31 januari 1996 

Mijn Beminde daalde af naar mijn kamer
om mij aan Zijn Heilig Hart te drukken
en mij met Zich mee te nemen, meedrijvend op de wind.
Ik ben van mijn Beminde en mijn Beminde is voor altijd van mij. 

Vandaag heeft mijn Beminde de meest droevige Ogen
en Zijn Hoofd leunt op mijn schouder.
“Bron van Levend Water”,
wie heeft U zoveel verdriet gedaan? 

de Mijnen, juist de Mijnen … Ik ben zo uitgeput, Mijn verdriet is niet te peilen … Ik kan Mijn leed niet voor je verbergen, Vassula … niets kan er meer verborgen zijn tussen ons tweeën aangezien Ik je zo dicht bij Mij heb geplaatst;

hoor wat je Beminde nu te zeggen heeft: Hij die je heeft geschapen, je Schepper en je Goddelijke Vader, heeft besloten je ziel tot Zich te verheffen …

Ik maak hier geen geheim van, ja! Mijn Vader stond op en Zijn roep weerklonk in elk hemels oor; Hij stond op, Hij die je heeft aangenomen, vaderlijk en die je heeft geleid en je aan de mensheid heeft aangeboden als Zijn geschenk, om je naar Zich terug te halen; Hij, als God, ziet altijd je on­schuld; als God, ziet Hij niet zoals de mensheid ziet en Ik zeg je, Hij stond op, want de tirannie die ze op je uitoefenen heeft alle grenzen overschreden … Mijn vraag aan jou is: “wil jij dat je Vader die in de Hemel is je ontrukt aan de tiran­nieke handen en de liegende monden?” 

Heer, heb ik niet een verdrag met U gesloten?
Ik heb een verdrag gesloten met mijn ogen
om gedurende de eerste drie dagen van mijn leven niet te zien.
Ik heb een verdrag gesloten met mijn Schepper en mijn Beminde
om in de duisternis te blijven en mijn ogen te verbieden
de zon in haar glorie te zien
en de glans van de maan die over mij heen gleed,
opdat ik mijn zending tot het einde mag volbrengen en U verheerlijken. 

Mijn Vassula, Ik vraag je nogmaals: “wil jij je lijden op aarde verlengen, Mijn kind, of wil je in de ochtend ontwaken in Mijn Licht, in Onze omhelzing omringd door duizenden engelenstemmen waar veiligheid, heerlijkheid en de Zoetheid Zelf je zullen omringen?” 

Ach, mijn God, mijn ziel dorst naar U.
mijn ziel verlangt naar U.
Ik zou eenvoudig kunnen zeggen nu:
“Kom! kom en red mij
om Uw nabijheid voor altijd te genieten.”
Mijn ziel smelt in mij van liefde voor U.
Mijn geest kan nu elk moment bezwijken in Uw Handen
en ik zou kunnen zijn, als ik zou willen, op weg naar het Huis van mijn God
onder kreten van vreugde en lof en een jubelende menigte,
ik kan zijn met de God van mijn Vreugde!
Maar, ik wil een voorwerp van verachting zijn onder de doden
en hun verderfelijke tirannie over mij.
Vaderloos ben ik niet, U bent met mij;
de Schrift zegt:”Als een mens onschuldig is,
zult U, mijn Verlosser, hem vrijheid brengen.”
U hebt mijn hand nu vrij spel gegeven, om te kiezen.
Heilige, ik wil niets voor mijzelf
en dan, U bent het die mij begiftigd hebt
met leven, met vreugde en me aan U bindt.
En, U bent het die met tedere zorg over elke ademhaling van mij waakte,
en zo kan het Lied dat U wilt zingen doorgaan gezongen te worden
voor de vrijheid van veel volkeren
en kunt U doorgaan op Uw harp te spelen, mijn God,
want het Beest zal tenslotte voor U ineenkrimpen.
Gebruik mij als een voorwerp van verachting en houd mij nog
daar waar duisternis en wanorde heersen
en waar het licht zelf als de dood van de nacht is. 

maar ze vallen je lastig! 

Tot Uw grootste Glorie! Laat het zo zijn. Laten ze mij lastigvallen.

Mijn dochter, laat het dan zijn zoals je wilt; Ik zegen je in Onze Drie-ene Heiligheid; maar vertel Mij: wat zal Ik doen als Mijn Vader weer opstaat? 

Herinner Hem aan ons verdrag, Heer. 

hierdoor smelt Mijn eigen Hart … Mijn rest, Ik zal velen redden door jouw ontzettende beklagenswaardigheid, door je edelmoedigheid, maar onthoud, elk gebaar van jou dat Mij eert komt van Mij … dus vermijd elke neiging tot eigendunk … wees nog voor een korte tijd geduldig; heb Ik ooit een stakker gezien die liefde nodig heeft en die Ik Mijn Hart niet geef? zie, Ik ben je Vriend;

niemand kan zeggen: “de Heer legt ons Zijn bevelen op …” en tot jou, dochter, zeg Ik: “Ik ben blij dat jij je verdrag met Mijn Vader niet hebt verbroken; Ik zal je edelmoedigheid gebruiken om ieder mens op aarde te zegenen en Mijn Barmhartigheid uit te storten vóór de dag van het onheil; Ik zal een geest van vriendelijkheid en gebed uitstorten; Ik zeg je, Ik, de Heer, zal van jou een Vesting maken, Ik zal je sterk maken met Mijn kracht;”

ach … Mijn Hart verheugt Zich in jou! laat onze ogen zich ontmoeten en genieten van deze vreugde! Ik zal velen tot Mij terugbrengen, degenen die op een dwaal­spoor zijn gebracht zullen tenslotte tot Mij terugkeren … kom, steun op de God van je Vreugde! verlies nooit de moed, onthoud, ook Ik, toen Ik veroordeeld was en Mij het Kruis te dragen werd gegeven, op dezelfde grond viel die jullie allen draagt, maar Ik werd opgericht om Mijn Werk te voltooien; leer dan van je Verlosser; op het einde zal de verdienste van jou zijn … de adem van de Almacht zal je weer oprichten; uit jouw beproevingen zal Ik leven[1] in overvloed trekken;

weet dit: je Vader zal je antwoorden vanaf Zijn Heilige Plaats; aan je zijde Ik Ben  … 

Mijn Vader… 

Ik Ben;[2]

vandaag zal Ik je aan de volkeren geven en Ik zal je omsluitende Schild zijn … vandaag heb je Mij met heerlijkheid gekroond; tirannie en ongerechtigheid omsingelen onschuldig bloed en Mijn Hart was bereid om je uit de Tirannie te tillen, hoe zou Ik kunnen blijven zwijgen als Ik je verdrukkers gadesla die op de loer liggen om jou en je raadsman in een hinderlaag te lokken? hoe zou Ik kunnen blijven zwijgen als Ik hoor: “hoe zullen we ze opsporen?” maar dit is de troost die Ik jullie[3] aanbied: probeer het goede te doen, houd[4] de gerechtigheid in stand, Ik ben met jullie … blijf trouw, de tijden zijn zo slecht; Ik wil niet op zekere dag zeggen: “kijk, daar is Mijn dochter, ze ligt helemaal alleen op de grond, met niemand om haar op te tillen;”

Ik heb je[5] neusgaten gevuld met Mijn Sterkte, en Ik heb een vlam in je ontstoken om de gerechtigheid te verdedigen … alles wat je doet, doe dat in een geest van zachtmoedigheid;[6] zelfs wanneer je getuigenis niet wordt aanvaard, wees in vrede; kijk niet naar rechts noch naar links; velen zullen opstaan en verklaren dat ze door Mij[7] zijn gezonden; wordt niet weer aan hen verkocht … wees niet bang, je zult niet te schande worden gemaakt; – en jij, Mijn dochter, Ik zal je troosten en allen die op Mij vertrouwen;

de tijden zijn slecht, maar, onthoud, je Schepper buigt Zich teder over jullie allen; werk met vrede in Mijn Naam; tooi Mijn Naam met je liefde en ga door wijnstokken te planten in dorre landen; Ik ben je Vader, laat Mij je vertroosting zijn door je eraan te herinneren dat Mijn Liefde voor jou je nooit zal verlaten;

en jij[8] die zegt: “ik protesteer tegen een dergelijke onrechtvaardigheid, er komt geen antwoord, antwoord, als ik ertegen in beroep ga, wordt er nooit geoordeeld; ze hebben mij onteerd …” – Ik zeg je: als ze jou hebben geweigerd waar je pen dringend om smeekte, wees in vrede … welke grotere eer zouden ze je hebben kunnen geven? op het einde, Mijn vriend, zal Ik er dan niet op toezien dat er Gerechtigheid wordt verschaft? Ik ben Heer en Mijn zegen is voor jou; Ik weet dat je dapper bent in de strijd,[9] maar laat deze eer aan Mij; ga door te planten in Mijn Huis … Ik zal erop toezien dat je fit blijft zodat je vrucht draagt ondanks je hoge leeftijd;

dochter, je bereidverklaring uit liefde voor Mij heeft Mij tot tranen toe bewogen … gelukkig jij die arm bent; aan jou behoort Mijn Koninkrijk, Ik ben Koning in jou … door deze zwakheid zal Ik de kracht van de slechten breken;[10] Ik zegen je, Mijn kind; 


[1] Bekeringen.

[2] De Eeuwige Vader spreekt.

[3] Aan ons allen.

[4] Het klonk als: “Houd vol”.

[5] Pater O’Carroll.

[6] Ik hoorde tegelijkertijd ook “standvastigheid”.

[7] Valse profeten.

[8]  Pater O’Carroll.

[9]  Ik voelde de humor van God, en mijn hart sprong op van vreugde!

[10] “Mijn Kracht is op z’n best in zwakheid”: 2 Kor. 12:9.