22 april 1998
(Deze goddelijke boodschap die door Jezus op 21 april 1998 is voorzegd, werd mij gegeven door de Derde Goddelijke Persoon van de Heilige Drie-eenheid: de Heilige Geest. Ik werd door Zijn Goddelijke genade zo nu en dan geroepen om het op te schrijven. Het eindigde op 29 juli 1998.)
(De Heilige Geest spreekt.)
vrede zij met je;
het thema dat Ik je ga openbaren tot glorie en nut van de Kerk, deze Kerk die Christus heeft gekocht met Zijn Eigen Bloed, gaat een van de edelste thema’s worden over Mijzelf;
het is noodzakelijk dat Ik deze rijkdommen aan je broeders en zusters openbaar, opdat ook zij zichzelf voeden met deze onuitputtelijke rijkdommen die overvloedig neerstromen tot welzijn van de Kerk; bevrijd je gedachten en richt je aandacht nu volledig op Mij;[1]
voor dit edele thema dat Ik op goddelijke wijze aan jou zal openbaren, zul je Mij moeten toestaan in je intellect binnen te dringen en je een verheven licht van begrip te geven; Ik zal Mij in Mijn goedheid verwaardigen om niet alleen tot jou te spreken, maar het Wonder Zelf zal Zijn Kennis ter beschikking stellen van de gehele mensheid;
zie, de Bruidegom buigt Zich over jullie om alle woorden van Leven naar jullie over te brengen die jullie allen zullen tooien met koninklijk purper; door genade, zullen jullie van Mij, als jullie je hart openen, heiligmakende genaden ontvangen die jullie ziel zullen versterken en jullie tot volmaaktheid zullen leiden;
zij die deze woorden van Leven zouden lezen en onwillig zijn en niet in de waarheid, zullen alles voor nonsens houden, want, gewend te wandelen met Steriliteit, zullen ze niet geraakt worden;
maar voor hen die het Paradijs zoeken in eenvoud van hart en die Mij niet op de proef stellen, op hen zal ik Mijn Licht en Mijn Stralen uitgieten en Ik zal hen verlichten;
dan zal Ik door hen heen gaan en hen zuiveren; en als zij gaan beven bij de berekening van hun onzuiverheid en zonden, met een gekreun dat meer zal klinken als een geweeklaag van een pasgeborene, zullen ze leven schenken aan een nieuw leven in Mij, gecapituleerd door Jaloerse Liefde;
na hen te hebben veroverd in Gelukzaligheid, zal Ik als een levengevende Rivier in hen stromen; Mijn levengevende voorbijgang in hen zal niet onopgemerkt voorbijgaan; Ik zal niet zijn als een schip dat door stijgende golven ploegt en geen spoor achterlaat om te laten zien waar het gepasseerd is, of als een vogel die door de lucht vliegt en geen bewijs van zijn passeren achterlaat of een teken van zijn voorbijgaan;
Ik zal tot hen komen en hen huwen en met Christus bekleden; Ik zal hun ziel omvormen in een Eden, want zij zullen God in zich dragen als hun Lamp; dit zal het teken zijn dat hun gegeven wordt in Mijn onoverwinnelijke Heiligheid;
Ik zal in hen blijven en voor hen zorgen; en Ik, Ikzelf zal Degene zijn die hen zal tooien in bruidskleren; en hen kronen met Mijn Godheid, een koninklijke kroon van schittering, de diadeem schoonheid uit de Hand van de Drie-eenheid; niemand is zulke gunsten waardig, maar in Mijn onuitsprekelijke Liefde heb Ik gezegd: “de nacht moet wijken voor het licht, ondeugd voor deugd”; Ik zal in hun ziel werken zodat matigheid, voorzichtigheid, gerechtigheid en standvastigheid hun rijkdom zullen zijn;
ach Vassula, Ik zal jouw generatie bewerken en hen doen begrijpen dat onsterfelijkheid gevonden wordt in het verwant zijn met Ons, de Drie-ene God; wat is rijker dan dit Werk van Barmhartigheid dat Ik, God, in hen zal doen? dan, na leven in deze zielen geademd te hebben, zal Ik de Wijsheid zenden vanaf Mijn troon van glorie, om hun Wonder te worden;
– dan alles wat tot as was gereduceerd in de onvruchtbaarheid van deze aarde door al deze jaren, zal Ik, in Mijn goddelijke welwillendheid, aan ieder die dit wil, nieuw leven geven en doen bloeien; vruchtbaar gemaakt door Mijn warme Lichtstralen, vertel Ik je, generatie, zul je vergoddelijkt en verheerlijkt worden in Onze Drie-ene Godheid;
vandaag, Mijn Vassula, ziet ieder zo ver als hij kan zien, maar na Mijn doortocht door jullie allen, zullen jullie niet begrensd zijn en zien zoals jullie nu zien; maar op een meest onuitsprekelijke en allergoddelijkste wijze, zullen jullie zien met Mijn Licht dat zelfs de verborgen dingen van God doordringt, aangezien jullie dingen zullen zien in Mijn straling;[2] jullie hele lichaam zal stralen van een schitterend Licht; Ik zal de Lamp van jullie lichaam[3] zijn die het zal vervullen met de heerlijkheden van Ons Koninkrijk, die zijn: deugdzaamheid, tederheid, liefde, barmhartigheid, vreugde, vrede, geduld, eerlijkheid, goedheid en beminnelijkheid;
vanaf het begin hebben Wij jullie gemaakt naar het beeld van Onze Eigen Natuur; Wij hebben gezegd: “laten Wij de mens maken naar Ons Eigen Beeld, ja, naar Onze gelijkenis;” maar het was de afgunst van de duivel die jullie allen de dood bracht;
nu kreunt de aarde in pijn, zichzelf kastijdend, zuchtend en wenend, vermoeid van het niet meer zijn, schreiend en stikkend bij gebrek aan lucht,[4] beschimmeld in haar binnenste en verrottend in haar ingewanden; ja, jullie zijn opgehouden te zijn …
kom, Mijn Vassula, dit is genoeg voor nu; wees één met Mij!
(Hier hield de Heilige Geest op met Zijn Goddelijk dictaat en Hij liet mij begrijpen dat Hij later Zijn Boodschap zal vervolgen: zie Boodschap van 7 juni 1998.)
[1] Dit werd voor mij gezegd.
[2] De Heilige Geest voorzegt ons het “tijdperk van de Geest”.
[3] Mt. 6:22-23.
[4] Ik begreep dit als volgt: het ontbreken van de Heilige Geest die over ons blaast, omdat de aarde de Heilige Geest belet vrij in ons te handelen. We kunnen in waarheid zeggen dat de Heilige Geest onvoorstelbaar verstikt wordt door deze generatie.