28 maart 1994 

vrede zij met je; Ik beloof dat Ik je geestelijk zal laten groeien en daarvoor zal Ik door jou vele zielen laten groeien, blijf Mijn levende schrijftafel opdat veel zielen in jouw maatschappij, die maatschappij vol van slechte mensen, de geheimen van Mijn Hart mogen lezen, want het is van Mij bekend dat Ik zondaars de weg wijs;

Ik heb zelf degenen[1] uitgekozen die hun naam in Mijn boek van liefde moesten schrijven, en Ik zeg je, dat Ik hen later zal belonen … leer dat hoe kleiner ze zijn, des te groter hun bijdrage is;

Vassula, Ik zegen je; laat Mij je nog één ding zeggen; al deze geschriften, zoals jij ze noemt, zijn gezegend en zijn Mijn handwerk van schoonheid; Ik heb Mijn Plan, Mijn beminde; ic;


[1] Degenen die voorwoorden, inleidingen etc. schreven in “Het Ware Leven in God”.