10 juni 1994 

(VS – Fairfield  County.) 

Heer? Ik sta tot Uw dienst. 

Ik Ben; hier ben Ik, Ik sta aan je zijde;

stel je hoop op Mij en je zult veilig zijn; oh dochter, vertel hun, vertel hun dat Mijn Hart een afgrond van Liefde en Barmhartigheid is; de Geest die Ik jullie zend zal jullie herinneren aan de Waarheid en dat Ik Ben;

luister en schrijf: vrede zij met jullie; kindertjes, Ik schep behagen in elk zuiver hart; Ik verheug Mij als Ik jullie ogen alleen zie zoeken naar hemelse dingen; het is Mijn Glorie als jullie tot Mij komen en Mij zeggen: “hier ben ik … hier ben ik”, en jullie Mij je hart aanbieden om het om te vormen tot Mijn domein, en er dan over te heersen; het is Mijn luister en Mijn glorie als jullie Mijn heiligdom[1] heilig bewaren, het veranderen in een glorierijk domein voor Mijn majesteit; het is Mijn heerschappij als jullie in je ellende en je armzaligheid kunnen uitroepen: 

“hosanna! hosanna! voor de Koning
die ons heeft gered, voor de eeuwig­heid!” 

… dit is Mijn Glorie … door jullie opoffering maak Ik tuinen uit woestijnen … door jullie liefde laat Ik de doden[2] verrijzen; door jullie dorst naar Mij, jullie God, troosten jullie Mij en worden jullie een troostende balsem voor Mijn gewonde Hart … sla je ogen op, kind, en kijk naar Degene die Zich van boven neerbuigt om je tot Hem te verheffen; kom, Mijn steden en voeg je eenstemmig en één van hart bij het gebed dat Ik jullie geleerd heb te zeggen: 

(Ik bid.) 

Ik zegen jullie uit het diepst van Mijn Heilig Hart; Ik zegen jullie, en laat de Zucht van Mijn Liefde op jullie voorhoofd achter; wees één; 


[1] Onze ziel.

[2] De geestelijk doden.