchtbaar zijn en mogen je activiteiten in Mijn Naam gedaan, gezalfd worden met de olie uit de Bron van Leven; 

-moge je heilzaam zijn voor de verdrietige harten en net zo goed en teder voor de uitgeputte zielen; 

-laat Mij voor jou dierbaarder zijn dan om het even wie of alles wat op deze aarde bestaat zodat Ik door deze akte van overgave  voorbij zal zien aan de slechtheid van de mensen zodat zij berouw kunnen hebben;[1] 

-mogen de zonden van je onderdrukkers die regeren in verwaandheid en trots die je onbarmhartig beschuldigen in hun gebrek aan gezond oordeel en Mijn gaven aan jou belasteren, vallen op hun eigen hoofd; 

– laat Mij in jou toenemen zodat wanneer je vrienden je gadeslaan, zij Mij mogen zien in plaats van jou, en dit zo de werkelijke reden wordt van hun liefde voor jou; 

– Ik zal doorgaan Mijzelf meer aan jou te geven zolang jij Mijn Goddelijke Wil toestaat in jou te blijven, erop vertrouwend en jij jouw wil opgeeft voor  de Mijne; 

– moge je gezegend zijn dat je je hebt onttrokken aan alles wat je aan deze wereld hechtte, en dat je de voorkeur hebt gegeven aan de Bron van Goddelijke Zoetheid; 

– moge je ziel nu nog meer gemotiveerd zijn door ijver voor de glorie van Mijn Huis, om Het met koorden van liefde in een geestelijke eenheid te trekken, dan zal Mijn Goddelijk Beeld er ten volle worden ingeprent, Mijn Licht nogmaals in Mijn Huis verspreidend; 

– moge jij de volmaakte icoon van eenheid zijn en vriendelijk ieder ertoe brengen een waar leven in Mij te leven; door deze vorstelijke daad van liefde zou Ik op Mijn Hoofd de vorstelijke kroon van eenheid ontvangen; 

– moge elke gewelddadigheid en haat van de kant van de mens tegen jou worden vervangen door zegeningen van Ons;[2] deze mislukkelingen zullen Mij moeten antwoorden op de dag van het Oordeel; 

– laat elke vezel van je hart leven voor Mij en je enthousiasme geven om voor Mij te werken, en als een slaaf die geen aanspraak maakt op loon, zal ook jij nooit aanspraak op enig loon maken, maar hart en ziel geven voor het Koninkrijk van de Hemel; 

hoor Mij, Ik heb je geschapen en op aarde geplaatst alleen voor dit edele werk; gebeente van Mijn Gebeente, vlees van Mijn Vlees, blijf  verenigd en één van geest met Mij en mediteer over alle gewaden waarmee Ik je heb gekleed om vrije toegang te verkrijgen om Mijn Hoven in en uit te wandelen; het is inderdaad een ontzagwekkend mysterie dat alle menselijke kennis overtreft en het begrip van de meesten van Mijn schepping; maar Ik, de hemelse Meester, had Mijn Ogen gevestigd op jou  en Mijn Hand op de jouwe om samen met jou gouden rozen te borduren, en ze leven te geven om hun zoete geur te verspreiden, niet alleen om de Kerk te parfumeren maar de gehele kosmos;

zonder de medewerking van deze goddelijke genade die Ik je heb gegeven, zou jij verarmd zijn gebleven; maar nu heb Ik je, door goddelijke genade, helemaal in Mijn Hart gesloten! zo heb Ik je van adel gemaakt nadat Ik je bij Ons heb gevoegd; gevuld en verlicht door Ons sublieme Licht, hebben Wij Onze Scepter opgeheven en Onze Naam op jou getekend om Ons Huis te dienen en Onze liefdeshymne tot de gehele wereld te richten;

-moge je tong even snel zijn als de pen van een drukke schrijver en nooit moe worden te getuigen, zelfs niet te midden van vlammen;

Ik, Jezus, zegen je; ic;


[1] Door de akte van overgave valt Gods barmhartigheid op de mens, brengt hem tot berouw.

[2] De Heilige Drie-eenheid.