2 juni 1987
ontmoet Mij later en Ik zal je voorbereidende adviezen geven; Vassula, teken drie lijnen,
breng die lijnen bij elkaar,
om één te worden moeten jullie allen buigen; jullie moeten allen bereid zijn te buigen door zacht te worden;
(Ik begreep het. Hij gaf mij een duidelijk en eenvoudig visioen van drie ijzeren staven; ze stonden rechtop, dicht naast elkaar. Hij zei: ”Hoe zouden hun hoofden[1] kunnen samenkomen, tenzij ze alle buigen?” – Later in de morgen ging ik uit; hoe meer ik nadacht over dit visioen, hoe groter de “berg” leek. Ik kreeg het er benauwd van …)
Jezus?
Ik ben; moed, omhoog leerlinge! til! til Mijn Kruis op beminde, nu! wees niet bedroefd; samen … samen …
Mijn Vassula, samen zullen we vechten, steun op Mij als je moe bent en laat Mij op jou steunen als Ik moe ben,
ontmoet Mij, laat Mij Mijn verlangens verwerkelijken, wees als zachte was en laat Mijn Hand Mijn woorden op je etsen; wees bereidwillig, wees niet bang! Ik heb je lief, beminde, O kom! Liefde zal je geen pijn doen;
(Ik ben bang voor dit werk.)[2]
kom, laten we bidden,
“O Vader,
blijf bij mij tot het einde,
ik ben zwak;
geef mij Uw Kracht
om U te verheerlijken,
amen!”
beminde, kom, laat je angst varen en luister naar Mij; wacht op je God; Ik wil Mijn Kerk verenigen;
Vassula, Ik heb je opgeleid om Mij te ontvangen, beminde, moed!
Ik heb Uw moed nodig; ik heb zelf geen moed.
Ik zal je bemoedigen en je liefde voor Mij versterken, alles tot Mijn Glorie;
Vassula, wil je Mijn woorden opschrijven; put uit Mij; zoek geen comfort, wees arm, wees als Ik toen Ik lijfelijk op aarde was; wees eenvoudig, zodat wij beiden het contrast voelen en de pracht en de praal van hen die Mij geselen, laat Mij het contrast voelen! put uit Mijn Hart, maak Mijn Kerk mooi, put uit Mijn Hart en je zult het begrijpen, Mijn kleine meisje;
(Ik denk dat ik begin te beseffen wat voor werk dit is. Daarom ben ik bang. Jezus gaat orde op zaken stellen in de Kerk …)
[1] Hoofden: later begreep ik dat ‘hoofden’ ook gezag betekent; leiders.
[2] Noot van de uitgever: zie Vassula’s woorden aan het einde van deze boodschap.