Augustus 1990
(Het Klooster van St. Nectarios)
Mijn Heer, Heilige Geest van Waarheid,
ik weet dat ik niet toevallig hier ben.
Heilige Geest van Waarheid,
U die mij geleid hebt en nog leidt,
wat moet ik tegen deze twee nonnen zeggen
die hier leven, wat kan ik voor hen doen?
Spreek eerst tot mij via de Heilige Schrift alstublieft.
Ik weet dat U mij niet in de steek zult laten.
(Ik opende toen de Bijbel op goed geluk en mijn oog viel op Rom. 16:1-2.)
Ik beveel je onze zuster aan, een diacones van Mijn kerk; geef haar en haar medezuster, in vereniging met Mij, een welkom zoals die heiligen waardig is, en help haar met alles wat zij nodig heeft: zij heeft gezorgd voor een groot aantal zielen (samen met haar medezuster, door hun gebeden, hun lofzangen voor Mij, hun boetvaardigheid, verstervingen en offers);
(Toen wendde Jezus het Hoofd af en keek voor zich uit, en ofschoon Hij alleen sprak was het alsof Hij in plaats van de zusters sprak. Hij zei:)
Ik heb gewerkt en geploeterd, dikwijls zonder slaap; Ik heb honger en dorst geleden en dikwijls gehongerd door gebrek aan liefde; Ik heb kou geleden door gebrek aan liefde, dus jullie die Mij lezen, willen jullie voor Mij zorgen? voor Mijn lammeren? zeg niet: val mij niet lastig, ik kan er niet op uitgaan en het U geven!
(Daarna ging Jezus verder zoals aan het begin van deze boodschap.)
vandaag zeg Ik jou die Mij leest, dat Mijn zegeningen gegeven worden aan ieder die iets doet aan de noden van dit Huis; want alles wat jullie daarvoor doen, ook het geringste, doen jullie voor Mij; wees dan gezegend, jij, die Mij wilt horen en de Wil van Mijn Vader doet; ieder die tegemoetkomt aan de noden van dit huis, zal rijkelijk beloond worden door Mijn Vader in de Hemel; wees echter op jullie hoede voor hen die moeilijkheden en zorgen veroorzaken; ga hen uit de weg; doe alles in standvastigheid met de Vrede die Ik jullie geef;
doe alles in liefde omwille van de Liefde; alles wat Ik vraag is Liefde; onthoud dit altijd;
(Later:)
Heer?
Ik ben; Mijn Vassula, ben je gelukkig op deze wijze bij Mij te zijn?
O ja, Heer. Geprezen zij Uw Naam.
bid meer, dit is Mijn advies; Ik wacht voortdurend op je gebeden; Ik zegen je onophoudelijk;
(Jezus vroeg mij toen op goed geluk de Bijbel open te slaan en te schrijven wat Hij mij zou laten zien.)
waak en bid dat ge niet op de bekoring ingaat;
(Dit was Mattheus 26: 41.)
Ik heb Uw geweldige Sterkte nodig.
luister naar Mij: bid; slaap niet;
Kan ik U mediterend beschouwen?
bid!
(Ik bad.)
bid nogmaals tot Mij;
Laat mijn geest
samensmelten met Uw Geest.
Amen.
(Jezus gaf mij snel het begin van mijn gebed, het gebed dat Hij wilde. Ik denk dat Hij het mij dicteerde.)
Mijn kind, Mijn beminde, wat zal Ik niet voor je doen … Ik heb je opgevoed, besef dus aan Wie je nu toebehoort; wees gelukkig!
Ik ben meer dan gelukkig.
laat het dan zien! Ik zal je mond openen en jij zult spreken,[1]
Vang de vossen voor ons,
zij die Uw Wijngaarden vernietigen
die nu bloeien.
een Glorierijke Troon daalt nu zeer spoedig neer; Ik zal hun[2] schuilplaatsen bloot leggen en hun soort zal worden uitgeroeid, vernietigd; de tijd van afrekening is spoedig voorbij, wacht maar af … Ik ben van plan de aarde te verkwikken met overvloedig voedsel en Mijn rest te verzadigen met Mijn goede dingen; Ik bemin je met een eeuwigdurende Liefde en Ik ben trouw in Mijn genegenheid voor jou; sta Mij toe, jij die Mij leest, je op te voeden; en als je Mijn opvoeding aanvaardt zal Ik je tot Mij terugbrengen; Ik zal je aannemen en je Mijn Wet onderrichten; zoals een kind getroost wordt door zijn moeder, zo zal Ik je troosten;
Liefde verlangt liefde; Vassula, doe Mij een genoegen en bid het Credo terwijl je naar Mij kijkt;
Ja, mijn Heer.
Ik luister;
(Ik bad.)
goed! kom, wij, ons?
Ja Heer, wij, ons.
4 augustus 1990
(Profetie)
bloem, vrede zij met je;
– vuur, Gerechtigheid, dalen spoedig neer – ecclesia zal herleven; de aarde zal in vuur en vlam worden gezet;
[1] Ik flapte er plotseling deze woorden uit:
[2] De vossen: de vrijmetselaars.