6 mei 1997
Mijn Heer, mijn Beker, mijn Banket,
in Uw Tegenwoordigheid ontbreekt het mij aan niets,
gezegend zij Uw Heilige Naam driewerf heilig;
in het stof lag ik neer,
totdat Uw Woord mijn oor bereikte en mij deed herleven;
toen, hebt U in Uw grote Liefde en Medelijden,
mijn ogen gekust om ze te openen;
ik begon te zien;
ik zag verder dan de hemelboog van de sterren
en aanschouwde in mijn hart Uw Luister;
Ik zag de Onzichtbare God,
en Degene die Ontoegankelijk was vóór mijn aanraking
was plotseling helemaal om mij heen en in mij!
de Ondoordringbare werd plotseling doordringbaar
door een eenvoudige uiting van Zijn Mond,
de Bemiddelaar in mij verhief mijn geest in een wolk
en samen met Hem en door Hem
bracht Hij mijn ziel in volle gemeenschap met U,
om door te dringen in de diepste diepten van Uw Majesteit.
Mijn Vassula, Ik heb Mijn Liefde voor je eigen ogen[1] neergelegd; heb je niet gemerkt hoe Ik je heb omringd met liederen van bevrijding? – zou je willen dat Ik nog een van Mijn liederen voor je zing?
O ja! ik zou graag willen dat U voor mij zingt, een eindeloos lied.
Ik zal dit lied[2] zingen dat voor alle eeuwigheid en voor jullie allen zal worden gezongen; en jij, Mijn beminde, jij kunt Mijn harp zijn en Mijn lier die Mijn Stem begeleiden; kom, kom en vertel je ziel:
“Jezus is mijn redding;[3]
“Ik ben je redding; zie je hoe Ik met Mijn delicate geur van wierook en mirre helemaal naar je kamer kom? Mijn teer schepsel, wandel niet langer als een vagebond maar sta Mij toe je in Mij te trekken; verheug je in Mijn Tegenwoordigheid, geniet Mijn grote overvloed van Mijn Hart, jij met wie Ik Mij heb verbonden door het huwelijk;
“Ik ben je koninklijke leidsman geworden; nu en dan zal Ik, om je te bemoedigen, Mijzelf[4] tonen; vraag niet: “wie is dit als een kolom van licht?”[5] voordat de ochtendwind opsteekt, voordat de schaduwen vluchten, kom dichter bij je Beminde en neem je toevlucht in Zijn omhelzing, dan zal je ziel zich verheugen in Zijn omhelzing; niemand zal je rust verstoren; niemand kan je rust in Mijn Hart raken want Ik zal je veilig bewaren, Mijn beminde; niemand zal je durven storen, niemand zal je durven naderen als ze vanuit de verte de flikkering in Mijn Ogen zullen zien, de flikkering van Mijn jaloerse liefde die je jaloers bewaakt;
“Ik zal Mijn jaloerse liefde nu laten uitspreken: zoals David zei in zijn psalm:
‘U zalft met olie mijn hoofd;’
Ik zeg je, met Mijn Hart in Mijn Hand: Ik zal hulde bewijzen aan jou, Mijn bruid, door je hoofd weer met olie te zalven omdat je, omwille van Mij, door lijden en vervolgingen bent gegaan; laat deze olie, Mijn beminde, je hoofd bedekken en al je onvolmaaktheden genezen, en moge, als een lelie tussen de distels, je aanwezigheid zo schitterend en mooi zijn, dat ze veel zielen zal brengen in de bruidskamer van Mijn Hart, opdat ook zij zich mogen verheugen in Mij, getuigend van al Mijn gelukzaligheden in de dagen die komen; dan zullen ze met jubelgezang Mijn Heilige Naam zegenen; en Ik, van Mijn kant, zal hun liefde aanwakkeren om naar Mij te verlangen; Ik zal hun dorst wekken om alleen mijn Hart te zoeken;
“als een koning die op zijn koninklijke troon zit, gekleed in al zijn statiekleding, glinsterend van goud en kostbare edelstenen, met een scepter in zijn rechterhand, zal Ik het als Mijn voornaamste en persoonlijke taak beschouwen Mijn Troon in jouw hart te bewaren, zodat jouw hart gesierd zal blijven met de rijkdom van je Koning en Heer; deze rijkdom van Mij te kennen in Mijn drie-ene glorie; de rijkdom Mij te vrezen en de rijkdom van het kunnen vermijden van elke soort zonde, en tenslotte de rijkdom van het doen van Mijn Goddelijke Wil en van wat Mij behaagt, je God …
“Mijn reisgenote, rust nu uit in Mijn omhelzing en sta jezelf toe te worden gedragen in Mijn Armen; sta jezelf toe te worden geliefkoosd en gekust; niemand zal je rust durven verstoren als ze Mijn Ogen zullen ontmoeten; en als iemand[6] zo onbezonnen zou zijn om Mij uit te dagen, zal Mijn Adem hem wegblazen, hem tot poeder[7] vermalen;
“kom, laat je geest de geheimen van de Wijsheid in zich opnemen, laat je geest zich beroemen op de ene ware Kennis, die Ik, Ikzelf, je gegeven heb; laat je geest zich verheugen Mij te hebben, de enige Zoon, die het dichtst bij het Hart van de Vader is en zo dicht bij jouw hart als iemand maar kan zijn; laat je geest Mijn Zoetheid in zich opnemen;
“Ik, Jezus, ben je redding en je Heilige Metgezel, Degene die voor je zingt, verborgen is met jou en in je is; Ik ben Het;[8] Mijn Vassula, denk na over de vele geschenken die Ik je heb gegeven om je te benoemen, niet alleen als Mijn boodschapster, maar ook als Mijn kostbaarste bruid; ontwikkeld door Mijn Woord, gehoorzaamheid geleerd door Mijn Wijsheid, begiftigd door Mijn Geest en het hof gemaakt door Mijn Koninklijk Hart, verheug je! verheug je en wees blij, dat Ik, Jezus, je Redding ben! sla je ogen dus op, Mijn beminde, sla je ogen op en kijk naar Degene die Zijn Leven voor je heeft gegeven;
“luister niet naar degenen die onzin praten en vol verraad zijn; ze hebben Mij nooit ontmoet en ze kennen Mij zelfs niet, maar Mijn glorie is over je opgegaan en door jou in vele harten; dit is de rijkdom van Mijn Heilig Hart, lang voorzegd, een rijkdom die veel naties tot Mij terug zal brengen en in Mijn Hoven; sla dus je ogen op en kijk naar je glorierijke Koning, je zo tedere Minnaar; met deze aanblik van pracht, zul je stralend worden, aangezien de rijkdom van Mijn Hart naar je zal blijven stromen als een zee om je in staat te stellen door te gaan met Mijn Werk in genadigheid;
“Ik heb je gezalfd om uit te gaan en te verkondigen dat Ik Mijn schepping vernieuw, Mijn beminde, en dat Mijn Wederkomst ophanden is; maar voorlopig zullen Ik en jij weer uitgaan naar de naties, speciaal naar waar meer wildernis dan leven is; laat Mij je kracht vernieuwen in Mijn Hart door je hart te vullen met Mijn Vrede; wanneer de tijd komt zullen we weer samen verschijnen; Mijn victories, zielen veroveren, zullen worden begroet bij elk van Mijn voetstappen, en jij, aan Mij gebonden, zult rennen en niet moe worden, je zult spreken en niet dorstig worden, je zult staan en nooit vermoeid zijn; zult met Mij voortgaan, met je voeten nauwelijks de grond rakend, terwijl Ik je hand zal opheffen om Mijn volk te zegenen in Mijn Naam driewerf Heilig;
“Ik houd je nu, Mijn uitverkorene, bij je rechterhand om je te bekleden met Mijn rijkste klederen; Ik zal je bekleden met Mijzelf; wanneer je met Mijzelf bent bekleed, zullen deze klederen je grote standvastigheid geven in tijden van lijden; ze zullen je troosten in tijden van tegenspoed en verdriet, en om dit te begeleiden, zal Ik je Mijn Moeder zenden om altijd bij je te zijn; in Haar Genadigheid, zal Zij je leiden om de volmaaktheid van heiligheid te bereiken in de vrees voor God;”
nu, verheug Mij en bind Mijn Woorden altijd op je hart zodat wat je ook zult doen, je het met waardigheid en eer zult doen, daar je bent aangewezen door de Koning der koningen; en als iemand je vraagt: “wie is de componist van dit lied?” antwoord hen en zeg: Hij is het die leeft in de hoogten van de Heerlijkheid; Hij is het, Dezelfde, die in Zijn Drie-ene Heiligheid leven in je heeft geademd; Hij is het, die tegen de Samaritaanse vrouw heeft gezegd: ‘het Water dat Ik zal geven, zal een bron in hem worden, opwellend tot eeuwig leven;’ Hij is het die tegen de enorme hoeveelheid dorre beenderen zal zeggen: ‘dorre beenderen, hoor het woord van het Woord, vul jezelf bij met Mijn Adem en sta op!’ zeg tot hen, Mijn zuster en Mijn beminde: ‘de Auteur en Componist van dit lied is Hij in Wie jullie zullen leven in alle eeuwigheid, als jullie Hem volgen;’”
adem van Mijn Adem, vlam van Mijn Ogen, word niet moe te schrijven, maar houd je oor tegen Mijn Borst gedrukt; zelfs plechtige feesten, gevierd tot Mijn eer, zouden niet dicht genoeg deze kostbare momenten kunnen benaderen en overtreffen wanneer Ik met jou ben en wanneer jij open bent naar Mij als een boek zodat Ik Mijn Liefdeshymne in je schrijf; deze Liefdeshymne waarin Hij, die de Onbekende is voor de onbekenden,[9] zal aan hen worden onthuld in de volheid van Zijn Glorie; want Ik, de Heer, verwerp de mensheid niet en Mijn gunsten zijn niet allemaal voorbij; dit is het wat de onbekenden met grote vreugde zullen zeggen:
“Jezus is mijn Redding!”
God is je Vriend, Mijn Vassula, Hij die kennis heeft van alle dingen is je Vriend; Degene die je hebt uitgenodigd aan je tafel is je Trouwe en Oprechte Vriend; laat de naties dit weten, opdat ze leren Wie Degene is die nu aan hun deur staat en klopt; als zij Mij horen en hun deur voor Mij openen, zal Ik binnenkomen en zij aan zij de maaltijd met hen delen; dan zal Ik, op Mijn beurt, als de tijd komt, Mijn goedgunstigheid aan hen tonen, door ze uit te nodigen Mijn Troon in de hemel te delen;
Heer,
U bent Groot, U bent Glorierijk,
verbazingwekkend Sterk, onoverwinnelijk.
Moge Uw hele schepping U dienen in rechtschapenheid!
Mijn Vader en Ik hebben Ons Thuis gemaakt in jou[10] vanwege de grootheid van de liefde die je voor Mij koestert …
ach, Vassula, Ik heb je nog veel dingen te zeggen, maar het is nu tijd voor jou om ook je andere plichten te vervullen; Ik ben met je en Ik zal genieten terwijl jij je andere werkzaamheden voor je familie doet; sinds je geboorte, Mijn beminde en tijdens je kinderjaren, hebben Mijn Ogen nooit opgehouden met vreugde te kijken naar degene die Mijn Heilig Hart had uitgekozen om er op zekere dag een Boom van te maken; dochter-van-de-Zoon,[11] Ik bemin je;
eeuwig leven betekent Mij te kennen, de enige Ware God; kom;
[1] Toen Jezus Zich voor mij nader verklaarde, maakte Hij een gebaar met Zijn Handen. Hij hield beide Handen omhoog, alsof Hij iemand droeg, en liet ze dan helemaal omlaag, alsof hij iemand voorzichtig neerzette.
[2] De Boodschappen van Liefde van Jezus zijn liederen. Gods Woord is zo mooi dat het een lofzang wordt voor de ziel.
[3] Titel van het lied van Jezus.
[4] Als het Gelaat van Christus verschijnt op mijn gezicht, het mijne geheel uitwissend. Veel mensen hebben getuigd van dit verschijnsel.
[5] Op een nacht, toen al het andere in de kamer donker was, zag ik in mijn nabijheid twee kolommen van een oogverblindende schittering; als een spiegel die schittert in de zon, maar het deed geen pijn aan de ogen; ik was bang; en toen hoorde ik: “vrees niet” en het verdween.
[6] Ik begreep kwade indringers.
[7] Er was een toon van humor in Zijn Stem toen Hij deze woorden zei.
[8] Joh. 18:6-8.
[9] Men is “onbekend” aan God als men niet Gods Goddelijke Wil doet, want zij hebben ook God niet ontmoet ( Mt. 7:21-23).
[10] Ik begreep dat dit was als tegen mij te zeggen: “Wij hebben je gehuwd.”
[11] De naam Vassiliki betekent ook: “dochter-van-de-koning”. Als Jezus deze term gebruikte, begreep ik, daar Hij Koning is, dat Hij mij op symbolische wijze bij deze naam riep.